1. Inleiding
De Werkgroep Infectie Preventie (WIP (Werkgroep Infectiepreventie)) is weggevallen. Daardoor zijn veel richtlijnen voor de thuiszorg al meer dan 10 jaar niet herzien. Voor thuiszorgmedewerkers (zowel verpleegkundigen, verzorgenden als huishoudelijk medewerkers) is het nu soms onduidelijk hoe zij goed om moeten gaan met infectiepreventie. Het Landelijk Centrum voor Hygiëne en Veiligheid (LCHV (Landelijk Centrum Hygiëne en Veiligheid)) heeft vijf tijdelijke hygiëneadviezen gemaakt om de thuiszorgmedewerker te ondersteunen in de juiste hygiënische werkwijze. Het zijn dus uitdrukkelijk geen richtlijnen, maar deze adviezen:
- handhygiëne,
- persoonlijke hygiëne,
- persoonlijke beschermingsmiddelen,
- reiniging & desinfectie, en
- MRSA (Methicilline-resistente Staphylococcus aureus)/BRMO (bijzonder resistente micro-organismen).
De adviezen zijn besproken met de doelgroep. Wat de status van deze tijdelijke hygiëneadviezen zal zijn bij de start van het Samenwerkingsverband Richtlijnen Infectiepreventie (SRI), als opvolger van de WIP, zal dan worden bepaald.
1.1 Doel
Wie zich goed houdt aan de hygiëneadviezen, maakt het risico op overdracht van (ziekmakende) micro-organismen kleiner. Daarmee bescherm je cliënten en medewerkers.
1.2 Voor wie zijn deze hygiëneadviezen?
De hygiëneadviezen zijn voor iedereen die werkt in de thuiszorg. Onder ‘thuiszorg’ vallen thuiszorg, wijkzorg en wijkverpleging. Deze woorden worden vaak door elkaar gebruikt.
2. Handhygiëne
Een goede handhygiëne maakt de kans op overdracht van micro-organismen kleiner. De meeste ziekteverwekkers worden via de handen verspreid. Van medewerkers naar cliënten en hun directe omgeving, en omgekeerd. Thuiszorgmedewerkers doen veel zorghandelingen achter elkaar. Daarom is het belangrijk om op de juiste momenten goede handhygiëne toe te passen. Deze juiste handelingen en momenten komen uitgebreid aan bod in dit hygiëneadvies.
2.1 Definities
In deze tekst betekenen deze termen:
Infectiepreventie |
Alle handelingen die je uitvoert om infecties en verspreiding hiervan te voorkomen. |
Handhygiëne |
De handelingen om de micro-organismen van de handen te verwijderen. Dit kan door handalcohol of water, zeep en een (papieren) handdoek. |
Handreiniging (=handen wassen) |
Het verwijderen van vuil en micro-organismen van de handen. De handen wassen met stromend water en vloeibare zeep en afdrogen met een (papieren) handdoek. |
Handdesinfectie |
Handen inwrijven met handalcohol uit een flacon*. Daarmee dood je de micro-organismen op je huid. Dit kun je doen als:
|
Handdesinfectans |
Een handalcohol die door het Ctgb (Board for the Authorisation of Plant Protection Products and Biocides)** is toegelaten. Wrijf je handen hiermee in. Daardoor dood je de micro-organismen op de handen. Aan handalcohol is een stof toegevoegd die je huid verzorgt. |
* Flacon: kunststof fles met een pompje of een klein flesje met een duwdop.
** Ctgb: College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden. Centrale databank voor toegelaten middelen in Nederland.
2.2 Keuze handreiniging en/of handdesinfectie
Wat |
Wanneer |
Waarmee |
Handreiniging |
Zichtbaar vuil, plakkerig, nat of na toiletbezoek |
Water en zeep |
Handdesinfectie |
Niet zichtbaar vuil |
Handalcohol |
Handreiniging
Was de handen met water en zeep wanneer ze zichtbaar vuil zijn, plakkerig aanvoelen, nat zijn of wanneer je zelf naar het toilet bent gegaan. Handalcohol werkt hier niet. Handalcohol desinfecteert je handen maar verwijdert geen vuil.
Handdesinfectie
Wanneer de handen niet zichtbaar vuil zijn, kun je ze desinfecteren met handalcohol. Dit heeft een aantal voordelen. Het is minder belastend voor de huid. Ook kun je het ter plekke gebruiken, zonder een wastafel. Dat bespaart tijd.
