A.H.E. Roukens, A.M.L. Oude Lashof Vrije tijd wordt door vele Nederlanders besteed aan hobby’s en activiteiten zowel binnenshuis als in de vrije natuur. Mensen met onderliggende afweerstoornissen zijn hierin niet uitgezonderd. Reizen naar het buitenland wordt in het algemeen geassocieerd met een verhoogde kans op (bijvoorbeeld tropische) infecties, maar ook de vrijetijdsbesteding in eigen land kan leiden tot het oplopen van diverse infecties, die bij mensen met afweerstoornissen ernstiger kunnen verlopen.
Mensen die vissen houden en behandeld worden met
immunosupressiva, en daardoor een verminderde cellulaire afweer
hebben, moeten oppassen met het schoonmaken van aquaria en vijvers.
In deze waterrijke omgeving kan Mycobacterium marinum, ook
wel bekend als fish tank- of swimming
pool-granuloma, voor een huidinfectie zorgen die bij
immunogecompromitteerde mensen ernstiger kan verlopen dan bij
immunocompetente mensen.
Om Q-koorts op te lopen is het niet noodzakelijk om direct contact
te hebben met een geïnfecteerd dier, wonen in een gebied waar een
uitbraak plaatsvindt is al voldoende. De Q-koortsepidemie in het
zuiden van het land treft natuurlijk ook immunogecompromitteerde
patiënten. Er zijn aanwijzingen dat Q-koorts vaker tot infecties
leidt bij hivpositieve patiënten en ook dat zwangeren een grotere
kans op infectie hebben. Patiënten met hartklepgebreken lopen niet
alleen bij tandheelkundige ingrepen een verhoogde kans op een
endocarditis, ook hebben ze een grotere kans om tijdens een
Q-koorts epidemie een kweeknegatieve – en dus moeilijker te
diagnosticeren – endocarditis met Q-koorts op te lopen.
Zo zijn er tal van voorbeelden van zoönosen die voor mensen met
afweerstoornissen gevaarlijker zijn dan voor de immunocompetente
bevolking.
Natuurlijk zijn er ook andere recreationele omstandigheden waarin
men kans loopt op infecties die bij mensen met afweerstoornissen
vaak ernstiger verlopen. Buitensporten waarbij verwondingen
optreden kunnen leiden tot een tetanusinfectie, bloed-bloedcontact
tijdens sporten geeft een grotere kans op een ernstig verlopende
hepatitis B- of C-infectie. Het eten van onvoldoende verhit vlees
tijdens een barbecue kan zorgen voor een Campylobacter- of
Salmonella-infectie die bij immunogecompromitteerde mensen
sneller tot een bacteriemie kan leiden. Saunabezoek met een grotere
kans op een ernstig verlopende Legionella-infectie, en
onbeschermd seksueel contact dat natuurlijk uiteindelijk kan leiden
tot een afweerstoornis, maar ook tot een gecompliceerde
Chlamydia-infectie of gonorroe; het zijn allemaal
voorbeelden van infecties die opgelopen kunnen worden tijdens de
vrijetijdsbesteding.
De hoogte van het risico op infectie bij immuno-gecompromitteerde
mensen kan worden ingedeeld naar onderliggende afweerstoornis. De
term ‘afweerstoornissen’ is echter heel breed: het varieert van het
lijden aan diabetes mellitus of hiv (humaan immunodeficientievirus) tot het gebruik van
afweeronderdrukkende medicijnen of en het hebben ondergaan van een
allogene beenmergtransplantatie.
• een defect in de natuurlijke barrières (aspecifieke afweer) zoals
huid, mucosa en maagzuur leidt tot een hogere kans op
staphylococceninfecties van de huid, een gastro-enteritis of een
Salmonella-infectie.
• een stoornis in de humorale afweer, waarbij er een te kort is aan
immunoglobulines, leidt tot een grotere kans op sinusitis,
pneumonie, meningitis en bacteriemie. Deze infecties worden
voornamelijk veroorzaakt door gekapselde bacteriën zoals
Streptococcus pneumoniae en Haemophilus
influenzae.
• defecten in de cellulaire afweer, een tekort aan functionerende
T-cellen, kunnen leiden tot virale infecties, infecties met
intracellulaire micro-organismen zoals tuberculose,
Legionella of Salmonella, opportunistische
schimmelinfecties en parasitaire infecties.
• defecten in (functie van) granulocyten geeft een grotere kans op
ernstige sepsis met pyogene bacteriën maar ook ernstige
schimmelinfecties.
Kortom, tijdens recreatie in Nederland lopen mensen met
afweerstoornissen kans op infectieziekten die bij hen vaak een
gecompliceerd beloop hebben.
Auteurs
A.H.E. Roukens1, A. M.L. Oude Lashof2,
1. Leids Universitair Medisch Centrum, afdeling Interne geneeskunde, Leiden
2. Maastricht Universitair Medisch Centrum, afdeling Medische microbiologie, Maastricht
Correspondentie: