Mensen die elkaar in het park tegen komen en op afstand met elkaar praten

Vanaf maart 2022 zijn alle coronamaatregelen stapsgewijs afgeschaald. Er gelden alleen nog enkele adviezen om de verspreiding van het coronavirus te beperken: testen en thuisblijven bij klachten en in isolatie gaan na een positieve testuitslag. Tegelijkertijd is er sprake van een afnemende dreiging van het virus. Daarmee rijst de vraag hoe mensen in deze nieuwe situatie aankijken tegen testen, isolatie en de adviezen in bredere zin. En welke factoren spelen een rol bij het wel of niet naleven van de adviezen?

Tussen 30 mei 2022 en 3 juni 2022 zijn 47 mensen geïnterviewd. We spraken 26 vrouwen en 21 mannen. Ongeveer de helft had een onderliggende medische aandoening en/of een lagere weerstand tegen infecties waardoor de coronavaccins onvoldoende werkzaam kunnen zijn. De geïnterviewden deden in maart 2022 mee aan het vragenlijstonderzoek van het RIVM en de GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst)’en en gaven toen aan dat zij benaderd mochten worden voor een interview. Ze zijn niet representatief voor de hele Nederlandse bevolking, maar geven wel een verscheidenheid aan hoe verschillend mensen omgaan met testen en thuisblijven.

Meeste geïnterviewden denken nog geregeld aan corona

Het merendeel van de geïnterviewden geeft aan, ook nu er geen maatregelen meer gelden, nog steeds geregeld aan corona te denken. Bijvoorbeeld omdat zij mensen kennen die besmet zijn, zelf corona-gerelateerde klachten hebben (gehad) of een onderliggende aandoening hebben en daardoor kwetsbaarder zijn voor corona. De meesten van hen denken wel minder aan corona dan voorheen. Een paar geïnterviewden geven aan helemaal niet meer met corona bezig te zijn, omdat er bijvoorbeeld geen besmettingen zijn in de omgeving of omdat er geen maatregelen meer gelden.

“Eigenlijk was het helemaal uit beeld maar toevallig hebben drie mensen in de omgeving positief getest. Dus het is niet weg.”

Mensen die nog geregeld aan corona denken geven aan dat dit ook effect heeft op hun gedrag. Dit effect is, nu er geen maatregelen meer zijn, wel minder groot dan in eerdere fases van de pandemie. De belangrijkste gedragingen die nog anders zijn dan voor de pandemie, zijn het afstand bewaren van anderen (vooral van onbekenden), het vermijden van drukte of grote groepen, vaker handen wassen en desinfectiegel gebruiken.

“Ik ben natuurlijk op een bepaalde leeftijd (...) dan houd ik gewoon afstand een beetje van de mensen. (...) Er kunnen toch mensen nog besmet zijn die dat kunnen overdragen. En ook bijvoorbeeld op een trap, of op een roltrap, dan houd ik ook niet met mijn hand de leuning vast. Dat doe ik ook met mijn mouw of zo. Dat zijn dingen die er gewoon ingeslopen zijn. Ja, dat doe je. En met hoesten en zo dat je nog steeds in je elleboog doet. Dat zijn dingen die zijn erin geslopen en die blijven er denk ik ook wel in.”

Vaker handen wassen is een gewoonte geworden

De meeste geïnterviewden (ook degenen die helemaal niet meer aan corona denken) zijn door corona vaker handen gaan wassen dan zij voor de coronapandemie deden. Zij geven aan dat handen wassen, bijvoorbeeld bij thuiskomst na supermarktbezoek of reizen met het openbaar vervoer, een gewoonte is geworden.

“Bepaalde gedragingen zijn normaal en automatisch geworden, zoals handen wassen en niezen in de elleboog.”

Drie zoenen en handen schudden niet meer vanzelfsprekend

Uit de interviews komt naar voren dat er door de coronapandemie in toenemende mate een besef is ontstaan dat je bij begroeten ‘iets’ kunt overdragen. Niet alleen corona, maar ook griep of verkoudheid worden daarbij vaak genoemd. Vrijwel alle geïnterviewden geven aan hun wijze van begroeten door corona te hebben aangepast. Handen schudden is niet meer vanzelfsprekend. Drie zoenen als begroeting is bij de meesten verdwenen en bij een deel vervangen door een omhelzing of knuffel. Een paar geïnterviewden geeft aan dat ze eerst vragen wat de ander wil of afwachten wat de ander doet. Sommigen geven een boks of elleboog. Een klein deel begroet anderen tegenwoordig helemaal zonder fysiek contact, bijvoorbeeld met een zwaai of verbale groet.

Veel geïnterviewden maken bij het groeten onderscheid naar wie ze voor zich hebben. Vrienden en familie groeten zij bijvoorbeeld met een knuffel en kennissen of onbekenden meer op afstand. Hierbij speelt het vertrouwen dat vrienden en familie zich niet risicovol gedragen en/of geen klachten hebben een belangrijke rol.

“Geen drie zoenen meer, en handen schudden hangt ervan af bij wie. Bij enkelen doen we dat wel weer en soms kom je er niet helemaal onderuit. Sommige mensen geef ik weer een hug. Hangt af van wie het is, hoe goed ik ze ken. En soms is het al gebeurd.”