Handdesinfectie is niet nodig na handreiniging. Het belast de huid onnodig extra. Volgens de ARBO (Arbeidsomstandigheden)-wet moet de werkgever ervoor zorgen dat handalcohol beschikbaar is voor thuiszorgmedewerkers.
2.3 Handen wassen in stappen
Doorloop de volgende stappen voor het handenwassen:
- Maak je handen nat.
- Doe vloeibare zeep op je handen.
- Wrijf de zeep minimaal 10 seconden goed uit. Ook op je duimen, vingertoppen, polsen en de huid tussen je vingers.
- Spoel de zeep af.
- Droog je handen en polsen af. Doe dit liefst met een papieren handdoek of keukenrol. Pak anders een schone stoffen handdoek.
Raak de kraan bij het dichtdraaien niet meer aan met je handen. Gebruik desnoods je handdoek of een stuk keukenrol om hem dicht te draaien.
2.4 Handen desinfecteren in stappen
- Zorg dat je handen droog zijn. Vocht maakt het desinfecterende middel dunner. Daardoor werkt het veel minder.
- Neem zo veel handalcohol dat het kuiltje van je hand vol is.
- Wrijf je handen hier helemaal mee in. Ook je duimen, vingertoppen, polsen en de huid tussen je vingers.
- Blijf het middel uitwrijven tot alles is opgedroogd. Pas dan zijn de ziekteverwekkers gedood.
Was of ontsmet je handen zoals in de figuur. Vergeet je polsen niet!
2.5 Handhygiëne: wanneer
Wanneer |
Of ook |
Voor contact met de cliënt |
Woning in/voor aanvang zorghandelingen |
Na contact met de cliënt |
Woning uit |
Na contact met de omgeving van de cliënt |
Woning uit |
Voor schone/steriele handelingen |
Voor schoon ( bijv. maken van eten) |
Na contact met lichaamsvloeistoffen |
Na vies (bijv. contact met afval) |
2.6 Handhygiëne: waarmee
|
Zeep |
Handdoek |
Handalcohol |
1e keus |
Vloeibare zeep |
Schone handdoek, alleen voor de zorghandelingen |
Flacon bij cliënt (vooral bij chronische zorg) |
2e keus |
Vloeibaar afwasmiddel |
Keukenrol |
Zakflacon bij medewerker |
3e keus |
Alleen water |
Toiletpapier |
Flacon in auto/tas medewerker |
3. Persoonlijke hygiëne
Een goede persoonlijke hygiëne maakt de kans op overdracht van micro-organismen kleiner. Zowel van medewerkers naar cliënten en hun directe omgeving als omgekeerd. Daarmee wordt ook de kans op infecties kleiner bij medewerkers en cliënten.
3.1 Definities
In deze tekst betekenen deze termen:
Cliëntgebonden werkzaamheden |
Werkzaamheden met direct cliëntcontact. Zooals de verzorging van een cliënt of therapeutische handelingen (bijvoorbeeld toedienen oogdruppels en aantrekken steunkousen). Sociaal contact valt hier niet onder; zie verder in de tabel. |
Dienstkleding |
Werkkleding die je van de werkgever krijgt. |
Persoonlijke hygiëne |
De persoonlijke verzorging van de medewerker die beschermt tegen infecties. |
Sieraden |
Sieraden aan handen en polsen zoals (trouw)ringen, armbanden en horloges. |
Sociaal contact |
Contact met de cliënt zonder cliëntgebonden werkzaamheden. Er kan direct cliëntcontact zijn, bijvoorbeeld het geven van een hand. |
Werkkleding |
Eigen kleding die voldoet aan de voorgeschreven eisen door de werkgever. Deze kleding draag je tijdens werktijd. Werkkleding:
|
Lichaamsvloeistoffen |
Bloed, urine, ontlasting en sputum, etc. Of stoffen waar lichaamsvloeistoffen zitten, zoals bloed in water. |
Mogelijk besmet materiaal |
Materiaal dat mogelijk besmet is met lichaamsvloeistoffen, bijvoorbeeld incontinentiemateriaal en beddengoed. |
3.2 Uitvoering
Soorten werkkleding
|
|
Eisen werkkleding |
|
Werkkleding dragen |
|
Schoeisel dragen |
|
Haren |
|
Nagels |
|
Sieraden |
|
Hygiëne voor hoesten, snuiten en naar toilet gaan |
|
Eten, drinken en medicijnen
|
|
Telefoon en tablet |
|
Infecties melden |
|
4. Persoonlijke beschermingsmiddelen
Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM (persoonlijke beschermingsmiddelen)) gebruik je wanneer je verwacht dat je in contact kan komen met lichaamsvochten. En ook bij aanvullende maatregelen zoals bij MRSA (Methicilline-resistente Staphylococcus aureus) en BRMO (bijzonder resistente micro-organismen). Hier leggen we uit hoe je de PBM kunt gebruiken. Ook lees je hoe je deze het beste aan en uit kunt doen, zonder jezelf of de omgeving (alsnog) te besmetten.
