M. Tromp
Op 12 juni 2009 vertrok een cruiseschip vanuit de
Arubaanse cruisehaven voor haar wekelijkse rondreis door het
Caribisch gebied. Op 13 juni meldde de arts aan boord 5
vermoedelijke gevallen van influenza A(H1N1) 2009 aan de
epidemioloog op Curaçao. Bij aankomst op Curaçao werden van alle 5
patiënten monsters afgenomen en naar Nederland gestuurd voor
bevestiging. Het reisschema werd aangepast en in de thuishaven op
Aruba, waar op dat moment geen gevallen van A(H1N1) bekend waren,
werd het schip met de nodige voorzorgsmaatregelen ontvangen. De
toerismesector is de belangrijkste bron van inkomsten voor het
eiland. Gezien de beperkte capaciteit aan wal werd besloten het
schip zelf als quarantainelocatie te gebruiken. Deze uitbraak heeft
11% van de bemanning en 1 passagier besmet. De geïsoleerde
patiënten werden gedurende 3 dagen gevolgd en de bemanning werd
geïmmuniseerd met het seizoensvaccin tegen influenza dat op dat
moment op het eiland beschikbaar was. Na ontsmetting kon het schip
op 26 juni zijn cruise weer hervatten.
Cruises vanaf Aruba
Vanuit de haven van Aruba vertrekken
wekelijks cruiseschepen voor een rondtocht door het Caribisch
gebied. In 2009 heeft Aruba in totaal 327 cruiseschepen kunnen
ontvangen met een totaal van 606.768 toeristen (CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek), 2009). Per
jaar ontvangt Aruba meer dan 1.4 miljoen toeristen waarvan 75%
afkomstig is vanuit de Verenigde Staten (CBS, 2010). Met een totaal
van ruim 700 passagiers en bijna 500 bemanningsleden is het schip
in deze casus relatief klein. Sommige schepen tellen wel 2000
passagiers. Het turnaroundmoment van het cruiseschip vindt plaats
in de haven van Aruba. Dit betekent dat zowel de toeristen als de
bemanning van het schip wekelijks op Aruba worden verwisseld. Het
schip bezoekt in de regio naast Aruba de eilanden Curaçao, Isla de
Margarita, Grenada, Barbados en St. Lucia.
Toerisme is voor Aruba de belangrijkste bron van inkomsten.
Uitbraken van infectieziekten vormen dan ook een bedreiging voor de
economie van Aruba. De grieppandemie van het influenza A
(H1N1)-virus heeft ook zijn impact gehad op Aruba, zeker onder de
passagiers en bemanning van het cruiseschip dat in deze casus
centraal staat.
De reis
Op 12 juni 2009 vertrok het cruisschip vanuit de
Arubaanse cruisehaven, de Paardenbaai (‘waf chikito’) te
Oranjestad. Op 13 juni meldde de arts aan boord 5 vermoedelijke
gevallen van influenza A(H1N1) aan de epidemioloog op Curaçao. Op
Curaçao werden van alle 5 patiënten monsters afgenomen en naar
Nederland gestuurd voor laboratoriumbevestiging. De arts
informeerde de kapitein die vervolgens bij aankomst in de eerst-
volgende haven de vermoedelijke gevallen van influenza A(H1N1)
meldde. Als gevolg hiervan hebben alle havens in het vaarschema
niet het risico genomen om het schip te ontvangen. Dit vanwege de
kleine capaciteit van deze eilanden om met een lokale H1N1-uitbraak
om te gaan. De PanAmerican Health Oganisation (PAHO (Pan American Health Organization)) op Barbados
gaf de melding op 16 juni door aan de epidemioloog van de Public
Health Emergency of International Concern (PHEIC (Public Health Emergency of International Concern)) op Aruba.
Het cruiseschip voer op 18 juni naar Isla Margarita in plaats van
St. Lucia. Met ondersteuning van de PAHO werden op Isla Margarita
de passagiers van Latijns-Amerikaanse afkomst van het schip gehaald
voor medische opvang. Aruba ving de overige passagiers en
bemanningsleden op en nam maatregelen om het schip te ontsmetten.
