Overschrijdingen van arseen komen voor in verschillende typen gebieden (zand, klei) met verschillende soorten landgebruik (bos/natuur, landbouw). Met name in de rivierkleigebieden worden regelmatig hoge concentraties arseen gemeten, zowel in middeldiep als ondiep grondwater. Arseen komt van nature voor in de bodem en daarmee ook in het grondwater. De aanwezigheid van bepaalde geologische formaties en arseenhoudende mineralen hebben invloed op het natuurlijke achtergrondgehalte. Bodemprocessen die hier aan bijdragen zijn de reductie van ijzerhoudende lagen rond hoger gelegen gebieden (zoals stuwwallen), en pyrietoxidatie in mariene afzettingen, veenbodems en infiltratiegebieden van nitraat. In landelijk gebied is een relatief hoog arseengehalte bovendien toe te wijzen aan antropogene bronnen.
Inleiding
Het voorkomen van arseen in het grondwater is gerelateerd aan het voorkomen van pyriet of ijzeroer in de bodem. Arseen komt vrij bij reductie van ijzeroer en oxidatie van pyriet. Arseen komt via biochemische reacties vrij uit de natuurlijke ondergrond, vooral als neveneffect van uitspoeling van nitraat[1]. Verder komt arseen voor in dierlijke meststoffen[2]. Andere oorzaken van belasting van de bodem met arseen zijn atmosferische depositie en in het verleden (tot 1984) het gebruik van arseenverbindingen als bestrijdingsmiddel en aardappelloofdoder. Na het verbod op de toepassing van arseen in de landbouw is de belasting van de bodem sterk gedaald[3].
Tot 2000 nam de landelijke emissie van arseen naar de bodem af. Sindsdien is er weer een toename in de emissie van arseen naar de bodem. Tegenwoordig worden de grootste emissies naar de bodem gevonden in stedelijk gebied, met name in de randstad[4].
Toestand
Bij de ecodistrictsgroepen zijn in het ondiepe grondwater (ca. 10 meter diepte) de hoogste mediane arseenconcentraties gevonden in het zuidwestelijk zandgebied en de rivierkleigebieden.
Bij de homogene gebieden zijn in het ondiepe grondwater de hoogste mediane concentraties aanwezig in gras/maïs op rivierklei.
Bij de ecodistrictsgroepen worden in het middeldiepe grondwater (ca. 25 meter diepte) de hoogste mediane concentraties gevonden in de Peelhorst en oude rivierterrassen, het oostelijk dekzandgebied en de rivierkleigebieden.
Bij de homogene gebieden zijn in het middeldiepe grondwater de hoogste mediane concentraties aangetroffen in akkerbouw op zand. In gras/maïs op rivierklei en stedelijk gebied in hoog Nederland zijn eveneens hoge mediane concentraties arseen gemeten.
De gebruikte norm voor arseen is de drempelwaarde (zie Tabel 2 in Metingen: waar, wat en hoe?).
Bij verschillende ecodistrictsgroepen wordt in het ondiepe grondwater een flink aantal waarnemingen boven de norm aangetroffen. In de rivierkleigebieden, de beekdalcomplexen, het hoogveengebied en het zuidwestelijk zandgebied is ruim 10% van de waarnemingen boven de norm van 13,2 µg/l. In duinen en strandwallen is dit percentage overschrijdingen 20% (bij een norm van 18,7 µg/l). In het middeldiepe grondwater in de rivierkleigebieden is 21% van de waarnemingen boven de norm (13,2 µg/l). In mindere mate zijn er in het middeldiepe grondwater overschrijdingen in het hoogveengebied en de Peelhorst en oude rivierterrassen (10% bij een norm van 13,2 µg/l).
De homogene gebieden met de meeste waarnemingen boven de norm in het ondiepe grondwater zijn bos/natuur op duinzand en gras/maïs op rivierklei. In bos/natuur op duinzand zit 22% van de waarnemingen boven de norm (18,7 µg/l). In gras/maïs op rivierklei overschrijdt 14% van de waarnemingen de norm (13,2 µg/l). In het middeldiepe grondwater worden de meeste normoverschrijdingen aangetroffen in gras/maïs op rivierklei, 21% van de waarnemingen is boven de norm van 13,2 µg/l.