De werkgever, ofwel de organisatie waarvoor de thuiszorgmedewerker werkt, is volgens de Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet) verplicht om te zorgen voor voldoende PBM op de werkplek. Deze PBM moeten ook aan de gestelde eisen voldoen ( verwoord in verordening (EU (Europese Unie)) 2016/425, 9 maart 2016 ). Verdere informatie over eisen staat ook in de LCHV-richtlijn ‘Hygiënerichtlijn voor verpleeghuizen, woonzorgcentra en kleinschalig wonen’.
4.1 Definities
In deze tekst betekenen deze termen:
Werkkleding |
Kleding die je tijdens het werk draagt en die is voorgeschreven door je werkgever. Werkkleding kan dienstkleding zijn en/of eigen kleding die ook aan de eisen (zie ook paragraaf 3.2 ) voldoet. |
Beschermende kleding |
Kleding die je over je eigen kleding of dienstkleding draagt. Deze kleding heeft het doel verontreiniging van eigen of dienstkleding te voorkomen, net als de overdracht van micro-organismen. |
Cliëntgebonden werkzaamheden |
Werkzaamheden met direct cliëntencontact zoals de verzorging van een cliënt, bed opmaken of therapeutische handelingen (bijv. aantrekken steunkousen). Onder cliëntgebonden werkzaamheden valt niet het geven van een hand. |
Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM (persoonlijke beschermingsmiddelen)) |
Middelen en materialen die besmetting van de medewerker voorkomen, maar ook de overdracht van micro-organismen via de medewerker. Het gaat om:
(Plastic beschermhoesjes voor schoenen vallen niet onder de PBM, omdat deze het besmettingsrisico niet kleiner maken. Ze kunnen wel gedragen worden om natte schoenen te voorkomen, bij bijvoorbeeld een douchebeurt.) |
Mogelijk (potentieel) besmet materiaal |
Lichaamsvloeistoffen zoals bloed, urine, sputum, ontlasting en speeksel. Of stoffen met lichaamsvloeistoffen zoals bloed in water. |
Aanvullende maatregelen |
Het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen op indicatie bij cliënten met MRSA (Methicilline-resistente Staphylococcus aureus), BRMO (bijzonder resistente micro-organismen) of met een bepaalde infectie zoals het NORO-virus. Deze term vervangt de term isolatie, wat in de thuiszorg meestal niet van toepassing is. |
4.2 Gebruik handschoenen (niet steriel)
Functie |
|
Indicatie |
|
Eisen |
|
Hoe gebruiken |
|
Uitdoen handschoenen |
|
4.3 Gebruik beschermende kleding
Functie |
|
Indicatie |
|
Na gebruik |
|
4.4. Gebruik ademhalingsbeschermingsmasker (FFP1 en FFP2)
Functie |
|
Indicatie |
|
Na gebruik |
|
4.5 Gebruik chirurgisch mondneusmasker en spatbril
Functie |
|
Indicatie |
|
Na gebruik |
|
4.6 Gebruik combinatie van PBM
Functie |
|
Indicatie |
|
Na gebruik |
Pas daarna handhygiëne toe. |
5. Reiniging en desinfectie
Dit hoofdstuk gaat over de schoonmaak en desinfectie van zowel verpleegkundig materiaal als van de woning zelf. Uitgangspunt is dat de verpleegkundige of verzorgende reiniging en desinfectie van het verpleegkundig materiaal verzorgt en dat de huishoudelijk medewerker de schoonmaak en eventueel desinfectie van het interieur verzorgt.
In veel situaties is alleen reinigen voldoende. Wanneer het gaat om besmettelijke infectieziekten is soms desinfectie nodig. Overleg dit met een deskundige infectiepreventie en/of de GGD (Gemeentelijke Gezondheidsdienst).
Desinfectiemiddelen hebben geen reinigende werking. Dat wil zeggen dat met deze middelen geen zichtbaar vuil verwijderd kan worden. Als er vuil aanwezig is, werkt het desinfectans ook minder goed. Daarom moet vóór desinfectie het oppervlak altijd eerst gereinigd worden.
