Overzicht van bijzondere meldingen, clusters en epidemieën van infectieziekten in binnen- en buitenland

content

Auteur: P. Bijkerk

Infectieziekten Bulletin: juni 2016, jaargang 27, nummer 6

Binnenlandse signalen

Weinig rotavirus in de Virologische Weekstaten

Het aantal rotavirusdetecties in de Virologische Weekstaten is in 2016 veel lager dan gebruikelijk (Figuur 1). Dit fenomeen werd in 2014 ook gezien. In 2015 werd een normaal aantal rotavirusdetecties gemeld. Recent onderzoek door het RIVM bevestigde dat het aantal kinderen vatbaar voor rotavirus en een relatief lage luchttemperatuur determinanten zijn van het rotavirustransmissiepotentieel, maar dat deze factoren niet alle variatie in de incidentie verklaren. Rotavirusvaccinatie maakt geen deel uit van het Rijksvaccinatieprogramma (RVP Rijksvaccinatie programma (Rijksvaccinatie programma)) in Nederland. (Bron: Virologische Weekstaten)


 

Figuur 1. Rotavirusmeldingen per week in de Virologische Weekstaten, week 1 2011 – week 12 2016.


In 2015 meer soa seksueel overdraagbare aandoening (seksueel overdraagbare aandoening) gevonden bij vrouwen en heteroseksuele mannen

De Thermometer seksuele gezondheid meldt dat het aantal mensen dat zich in 2015 voor een soa liet testen bij een centrum seksuele gezondheid met 3% is gedaald tot 136.347 consulten. De afname is vooral te zien in het aantal geteste vrouwen en heteroseksuele mannen. Dit komt onder meer door het feit dat in 2015 een financieel maximum is gesteld aan de regeling Aanvullende Seksuele Gezondheidszorg (ASG additional regulation for sexual health (additional regulation for sexual health)). Hierdoor komen vooral mensen voor een test in aanmerking die behoren tot de groepen met een hoog risico zoals mannen die seks hebben met mannen (MSM mannen die seks hebben met mannen (mannen die seks hebben met mannen)), mensen die gewaarschuwd zijn voor een soa of mensen met gezondheidsklachten. Het percentage bij wie uiteindelijk een soa wordt aangetoond neemt toe. Bij ruim 17% van de consulten werd een of meer soa gevonden. In 2014 was dat nog 16%. Bij vrouwen en heteroseksuele mannen is er een stijgende trend in het percentage positieve testen, mogelijk te verklaren door de prioritering van seksuele hoogrisicogroepen. Bij MSM was het percentage gevonden soa het hoogst (20.9%), maar dit is wel stabiel ten opzichte van andere jaren. Het aantal diagnoses van chlamydia-infectie is vergeleken met 2014 met 5% gestegen naar 18.585. Deze stijging komt voor rekening van vrouwen en heteroseksuele mannen. Het aantal diagnoses van syfilis bij de centra seksuele gezondheid is ten opzichte van 2014 gestegen met 27% tot 942. Dit komt voornamelijk door de stijging van het aantal diagnoses bij MSM (30%). In 2015 zijn er 288 nieuwe hivdiagnoses gesteld. Dit is een daling van 11% ten opzichte van 2014.  Van deze hivdiagnoses werd 90% (260 diagnoses) vastgesteld bij MSM. (Bron: Thermometer seksuele gezondheid)

Buitenlandse signalen

Zikavirus in Zuid- en Midden-Amerika

Het zikavirus circuleert sinds februari 2015 in delen van Zuid- en Midden-Amerika. Op 4 mei 2016 hebben in totaal 57 landen of gebieden melding gemaakt van autochtone zikavirusinfecties met transmissie door muggen; in 44 landen is dit de eerste gedocumenteerde uitbraak van zikavirus (Figuur 2). Daarnaast rapporteren 9 landen gevallen van mens-op-menstransmissie, waarschijnlijk door seksueel contact. In Brazilië zijn 1271 bevestigde patiënten met microcefalie of andere foetale malformaties gerapporteerd die mogelijk geassocieerd zijn met een congenitale zikavirusinfectie. Nog eens 3580 patiënten worden momenteel onderzocht. Verschillende andere landen waaronder Kaapverdië, Colombia, Frans Polynesië, Martinique, Panama, Slovenië en Spanje, maken melding van 1 of enkele patiënten met microcefalie dat in verband wordt gebracht met een doorgemaakte zikavirusinfectie. Daarnaast is er in 13 landen sprake van een verhoogde incidentie van Guillain-Barrésyndroom (GBS Groep-B-streptokokken (Groep-B-streptokokken)), en/of laboratoriumbevestigde zikavirusinfectie bij patiënten met GBS. De World Health Organization (WHO World Health Organization (World Health Organization)) geeft aan dat er nu wetenschappelijke consensus heerst dat zikavirus een oorzaak kan zijn van microcefalie en GBS. Ondanks dat er in sommige gebieden een afname lijkt te zijn van het aantal zikavirusinfecties, is er volgens de WHO geen sprake van een algemeen dalende trend. In Nederland zijn inmiddels circa 50 patiënten gemeld, die de infectie in het buitenland hebben opgelopen, waaronder enkele zwangere vrouwen. Ook is bij 1 patiënt GBS gediagnosticeerd. Op Aruba, Curaçao, Sint Maarten en Bonaire ist actieve circulatie van het virus, zij het op beperkte schaal. Het RIVM heeft het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport)) geadviseerd over een meldingsplicht voor bepaalde patiënten met zikavirusinfectie. De verwachting is dat deze meldingsplicht na de zomervakantie in werking zal treden. Op Europees niveau is er momenteel veel aandacht voor muggenbestrijding en surveillance in landen waar de Aziatische tijgermug (Aedes albopictus), een vector van zikavirus, gevestigd is. (Bronnen: WHO, PAHO, ECDC)