Kaarten, boxplots en tabellen
In de onderstaande uitklapschermen staan de kaarten, boxplots en tabellen voor arseen 2015-2018.
Ecodistrictgebieden
Kaart 1. Mediane arseenconcentratie per gebied in het ondiepe grondwater t.o.v. grondwaterkwaliteitsnorm, ecodistrictgebieden, 2015-2018.
Figuur 1. Spreiding van de mediane arseenconcentratie per gebied in het ondiepe grondwater, ecodistrictgebieden, 2015-2018.
Tabel 1. Statistische gegevens bij figuur 1.
Percentiel | 10% | 25% | 50% | 75% | 90% |
---|---|---|---|---|---|
1. duinen en strandwallen | 0,15 | 0,30 | 0,46 | 1,91 | 2,17 |
2. laagveengebieden | 0,10 | 0,58 | 1,02 | 1,81 | 3,50 |
3. polders en droogmakerijen | 0,10 | 0,32 | 0,45 | 2,83 | 5,60 |
4. zeekleigebieden | 0,10 | 0,36 | 0,68 | 2,56 | 5,84 |
5. rivierkleigebieden | 0,10 | 0,25 | 1,45 | 7,11 | 13,39 |
6. beekdalcomplexen | 0,41 | 1,00 | 1,21 | 7,06 | 7,70 |
7. hoogveengebied | 0,10 | 0,36 | 1,00 | 3,62 | 4,79 |
8. Gelderse Vallei en Veluwezoom | 0,16 | 0,49 | 0,66 | 1,04 | 1,19 |
9. oostelijk dekzandgebied met geïsoleerde stuwwallen | 0,10 | 0,29 | 0,89 | 4,76 | 8,39 |
10. keileemgebieden | 0,10 | 0,36 | 0,60 | 1,08 | 2,14 |
11. Utrechtse Heuvelrug en Veluwe | 0,10 | 0,19 | 0,28 | 0,84 | 1,74 |
12. Centrale Slenk | 0,19 | 0,37 | 0,91 | 1,84 | 3,79 |
13. zuidwestelijk zandgebied | 0,31 | 0,99 | 1,63 | 5,17 | 5,62 |
14. Peelhorst en oude rivierterrassen | 0,15 | 0,26 | 1,04 | 3,25 | 4,54 |
15. krijt- en lössgebied | 0,10 | 0,27 | 0,50 | 0,62 | 0,68 |
Tabel 2. Aanvullende data bij de mediane arseenconcentratie per gebied in het ondiepe grondwater, ecodistrictgebieden, 2015-2018.
Ecodistrictgroep | Aantal unieke filters | Aantal waarnemingen 2015-2018 | Rapportage-grens | Percentage waarnemingen onder de rapp. grens | Norm (µg/l) | Percentage waarnemingen boven de norm |
---|---|---|---|---|---|---|
1. duinen en strandwallen | 15 | 45 | <0.2 | 9 | 18,7 | 20 |
2. laagveengebieden | 27 | 59 | <0.2 | 8 | 18,7 | 0 |
3. polders en droogmakerijen | 17 | 32 | <0.2 | 22 | 18,7 | 0 |
4. zeekleigebieden | 41 | 70 | <0.2 | 20 | 18,7 | 2 |
5. rivierkleigebieden | 28 | 58 | <0.2 | 21 | 13,2 | 14 |
6. beekdalcomplexen | 9 | 27 | <0.2 | 4 | 13,2 | 11 |
7. hoogveengebied | 19 | 49 | <0.2 | 12 | 13,2 | 11 |
8. Gelderse Vallei en Veluwezoom | 10 | 27 | <0.2 | 4 | 13,2 | 0 |
9. oostelijk dekzandgebied met geïsoleerde stuwwallen | 29 | 86 | <0.2 | 12 | 13,2 | 0 |
10. keileemgebieden | 38 | 112 | <0.2 | 19 | 13,2 | 3 |
11. Utrechtse Heuvelrug en Veluwe | 19 | 54 | <0.2 | 26 | 13,2 | 0 |
12. Centrale Slenk | 22 | 60 | <0.2 | 5 | 13,2 | 5 |
13. zuidwestelijk zandgebied | 16 | 48 | <0.2 | 2 | 13,2 | 12 |
14. Peelhorst en oude rivierterrassen | 22 | 63 | <0.2 | 8 | 13,2 | 5 |
15. krijt- en lössgebied | 4 | 8 | <0.2 | 25 | 13,2 | 0 |
Kaart 2. Mediane arseenconcentratie per gebied in het middeldiepe grondwater t.o.v. grondwaterkwaliteitsnorm, ecodistrictgebieden, 2015-2018.