5.1 Definities
In deze tekst betekenen deze termen:
Reinigen/schoonmaken |
Het verwijderen van zichtbaar en onzichtbaar vuil. Om te voorkomen dat micro-organismen zoals bacteriën en virussen in leven blijven en zich vermeerderen. |
Desinfecteren |
Het aantal micro-organismen sterk verlagen; niet alle micro-organismen worden per definitie gedood. |
Mogelijk besmet materiaal |
Lichaamsvochten zoals bloed, urine, ontlasting, braaksel en sputum of stoffen met lichaamsvochten zoals bloed in water. |
5.2 Werkwijze
Algemene uitgangspunten
- Niet desinfecteren als reinigen voldoende is.
- Reinig van schoon naar vuil. Gebruik bij overgang van vuil naar schoon nieuw/schoon materiaal (doek).
- Reinig van boven naar beneden.
- Reinig droog wat droog gereinigd kan worden (losliggend vuil).
- Altijd reiniging vóór desinfectie.
- Desinfecteer niet met een chemisch middel als het ook in de wasmachine kan (thermische desinfectie).
- Gebruik bij voorkeur alcohol (70-80%), toegelaten door het Ctgb (Board for the Authorisation of Plant Protection Products and Biocides) (=College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden). Dit is herkenbaar aan een 5- of 7- cijferig N-nummer op het etiket. Verdere informatie staat in de LCHV-richtlijn ‘verpleeghuizen’.
Wanneer reinigen en desinfecteren van materialen
Reinig vóór: |
Gebruik van materiaal dat zichtbaar vies is Voorbeeld: vieze waskom, vieze schaar |
Desinfectie van materialen of oppervlakken Voorbeeld: schaar met bloed, gebruikte po |
|
Reinig na: |
Zichtbare bevuiling Voorbeeld: vieze waskom, vieze schaar |
Gebruik bij cliënt als het daarna gebruikt wordt/kan worden bij een volgende cliënt Voorbeeld: vieze stethoscoop, vieze telefoon |
Desinfecteer vóór: |
Gebruik bij cliënt in aanraking met slijmvliezen Voorbeeld: handen voor oog druppelen, aansluiten urinezak |
Materiaal gebruikt bij wondzorg Voorbeeld: schaar voor knippen wondmateriaal |
|
Omgang met steriele systemen Voorbeeld: aansluiten infuuszak, aanprikken infuuszak |
|
Desinfecteer na: |
|
Contact met lichaamsvochten zoals bloed, ontlasting en urine Voorbeeld: po, pincet |
Uitvoering reiniging
Losliggend vuil |
Afhankelijk van hoe veel en hoe groot vuil, stofwissen, verwijderen met stoffer en blik. |
Gebruik reinigingsmiddel |
Gebruik altijd de aangegeven concentratie van een reinigingsmiddel, zoals op de verpakking staat. Gebruik geen reinigingsmiddel in combinatie met een microvezel. |
Gehecht vuil en/of natte vlekken |
|
Frequentie reiniging |
|
Gebruikte materialen |
|
Uitvoering desinfectie
5.3 Omgang en reiniging communicatieapparatuur en toegangsmiddelen
Gebruik van telefoons, tablets en sleutels/druppels/toegangspassen is niet meer weg te denken uit de zorg. Het biedt flexibiliteit en een optimale inzet van tijd en communicatie. Telefoons en toegangsmiddelen draag je echter ook tijdens zorgmomenten, en indien nodig tijdens zorgcontact. Dat betekent dat deze materialen besmet kunnen raken met mogelijk besmet materiaal zoals lichaamsvochten. Zonder reiniging, kunnen micro-organismen zich makkelijk via deze materialen verspreiden en bij jezelf en anderen terechtkomen. Desinfectie van deze materialen/apparatuur is vaak niet mogelijk, omdat met name telefoons en tablets hier niet tegen kunnen. Vandaar dat alleen reiniging is aangewezen. Als je goed reinigt, wordt het grootste deel van de vervuiling en micro-organismen verwijderd.
Afhankelijk van het type apparatuur is het toepassen van een folie over het scherm soms wel mogelijk. Dan is desinfectie wel mogelijk. De folie vervangt hierbij dus niet het reinigen en desinfecteren.
Dit advies beschrijft de maatregelen die je moet nemen om verspreiding van micro-organismen via communicatieapparatuur en toegangsmiddelen te voorkomen.