De meeste geïnterviewden testen nog steeds bij klachten

De geïnterviewden die in de periode na maart 2022 klachten hadden, deden meestal een zelftest. De meest genoemde reden hiervoor is dat ze hun omgeving (vrienden, familie, mensen met een onderliggende medische aandoening, collega’s) niet willen besmetten. Ondanks dat testen bij de GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) geen advies meer is (een zelftest is voldoende), liet een enkeling zich nog wel testen bij de GGD, omdat zij dit betrouwbaarder vinden dan een zelftest. Een paar geïnterviewden gaven aan zich niet getest te hebben, bijvoorbeeld omdat ze de klachten niet ernstig genoeg vonden (zoals geen koorts). Eén geïnterviewde had niet getest omdat hij testen sowieso onzin vindt.

Bijna alle geïnterviewden die sinds de versoepelingen geen klachten hadden, geven aan dat ze zich op het moment dat ze klachten zouden ontwikkelen, wel zouden testen. De meesten alleen met een zelftest. Sommigen merken expliciet op dat het wel afhangt van de ernst of aard van de klachten of ze op zo’n moment gaan testen of niet: er dient voor hen bijvoorbeeld sprake te zijn van een combinatie van klachten (en niet enkel neusverkoudheid) of van koorts. Een enkeling geeft aan zich niet te (laten) testen bij klachten, maar dan wel thuis te blijven. 
 

“Ja, die testen, heel eerlijk, hoe vaker je ze gaat doen, hoe minder prettig dat het wordt. Dus, op een gegeven moment had ik zoiets van, ik ga me gewoon niet meer laten testen, als ik verkouden ben blijf ik gewoon thuis, en klaar. (…) En toen in maart van dit jaar, toen, we hadden op vrijdag verjaardag gehad bij familie, een klein clubje. Niet echt afstand gehouden, maar ook geen handjes en dergelijke. (…) En op zondagavond kreeg ik een appje van mijn tante dat zij en mijn twee nichtjes een positieve zelftest hadden. En op maandagochtend word ik wakker met keelpijn, en ik dacht eerst van nou ja, het zal wel tussen de oren zitten, ik denk, ik ga effe gewoon rustig ontbijten en alles doen. Alleen, toen had ik zoiets van oké, nu is het wel mis. Dus toen heb ik gelijk een test ingepland, en dat bleek ook positief te zijn.”

De kosten voor zelftesten zijn voor de meeste geïnterviewden geen belemmering

Op de vraag of kosten van zelftesten een rol spelen in het gebruik ervan, geven de geïnterviewden aan dat dit nauwelijks een rol speelt in de keuze om bij klachten een zelftest te doen. Een deel van hen beschikt over gratis testen. Zij krijgen deze bijvoorbeeld via werk of familie. Anderen vinden het niet erg om zelf een zelftest aan te schaffen. Ze benoemen wel dat dat wellicht niet voor iedereen zo is.

“Omdat wij op de scholen werken mochten wij van de directeuren ook elke week twee zelftesten meenemen. Alleen ja, weet je, als wij geen klachten hadden en wij hoorden ook niet dat iemand klachten had, of corona had, dan testten wij die week niet. Dus dan spaar je op een gegeven moment op. (…) Ja, en aan de ene kant ik vind het alleen maar voordelig, want ik vind die testen belachelijk duur als je ze moet kopen. En zeker voor iets wat eigenlijk min of meer verplicht gesteld wordt om te doen. Ik denk dat het minder zou zijn. Ik denk dat ik dan niet voor een neusverkoudheidje, of een verstopte neus, zou gaan testen.”

Na een positieve testuitslag blijven de meeste geïnterviewden thuis

Van de mensen met klachten die een (zelf)test hadden gedaan, had bijna de helft een positieve uitslag. De meesten van hen bleven daarna thuis, met als belangrijkste reden om anderen niet te besmetten, maar ook ‘omdat dat de regel is’. Echt in isolatie gaan, waarbij mensen ook niet in contact komen met huisgenoten (wat het eigenlijke advies is), komt weinig voor. Degenen die niet thuisbleven, gaven aan wel afstand van anderen te houden als ze buiten kwamen. Van de geïnterviewden die negatief testten, deden sommigen voor de zekerheid nog een zelftest of bleven nog voorzichtig.

“Ik heb een thuistest gedaan. Die was ook volmondig fout en de klachten wezen er ook duidelijk op. (…) Nou ja, ben in quarantaine gegaan omdat dat toch in wezen het advies is… en dat heb ik braaf gedaan. Mijn echtgenote is dan niet dit keer apart gaan slapen, maar we hebben toch wel een beetje afstand genomen. (…) Maar ik ben wel binnen gebleven, of buiten gesport op afstand. Dus… ja, zo netjes ben ik dan geweest. Geen boodschappen gedaan en dat soort dingen.’’

Tussen 30 mei en 3 juni 2022 zijn 47 mensen geïnterviewd. We spraken 26 vrouwen en 21 mannen. Er is een selectie gemaakt van deelnemers die in het vragenlijstonderzoek van de RIVM Corona Gedragsunit en de GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst)‘en aangaven bereid te zijn om ook deel te nemen aan verdiepend onderzoek. De helft van de geselecteerde deelnemers had een onderliggende medische aandoening (zoals chronische luchtweg-, long- of hartproblemen, diabetes of zeer ernstig overgewicht) en/of een lagere weerstand tegen infecties waardoor de coronavaccins onvoldoende werkzaam kunnen zijn. Deze gezondheidsrisico’s bleken echter niet onderscheidend in de antwoorden die mensen gaven in het interview, waardoor de resultaten voor de groep als geheel zijn weergegeven. De groep geïnterviewde deelnemers is om verschillende redenen niet representatief voor de gehele Nederlandse bevolking. De resultaten geven wel een verscheidenheid aan van manieren waarop mensen omgaan met klachten, testen en thuisblijven.