Figuur 2. Spreiding van de mediane arseenconcentratie per gebied in het middeldiepe grondwater, ecodistrictgebieden, 2015-2018.
Tabel 3. Statistische gegevens bij figuur 2.
Percentiel | 10% | 25% | 50% | 75% | 90% |
---|---|---|---|---|---|
1. duinen en strandwallen | 0,10 | 0,19 | 0,35 | 1,58 | 2,08 |
2. laagveengebieden | 0,10 | 0,26 | 0,47 | 0,85 | 1,64 |
3. polders en droogmakerijen | 0,10 | 0,10 | 0,41 | 2,40 | 4,90 |
4. zeekleigebieden | 0,10 | 0,30 | 0,79 | 1,94 | 4,26 |
5. rivierkleigebieden | 0,10 | 0,40 | 2,54 | 6,69 | 13,78 |
6. beekdalcomplexen | 0,11 | 0,40 | 1,61 | 2,44 | 4,26 |
7. hoogveengebied | 0,11 | 0,25 | 0,47 | 2,61 | 3,90 |
8. Gelderse Vallei en Veluwezoom | 0,10 | 0,16 | 0,47 | 3,13 | 6,98 |
9. oostelijk dekzandgebied met geïsoleerde stuwwallen | 0,20 | 1,44 | 3,19 | 6,93 | 11,98 |
10. keileemgebieden | 0,10 | 0,23 | 0,46 | 1,78 | 3,95 |
11. Utrechtse Heuvelrug en Veluwe | 0,10 | 0,15 | 0,24 | 0,75 | 1,62 |
12. Centrale Slenk | 0,10 | 0,42 | 0,70 | 1,20 | 1,59 |
13. zuidwestelijk zandgebied | 0,16 | 0,27 | 0,77 | 1,82 | 2,38 |
14. Peelhorst en oude rivierterrassen | 0,23 | 0,59 | 3,83 | 9,15 | 21,75 |
15. krijt- en lössgebied | 0,15 | 0,18 | 0,20 | 0,45 | 0,71 |
Tabel 4. Aanvullende data bij de mediane arseenconcentratie per gebied in het middeldiepe grondwater, ecodistrictgebieden, 2015-2018.
Ecodistrictgroep | Aantal unieke filters | Aantal waarnemingen 2015-2018 | Rapportage-grens | Percentage waarnemingen onder de rapp. grens | Norm (µg/l) | Percentage waarnemingen boven de norm |
---|---|---|---|---|---|---|
1. duinen en strandwallen | 15 | 15 | <0.2 | 33 | 18,7 | 0 |
2. laagveengebieden | 27 | 32 | <0.2 | 16 | 18,7 | 4 |
3. polders en droogmakerijen | 17 | 16 | <0.2 | 31 | 18,7 | 6 |
4. zeekleigebieden | 37 | 39 | <0.2 | 15 | 18,7 | 0 |
5. rivierkleigebieden | 28 | 29 | <0.2 | 10 | 13,2 | 21 |
6. beekdalcomplexen | 9 | 14 | <0.2 | 21 | 13,2 | 0 |
7. hoogveengebied | 18 | 21 | <0.2 | 10 | 13,2 | 11 |
8. Gelderse Vallei en Veluwezoom | 10 | 10 | <0.2 | 40 | 13,2 | 0 |
9. oostelijk dekzandgebied met geïsoleerde stuwwallen | 28 | 41 | <0.2 | 2 | 13,2 | 7 |
10. keileemgebieden | 37 | 40 | <0.2 | 22 | 13,2 | 0 |
11. Utrechtse Heuvelrug en Veluwe | 17 | 17 | <0.2 | 47 | 13,2 | 0 |
12. Centrale Slenk | 21 | 21 | <0.2 | 19 | 13,2 | 0 |
13. zuidwestelijk zandgebied | 16 | 16 | <0.2 | 25 | 13,2 | 6 |
14. Peelhorst en oude rivierterrassen | 22 | 22 | <0.2 | 5 | 13,2 | 9 |
15. krijt- en lössgebied | 3 | 3 | <0.2 | 33 | 13,2 | 0 |
Homogene gebieden
Figuur 3. Spreiding van de mediane arseenconcentratie per gebied in het ondiepe grondwater, homogene gebieden, 2015-2018.
Tabel 5. Statistische gegevens bij figuur 3.
Percentiel | 10% | 25% | 50% | 75% | 90% |
---|---|---|---|---|---|
1. bos, natuur/duinzand | 0,15 | 0,36 | 1,24 | 2,17 | 2,17 |
2. gras-mais/veen | 0,10 | 0,56 | 0,69 | 1,52 | 2,39 |
3. gras-mais/zeeklei | 0,10 | 0,10 | 1,15 | 5,60 | 12,08 |
4. akkerbouw/zeeklei | 0,10 | 0,34 | 0,92 | 2,54 | 3,00 |
5. stedelijk geb./antropogeen (laag NL) | 0,10 | 0,37 | 0,61 | 0,68 | 0,85 |
6. gras-mais/rivierklei | 0,10 | 0,52 | 3,03 | 6,81 | 13,39 |
7. gras-mais/zand | 0,10 | 0,38 | 0,97 | 2,03 | 3,79 |
8. akkerbouw/zand | 0,22 | 0,26 | 0,50 | 0,97 | 1,69 |
9. bos, natuur/zand | 0,10 | 0,23 | 0,64 | 1,58 | 3,53 |
10. stedelijk gebied/zand | 0,15 | 0,20 | 0,41 | 1,26 | 1,74 |
11. gras-mais/moerig | 0,15 | 0,53 | 1,04 | 1,60 | 1,60 |
12. stedelijk geb./antropogeen (hoog NL) | 0,19 | 0,35 | 0,84 | 1,33 |
1,33 |
Tabel 6. Aanvullende data bij de mediane arseenconcentratie per gebied in het ondiepe grondwater, homogene gebieden, 2015-2018.
Homogeen gebied | Aantal unieke filters | Aantal waarnemingen 2015-2018 | Rapportage-grens | Percentage waarnemingen onder de rapp. grens | Norm (µg/l) | Percentage waarnemingen boven de norm |
---|---|---|---|---|---|---|
1. bos, natuur/duinzand | 9 | 27 | <0.2 | 7 | 18,7 | 22 |
2. gras-mais/veen | 16 | 34 | <0.2 | 6 | 18,7 | 0 |
3. gras-mais/zeeklei | 13 | 21 | <0.2 | 43 | 18,7 | 0 |
4. akkerbouw/zeeklei | 24 | 41 | <0.2 | 20 | 18,7 | 0 |
5. stedelijk geb./antropogeen (laag NL) | 7 | 14 | <0.2 | 36 | 18,7 | 0 |
6. gras-mais/rivierklei | 14 | 28 | <0.2 | 14 | 13,2 | 14 |
7. gras-mais/zand | 76 | 222 | <0.2 | 8 | 13,2 | 5 |
8. akkerbouw/zand | 9 | 26 | <0.2 | 4 | 13,2 | 0 |
9. bos, natuur/zand | 47 | 137 | <0.2 | 22 | 13,2 | 2 |
10. stedelijk gebied/zand | 8 | 24 | <0.2 | 21 | 13,2 | 0 |
11. gras-mais/moerig | 9 | 23 | <0.2 | 9 | 13,2 | 0 |
12. stedelijk geb./antropogeen (hoog NL) | 14 | 40 | <0.2 | 2 | 13,2 | 7 |
Figuur 4. Spreiding van de mediane arseenconcentratie per gebied in het middeldiepe grondwater, homogene gebieden, 2015-2018.
Tabel 7. Statistische gegevens bij figuur 4.