Gevolgd beleid
Om de veiligheid van de passagiers en bemanning van
het cruiseschip evenals de algehele toerisme sector en bevolking
van Aruba te kunnen waarborgen heeft de Directie Volksgezondheid
(DVG) de beleidsmaatregelen toegepast volgens de International
Health Regulations (IHR (International Health Regulations) 2005) en het National Influenza
Preparedness Plan 2009 in overleg en samenwerking met alle
betrokken ministeries, diensten en belanghebbenden.
Maatregelen na aankomst
Omdat Aruba op dat moment geen bevestigde gevallen
had van influenza A(H1N1) en de toerismesector zeer gevoelig is
voor deze situatie nam de DVG samen met de minister Volksgezondheid
en minister van Toerisme de beslissing om dit schip met de nodige
maatregelen te ontvangen. Gezien de kleinschalige capaciteit voor
het opvangen en isoleren van besmettelijke patiënten op het eiland
zelf besloot de DVG, samen met de brandweer, om het schip als
quarantainelocatie te gebruiken. De gezonde passagiers en
bemanningsleden werden van het schip gehaald om hun verdere reis
naar huis te maken. Dit gebeurde volgens een screeningsprocedure op
basis van de officiële WHO (World Health Organization
)-definitie voor koorts, droge hoest en
keelpijn. Deze procedure werd gecoördineerd door de Dienst
besmettelijke ziekten en de epidemioloog van Aruba in samenwerking
met het Rode Kruis, het Medische Instituut San Nicolas, de
brandweer en de politie van Aruba. Daarnaast verzocht de DVG de
PAHO om ondersteuning van een epidemioloog met ervaring op dit
gebied. Hij stond de epidemioloog van Aruba gedurende deze
procedures bij en gaf waar nodig advies en technische ondersteuning
gegeven.
De geïsoleerde patiënten werden gevolgd gedurende 3 dagen en de
bemanningsleden werden geïmmuniseerd met het seizoensgriepvaccin
dat op dat moment op het eiland beschikbaar was. Het schip werd
door een internationaal bedrijf ontsmet onder toezicht van de
Hygiënische dienst van de DVG en een verklaring hiervan voor het
uitvaren werd door de DVG op 24 juni afgegeven. Op 26 juni kon het
schip haar cruise weer hervatten.
Overzicht ziektegevallen
De uitbraak van influenza A(H1N1) op het
cruiseschip was volgens het logboek van de arts al in week 21 en 22
(eind mei /begin juni 2009) onder de bemanning begonnen. Door de
strenge isolatiemaatregelen die meteen door de arts aan boord
werden genomen, werd het aantal nieuwe patiënten beperkt. In totaal
zijn er 66 patiënten met een acute respiratory illness (ARI (acute respiratoire infectie)) gemeld
aan de arts aan boord waarvan bij 22 een monster werd afgenomen.
Hiervan waren 13 positief voor influenza A(H1N1) en 4 positief voor
een ander type influenza (seasonal influenza) en 5 waren negatief
voor influenza.
Economische belangen
Voor kleine eilanden die sterk economisch
afhankelijk zijn van de importindustrie en toerisme is het
belangrijk om te realiseren dat deze sectoren erg gevoelig zijn
voor een infectieziekte-uitbraak. Hiernaast kunnen de gevolgen
catastrofaal zijn voor de economie waarvan herstel maanden zou
kunnen duren met alle financiële consequenties. De DVG moet bij
infectieziektebestrijding rekening houden met de hierboven genoemde
sectoren. Het is een kwestie van goed overwegen voordat
beslissingen worden genomen op het gebied van de volksgezondheid en
welke gevolgen deze kunnen hebben voor andere sectoren.
Het cruiseschip is nog steeds operationeel en ondanks dit incident
hebben zij een toch toename van het aantal passagiers gekend door
hun goede ervaring en omgang met de Influenza A (H1N1)
uitbraak.
Conclusie
Toerisme is een van de belangrijkste, maar ook de
grootste, inkomstenbron van het eiland. Per jaar ontvangt Aruba
meer dan 1.4 miljoen toeristen. Bij het ontstaan van een uitbraak
zal dus de DVG zich niet alleen bezig houden met de
infectieziektebestrijding maar ook advies geven om hierdoor
maatregelen te kunnen treffen die niet schadelijk zijn voor andere
belangrijke sectoren.
Auteur
M. Tromp, Directie Volksgezondheid Aruba, hoofd afdeling Epidemiologie en Onderzoek
Correspondentie: