Overschrijdingen van de norm voor koper zijn voornamelijk aanwezig in het ondiepe grondwater (ca. 10 meter diepte). Lokaal, voornamelijk in de Peelhorst en oude rivierterrassen, komt koper sterk verhoogd voor. De gemeten concentraties koper in het middeldiepe grondwater (ca. 25 meter diepte) zijn over het algemeen laag.
Inleiding
Koper is een belangrijk onderdeel in veevoer. Het draagt bij aan een verbeterde voedselopname. Medio 2000 zijn de normen voor koper (en ook zink) in mengvoeders aangescherpt. De hoeveelheid van deze metalen in dierlijke mest is hierdoor sterk afgenomen. Hiermee is ook de aanvoer van koper naar landbouwgronden gedaald. Op landbouwgronden werd in 2000 97 % (379 g per hectare per jaar) van de totale koperbelasting aangevoerd via dierlijke en kunstmest. De atmosferische depositie in 2000 bedroeg 10 g per hectare per jaar. Koper bindt goed aan de bodem. De effecten van koperbelasting aan het maaiveld op de concentraties in het grondwater zijn hierdoor gering [1].
In 2000 was de totale emissie van koper naar de bodem 235.000 kg (kilogram). Dit is afgenomen tot 210.000 kg in 2010. Tot 2015 is de bodememissie stabiel rond de 210.000 kg gebleven. In 2017 en 2018 was de landelijke bodememissie weer hoger: respectievelijk 240.000 en 236.500 kg. In 2019 was de totale emissie naar de bodem een stuk lager (180.000 kg) [2].
Toestand
Bij de ecodistrictsgroepen wordt de hoogste mediane concentratie koper in het ondiepe grondwater (ca. 10 meter diepte) aangetroffen in de Peelhorst en oude rivierterrassen. De mediane concentratie koper bij de overige ecodistrictsgroepen ligt onder de rapportagegrens (0,5 µg/l).
Bij de homogene gebieden is de hoogste mediane concentratie koper in het ondiepe grondwater aanwezig in akkerbouw op zand. Daarnaast is de mediane concentratie in stedelijk gebied op zand relatief hoog.
In het middeldiepe grondwater (ca. 25 meter diepte) ligt de mediane concentratie van iedere ecodistrictsgroep onder de rapportagegrens van 0,5 µg/l. Alleen bij de zeekleigebieden en de duinen en strandwallen is het 75-percentiel hoger dan de rapportagegrens.
In het middeldiepe grondwater ligt ook bij alle homogene gebieden de mediane concentratie onder de rapportagegrens van 0,5 µg/l. Het hoogste 75-percentiel is aanwezig in akkerbouw op zeeklei.
De gebruikte norm voor koper is de kwaliteitswaarde (zie Tabel 2 in Metingen: waar, wat en hoe?). Bij de ecodistrictsgroepen zijn in het ondiepe grondwater met name waarnemingen boven de norm in de Peelhorst en oude rivierterrassen. In de Peelhorst en oude rivierterrassen zit 27 % van de waarnemingen boven de norm (8,8 µg/l). Daarnaast zijn er normoverschrijdingen in het zuidwestelijk zandgebied (12 %) en de beekdalcomplexen (11 %). Ook hier geldt een norm van 8,8 µg/l. In het middeldiepe grondwater zijn er normoverschrijdingen in de duinen en strandwallen (7 %), het zuidwestelijk zandgebied (6 %) en de zeekleigebieden (5 %). Voor de duinen en strandwallen en de zeekleigebieden geldt een norm van 3,9 µg/l, voor het zuidwestelijk zandgebied een norm van 8,8 µg/l.
Bij de homogene gebieden in het ondiepe grondwater is het hoogste percentage normoverschrijdingen aanwezig in het stedelijk gebied in hoog Nederland (14 %). Akkerbouw op zand (11 %), gras/maïs op moerige grond (11 %), bos/natuur op zand (9 %), gras/maïs op zand (8 %) en gras/maïs op zeeklei hebben ook normoverschrijdingen. Voor gras/maïs op zeeklei is de norm 3,9 µg/l, voor de overige homogene gebieden met overschrijdingen is de norm 8,8 µg/l.