Percentiel | 10% | 25% | 50% | 75% | 90% |
---|---|---|---|---|---|
1. bos, natuur/duinzand | 0,10 | 0,14 | 0,31 | 0,36 | 0,36 |
2. gras-mais/veen | 0,10 | 0,17 | 0,45 | 0,60 | 0,90 |
3. gras-mais/zeeklei | 0,10 | 0,32 | 1,24 | 4,88 | 7,08 |
4. akkerbouw/zeeklei | 0,10 | 0,43 | 0,80 | 1,85 | 3,84 |
5. stedelijk geb./antropogeen (laag NL) | 0,10 | 0,18 | 0,33 | 0,79 | 0,99 |
6. gras-mais/rivierklei | 0,10 | 0,39 | 2,37 | 6,46 | 6,46 |
7. gras-mais/zand | 0,10 | 0,27 | 0,84 | 2,93 | 4,95 |
8. akkerbouw/zand | 0,24 | 0,44 | 4,26 | 7,53 | 12,57 |
9. bos, natuur/zand | 0,10 | 0,27 | 1,00 | 2,62 | 5,82 |
10. stedelijk gebied/zand | 0,10 | 0,22 | 0,39 | 1,16 | 1,57 |
11. gras-mais/moerig | 0,11 | 0,28 | 0,40 | 1,24 | 1,76 |
12. stedelijk geb./antropogeen (hoog NL) | 0,18 | 0,20 | 2,25 | 3,70 | 7,63 |
Tabel 8. Aanvullende data bij de mediane arseenconcentratie per gebied in het middeldiepe grondwater, homogene gebieden, 2015-2018.
Homogeen gebied | Aantal unieke filters | Aantal waarnemingen 2015-2018 | Rapportage-grens | Percentage waarnemingen onder de rapp. grens | Norm (µg/l) | Percentage waarnemingen boven de norm |
---|---|---|---|---|---|---|
1. bos, natuur/duinzand | 9 | 9 | <0.2 | 44 | 18,7 | 0 |
2. gras-mais/veen | 16 | 19 | <0.2 | 21 | 18,7 | 0 |
3. gras-mais/zeeklei | 12 | 13 | <0.2 | 8 | 18,7 | 8 |
4. akkerbouw/zeeklei | 23 | 24 | <0.2 | 17 | 18,7 | 0 |
5. stedelijk geb./antropogeen (laag NL) | 6 | 6 | <0.2 | 17 | 18,7 | 0 |
6. gras-mais/rivierklei | 14 | 14 | <0.2 | 14 | 13,2 | 21 |
7. gras-mais/zand | 75 | 86 | <0.2 | 16 | 13,2 | 5 |
8. akkerbouw/zand | 9 | 9 | NA | NA | 13,2 | 0 |
9. bos, natuur/zand | 43 | 47 | <0.2 | 19 | 13,2 | 2 |
10. stedelijk gebied/zand | 8 | 8 | <0.2 | 25 | 13,2 | 0 |
11. gras-mais/moerig | 8 | 10 | <0.2 | 10 | 13,2 | 0 |
12. stedelijk geb./antropogeen (hoog NL) | 14 | 17 | <0.2 | 24 | 13,2 | 0 |
[1] Van Vliet, M. E., Vrijhoef, A., Boumans, L. J. M., & Wattel-Koekkoek, E. J. W. (2010). De kwaliteit van ondiep en middeldiep grondwater in Nederland: In het jaar 2008 en de verandering daarvan in 1984-2008. RIVM rapport 680721005.
[2] Deltares, 2018. Zware metalen in dierlijke mest in 2017. Project Zware metalen in dierlijke mest in 2017. Rapport 11202236-002, Deltares, Delft.
[3] Reijnders, H.F.R, G. van Drecht, H.F. Prins, J.J.B. Bronswijk en L.J.M. Boumans (2004), De kwaliteit van ondiep en middeldiep grondwater in Nederland in het jaar 2000 en verandering daarvan in de periode 1984-2000. Rapport 714801030, Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven.
[4] Emissieregistratie, 2020.Ter reproductie van de gebruikte grafieken/kaarten, volg de stappen: 1) selecteer “Arseenverb. (als As)” onder Stof; 2) selecteer alle beschikbare jaren onder Jaar; 3) selecteer Bodem onder Compartiment en 4) klik op “Weergeven in grafiek >” of “Weergeven in kaart >”.