Figuur 2. Mondiale verspreiding van zikavirus in 2013-2016. In het donkergrijs de gebieden waarvan bekend is dat circulatie van het virus al vóór 2013 begonnen is. In het blauw de gebieden waarbij circulatie vanaf 2013 is waargenomen, met in donkerblauw de meest recente gebieden. (Bron: WHO)(Klik op de figuur voor een vergroting)


Difteriepatiënt in België

De Belgische autoriteiten meldden een toxigene difterie bij een ongevaccineerd kind van 3 jaar in de regio Antwerpen. Het kind is ondanks toediening van specifiek anti-difterie immuunglobuline aan de gevolgen van hartfalen overleden. Het kind kwam oorspronkelijk uit Rusland. Onduidelijk is wat de bron van de infectie is. Vorig jaar werd in juni toxigene difterie gemeld in Spanje bij een ongevaccineerd kind van 6 jaar in de regio rond Barcelona. Het Spaanse kind was niet gevaccineerd vanwege een kritische houding van de ouders ten aanzien van vaccinatie. (Bron: ProMed)

Atypische Neisseria meningitidis-groep W-infecties in Verenigd Koninkrijk

In het Verenigd Koninkrijk (VK) is de laatste jaren een stijging van het aantal patiënten met meningokokkose veroorzaakt door Neisseria meningitidis-serogroep W (MenW meningokokken groep W (meningokokken groep W)), waarbij vooral het hypervirulente klonaal complex 11 toenam. Van juli 2015 tot januari 2016 zijn er in het VK 15 ziektegevallen met deze serogroep beschreven in voorheen gezonde adolescenten. MenW staat bekend om een atypische ziektepresentatie met pneumonie, septische artritis, endocarditis en epiglottitis of supraglottitis. Zeven van de 15 patiënten hadden echter klachten van misselijkheid, braken en diarree. Dit is verontrustend omdat door deze atypische klachten de kans op tijdige behandeling afneemt. Negen van de 15 patiënten overleden. Eenzelfde trend van toename van het klonaal complex 11 met ongebruikelijke gastro-intestinale klachten bij MenW wordt gezien in Zuid-Amerika. Er zijn aanwijzingen dat deze atypische klachten ook kunnen voorkomen bij volwassenen met MenW. In Nederland zien we de laatste maanden een toename van MenW-subtype P1.5,2. Dit subtype is geassocieerd met het klonaal complex 11. In Nederland wordt MenW tot nu toe vooral bij volwassenen en ouderen gezien. (Bronnen: Eurosurveillance, Journal of Infection)

Uitbraak Elizabethkingia anophelis-infecties in de Verenigde Staten

Vanaf 1 november 2015 tot 23 maart 2016 zijn er in de staat Wisconsin 58 patiënten en is in de staat Michigan 1 patiënt beschreven met een bacteriële infectie veroorzaakt door Elizabethkingia anophelis. Normaal zijn er in de Verenigde Staten (VS Verenigde Staten (Verenigde Staten)) 5-10 patiënten met deze infectie per jaar. De meeste patienten zijn ouder dan 65 jaar en hebben een onderliggende ziekte. Een aantal patiënten lijkt de bacterie te hebben opgelopen in het ziekenhuis. Er zijn 17 patiënten overleden. Het is nog onbekend of dit door directe gevolgen van de infectie of door een onderliggende ziekte kwam. Het Centers for Disease Control and Prevention (CDC Centers for Disease Control and Prevention (Centers for Disease Control and Prevention)) heeft verschillende bronnen onderzocht, maar heeft de bron van de infectie nog niet gevonden. De patiënten kennen elkaar niet en er zijn geen clusters gevonden. Het is onwaarschijnlijk dat de bron een mug is vanwege de tijd van het jaar en de noordelijke ligging van deze staten. De bacterie Elizabethkingia anophelis is een gramnegatieve staaf en werd in 2011 voor het eerst geïsoleerd uit de darm van de mug Anopheles gambiae, vandaar de naam. De bacterie wordt ook gevonden in water en grond. Elizabethkingia anophelis is normaal gesproken ongevaarlijk voor de mens. Het kan echter meningitis in pasgeboren baby’s veroorzaken en een bacteriemie in ouderen of immuungecompromitteerde patiënten. Eerdere uitbraken in de VS waren klein en ontstonden vanuit gecontamineerd water in ziekenhuizen. Onderzoek naar het genoom van Elizabethkingia anophelis laat zien dat de bacterie virulentiefactoren bevat die het centraal zenuwstelsel kunnen binnentreden. Daarnaast zijn er gevallen beschreven van verticale transmissie van moeder op kind. (Bronnen: ProMed, CDC)

Auteur

P. Bijkerk, Centrum Infectieziektebestrijding, RIVM, Bilthoven

Correspondentie

Paul.bijkerk@rivm.nl