In het middeldiepe grondwater zijn enkel normoverschrijdingen in akkerbouw op zeeklei (4 %) en bos/natuur op zand (2 %). Voor akkerbouw op zeeklei is de norm 3,9 µg/l, voor bos/natuur op zand is de norm 8,8 µg/l.
Kaarten, boxplots en tabellen
In de onderstaande uitklapschermen staan de kaarten, boxplots en tabellen voor koper 2015-2018.
Ecodistrictgebieden
Kaart 1. Mediane koperconcentratie per gebied in het ondiepe grondwater t.o.v. grondwaterkwaliteitsnorm, ecodistrictgebieden, 2015-2018.
Figuur 1. Spreiding van de mediane koperconcentratie per gebied in het ondiepe grondwater, ecodistrictgebieden, 2015-2018.
Tabel 1. Statistische gegevens bij figuur 1.
Percentiel | 10% | 25% | 50% | 75% | 90% |
---|---|---|---|---|---|
1. duinen en strandwallen | 0,25 | 0,25 | 0,25 | 0,25 | 0,25 |
2. laagveengebieden | 0,25 | 0,25 | 0,25 | 0,25 | 0,25 |
3. polders en droogmakerijen | 0,25 | 0,25 | 0,25 | 0,25 | 0,25 |
4. zeekleigebieden | 0,25 | 0,25 | 0,25 | 0,49 | 0,83 |
5. rivierkleigebieden | 0,25 | 0,25 | 0,25 | 0,25 | 0,25 |
6. beekdalcomplexen | 0,25 | 0,25 | 0,25 | 0,51 | 0,51 |
7. hoogveengebied | 0,25 | 0,25 | 0,25 | 0,46 | 0,73 |
8. Gelderse Vallei en Veluwezoom | 0,25 | 0,25 | 0,25 | 0,25 | 0,25 |
9. oostelijk dekzandgebied met geïsoleerde stuwwallen | 0,25 | 0,25 | 0,25 | 0,25 | 0,25 |
10. keileemgebieden | 0,25 | 0,25 | 0,25 | 0,45 | 0,54 |
11. Utrechtse Heuvelrug en Veluwe | 0,25 | 0,25 | 0,25 | 1,18 | 2,01 |
12. Centrale Slenk | 0,25 | 0,25 | 0,25 | 0,25 | 0,25 |
13. zuidwestelijk zandgebied | 0,25 | 0,25 | 0,44 | 3,36 | 3,90 |
14. Peelhorst en oude rivierterrassen | 0,25 | 0,25 | 1,98 | 9,29 | 17,23 |
15. krijt- en lössgebied | 0,25 | 0,25 | 0,25 | 0,25 | 0,25 |
Tabel 2. Aanvullende data bij de mediane koperconcentratie per gebied in het ondiepe grondwater, ecodistrictgebieden, 2015-2018.
Ecodistrictgroep | Aantal unieke filters | Aantal waarnemingen 2015-2018 | Rapportage-grens (ug/l) | Percentage waarnemingen onder de rapp. grens | Norm (ug/l) | Percentage waarnemingen boven de norm |
---|---|---|---|---|---|---|
1. duinen en strandwallen | 15 | 45 | <0.5 | 100 | 3,9 | 0 |
2. laagveengebieden | 27 | 59 | <0.5 | 100 | 3,9 | 0 |
3. polders en droogmakerijen | 17 | 32 | <0.5 | 97 | 3,9 | 0 |
4. zeekleigebieden | 41 | 70 | <0.5 | 87 | 3,9 | 2 |
5. rivierkleigebieden | 28 | 58 | <0.5 | 95 | 8,8 | 0 |
6. beekdalcomplexen | 9 | 27 | <0.5 | 78 | 8,8 | 11 |
7. hoogveengebied | 19 | 49 | <0.5 | 86 | 8,8 | 5 |
8. Gelderse Vallei en Veluwezoom | 10 | 27 | <0.5 | 93 | 8,8 | 0 |
9. oostelijk dekzandgebied met geïsoleerde stuwwallen | 29 | 86 | <0.5 | 79 | 8,8 | 0 |
10. keileemgebieden | 38 | 112 | <0.5 | 77 | 8,8 | 3 |
11. Utrechtse Heuvelrug en Veluwe | 19 | 54 | <0.5 | 67 | 8,8 | 0 |
12. Centrale Slenk | 22 | 60 | <0.5 | 75 | 8,8 | 5 |
13. zuidwestelijk zandgebied | 16 | 48 | <0.5 | 54 | 8,8 | 12 |
14. Peelhorst en oude rivierterrassen | 22 | 63 | <0.5 | 25 | 8,8 | 27 |
15. krijt- en lössgebied | 4 | 8 | <0.5 | 100 | 8,8 | 0 |
Kaart 2. Mediane koperconcentratie per gebied in het middeldiepe grondwater t.o.v. grondwaterkwaliteitsnorm, ecodistrictgebieden, 2015-2018.
Figuur 2. Spreiding van de mediane koperconcentratie per gebied in het middeldiepe grondwater, ecodistrictgebieden, 2015-2018.
Tabel 3. Statistische gegevens bij figuur 2.
Percentiel | 10% | 25% | 50% | 75% | 90% |
---|---|---|---|---|---|
1. duinen en strandwallen | 0,25 | 0,25 | 0,25 | 0,57 | 0,86 |
2. laagveengebieden | 0,25 | 0,25 | 0,25 | 0,25 | 0,25 |
3. polders en droogmakerijen | 0,25 | 0,25 | 0,25 | 0,25 | 0,25 |
4. zeekleigebieden | 0,25 | 0,25 | 0,25 | 0,65 | 1,16 |
5. rivierkleigebieden | 0,25 | 0,25 | 0,25 | 0,25 | 0,25 |
6. beekdalcomplexen | 0,25 | 0,25 | 0,25 | 0,29 | 0,32 |
7. hoogveengebied | 0,25 | 0,25 | 0,25 | 0,25 | 0,25 |
8. Gelderse Vallei en Veluwezoom | 0,25 | 0,25 | 0,25 | 0,25 | 0,25 |
9. oostelijk dekzandgebied met geïsoleerde stuwwallen | 0,25 | 0,25 | 0,25 | 0,25 | 0,25 |
10. keileemgebieden | 0,25 | 0,25 | 0,25 | 0,25 | 0,25 |
11. Utrechtse Heuvelrug en Veluwe | 0,25 | 0,25 | 0,25 | 0,25 | 0,25 |
12. Centrale Slenk | 0,25 | 0,25 | 0,25 | 0,25 | 0,25 |
13. zuidwestelijk zandgebied | 0,25 | 0,25 | 0,25 | 0,25 | 0,25 |
14. Peelhorst en oude rivierterrassen | 0,25 | 0,25 | 0,25 | 0,25 | 0,25 |
15. krijt- en lössgebied | 0,25 | 0,25 | 0,25 | 0,25 | 0,25 |
Tabel 4. Aanvullende data bij de mediane koperconcentratie per gebied in het middeldiepe grondwater, ecodistrictgebieden, 2015-2018.
Ecodistrictgroep | Aantal unieke filters | Aantal waarnemingen 2015-2018 | Rapportage-grens (ug/l) | Percentage waarnemingen onder de rapp. grens | Norm (ug/l) | Percentage waarnemingen boven de norm |
---|---|---|---|---|---|---|
1. duinen en strandwallen | 15 | 15 | <0.5 | 87 | 3,9 | 7 |
2. laagveengebieden | 27 | 32 | <0.5 | 97 | 3,9 | 0 |
3. polders en droogmakerijen | 17 | 16 | <0.5 | 100 | 3,9 | 0 |
4. zeekleigebieden | 37 | 39 | <0.5 | 77 | 3,9 | 5 |
5. rivierkleigebieden | 28 | 29 | <0.5 | 97 | 8,8 | 0 |
6. beekdalcomplexen | 9 | 14 | <0.5 | 100 | 8,8 | 0 |
7. hoogveengebied | 18 | 21 | <0.5 | 100 | 8,8 | 0 |
8. Gelderse Vallei en Veluwezoom | 10 | 10 | <0.5 | 100 | 8,8 | 0 |
9. oostelijk dekzandgebied met geïsoleerde stuwwallen | 28 | 41 | <0.5 | 100 | 8,8 | 0 |
10. keileemgebieden | 37 | 40 | <0.5 | 95 | 8,8 | 0 |
11. Utrechtse Heuvelrug en Veluwe | 17 | 17 | <0.5 | 88 | 8,8 | 0 |
12. Centrale Slenk | 21 | 21 | <0.5 | 95 | 8,8 | 0 |
13. zuidwestelijk zandgebied | 16 | 16 | <0.5 | 94 | 8,8 | 6 |
14. Peelhorst en oude rivierterrassen | 22 | 22 | <0.5 | 95 | 8,8 | 0 |
15. krijt- en lössgebied | 3 | 3 | <0.5 | 100 | 8,8 | 0 |
Homogene gebieden
Figuur 3. Spreiding van de mediane koperconcentratie per gebied in het ondiepe grondwater, homogene gebieden, 2015-2018.