Definities
Mobiele communicatieapparatuur |
Apparatuur die tijdens het werk wordt gebruikt zoals telefoons en tablets. |
Toegangsmiddelen |
Middelen en materialen die de medeweker toegang geven tot een ruimte of kast zoals sleutels, druppels en toegangspasjes. |
(Mogelijk) besmet materiaal |
Lichaamsvochten zoals bloed, urine, ontlasting en sputum of stoffen met lichaamsvochten zoals bloed in water. |
Benodigdheden
- Klamvochtige (microvezel)doek, bij voorkeur wegwerp. Gebruik anders vochtige keukenrol.
- Eventueel alcohol 70%.
Werkwijze
Wanneer gebruiken |
|
Indien toch gebruikt bij intensieve zorg en isolatie |
|
Altijd reiniging |
|
Bescherming communicatieapparatuur |
|
6. MRSA/BRMO
Hier wordt beschreven welke maatregelen je moet nemen in een woning van een MRSA (Methicilline-resistente Staphylococcus aureus)- of BRMO (bijzonder resistente micro-organismen)-positieve cliënt. Door zowel de zorgmedewerker als de huishoudelijk medewerker van de thuiszorg. Omdat deze maatregelen van toepassing zijn bij positieve kweken, wordt geadviseerd om in overleg met de behandelaar periodiek controlekweken uit te voeren. Aan de hand van landelijke richtlijnen kan bij negatieve kweken worden besloten om de aanvullende maatregelen te beëindigen.
6.1 Definities
In deze tekst wordt onder deze termen het volgende verstaan:
MRSA (Methicilline-resistente Staphylococcus aureus) |
Meticillineresistente Staphylococcus aureus |
BRMO (bijzonder resistente micro-organismen) |
Bijzonder resistente micro-organismen |
Besmette omgeving |
De ruimte waarvan men mag verwachten dat hier MRSA of een BRMO aanwezig is en van hieruit verspreid kan worden. |
6.2 MRSA, uitvoering zorgmedewerker
Medewerkers |
|
Ruimte |
|
Te gebruiken materialen |
|
Vóór betreden besmette omgeving |
|
Wassen, wondzorg, verschonen incontinentiemateriaal |
|
Mee terug te nemen materialen |
|
Vóór verlaten besmette omgeving |
|
Wasgoed |
|
Gebruikt serviesgoed |
|
Schoonmaak- werkzaamheden |
|
Bijzonderheden |
|
6.3 BRMO, uitvoering zorgmedewerker
Medewerkers |
|
Ruimte |
|
Te gebruiken materialen |
|
Vóór betreden besmette omgeving |
|
Wassen, wondzorg, verschonen incontinentiemateriaal |
|
Mee terug te nemen materialen |
|
Vóór verlaten besmette omgeving |
|
Wasgoed |
|
Gebruikt serviesgoed |
|
Schoonmaakwerkzaamheden |
|
Bijzonderheden |
|
6.4 Schema beschermingsmaatregelen bij MRSA en BRMO
Indicatie |
Handschoenen |
Halterschort |
Schort lange mouwen |
Mondneusmasker |
MRSA (Methicilline-resistente Staphylococcus aureus)1 |
Ja |
Nee |
Ja |
Ja (chirurgisch) |
Enterobacteriaceae (incl. ESBL (Extended spectrum beta-lactamases), excl. CPE (Carbapenemase-producerende enterobacterales)) |
Ja |
Ja |
Nee |
Nee |
CPE |
Ja |
Nee |
Ja |
Nee |
Acinetobacter species |
Ja |
Nee |
Ja |
Nee |
Pseudomonas aeruginosa |
Ja |
Ja |
Nee |
Nee |
Stenotrophomonas maltophilia |
Ja |
Ja |
Nee |
Nee |
Streptococcus pneumoniae (PRP) |
Ja |
Ja |
Nee |
Ja (FFP1) |
Enterococcus faecium (VRE (vacomicineresistente enterokok)) |
Ja |
Ja |
Nee |
Nee |
7. Verantwoording
De hygiëneadviezen voor de thuiszorg zijn opgesteld door het LCHV (Landelijk Centrum Hygiëne en Veiligheid), Anke Swinkels ( GGD (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) Kennemerland) en Charlotte Michels ( CareB4) in samenspraak met afgevaardigden van o.a. thuiszorg, GGD’en, landelijk platform BRMO (bijzonder resistente micro-organismen), V&VN (Verpleegkundigen en Verzorgenden Nederland) en deskundigen infectiepreventie werkzaam voor de thuiszorg. Gepubliceerd september 2019.
Wijzigingen sinds publicatie:
- Maart 2020: de NEN (Nederlandse norm)-norm EN 420 voor handschoenen is komen te vervallen.