Tabel 5. Statistische gegevens bij figuur 3.
Percentiel | 10% | 25% | 50% | 75% | 90% |
---|---|---|---|---|---|
1. bos, natuur/duinzand | 0,25 | 0,25 | 0,25 | 0,25 | 0,25 |
2. gras-mais/veen | 0,25 | 0,25 | 0,25 | 0,25 | 0,25 |
3. gras-mais/zeeklei | 0,25 | 0,25 | 0,25 | 0,66 | 0,83 |
4. akkerbouw/zeeklei | 0,25 | 0,25 | 0,25 | 0,26 | 0,27 |
5. stedelijk geb./antropogeen (laag NL) | 0,25 | 0,25 | 0,25 | 0,25 | 0,25 |
6. gras-mais/rivierklei | 0,25 | 0,25 | 0,25 | 0,25 | 0,25 |
7. gras-mais/zand | 0,25 | 0,25 | 0,25 | 1,25 | 2,51 |
8. akkerbouw/zand | 0,25 | 0,25 | 2,27 | 7,18 | 8,17 |
9. bos, natuur/zand | 0,25 | 0,25 | 0,25 | 0,61 | 1,10 |
10. stedelijk gebied/zand | 0,25 | 0,25 | 0,97 | 1,88 | 2,83 |
11. gras-mais/moerig | 0,25 | 0,25 | 0,25 | 0,36 | 0,36 |
12. stedelijk geb./antropogeen (hoog NL) | 0,25 | 0,25 | 0,25 | 3,25 | 4,57 |
Tabel 6. Aanvullende data bij de mediane koperconcentratie per gebied in het ondiepe grondwater, homogene gebieden, 2015-2018.
Homogeen gebied | Aantal unieke filters | Aantal waarnemingen 2015-2018 | Rapportage-grens | Percentage waarnemingen onder de rapp. grens | Norm (ug/l) | Percentage waarnemingen boven de norm |
---|---|---|---|---|---|---|
1. bos, natuur/duinzand | 9 | 27 | <0.5 | 100 | 3,9 | 0 |
2. gras-mais/veen | 16 | 34 | <0.5 | 100 | 3,9 | 0 |
3. gras-mais/zeeklei | 13 | 21 | <0.5 | 81 | 3,9 | 8 |
4. akkerbouw/zeeklei | 24 | 41 | <0.5 | 90 | 3,9 | 0 |
5. stedelijk geb./antropogeen (laag NL) | 7 | 14 | <0.5 | 100 | 3,9 | 0 |
6. gras-mais/rivierklei | 14 | 28 | <0.5 | 96 | 8,8 | 0 |
7. gras-mais/zand | 76 | 222 | <0.5 | 67 | 8,8 | 8 |
8. akkerbouw/zand | 9 | 26 | <0.5 | 35 | 8,8 | 11 |
9. bos, natuur/zand | 47 | 137 | <0.5 | 74 | 8,8 | 9 |
10. stedelijk gebied/zand | 8 | 24 | <0.5 | 50 | 8,8 | 0 |
11. gras-mais/moerig | 9 | 23 | <0.5 | 87 | 8,8 | 11 |
12. stedelijk geb./antropogeen (hoog NL) | 14 | 40 | <0.5 | 62 | 8,8 | 14 |
Figuur 4. Spreiding van de mediane koperconcentratie per gebied in het middeldiepe grondwater, homogene gebieden, 2015-2018.
Tabel 7. Statistische gegevens bij figuur 4.
Percentiel | 10% | 25% | 50% | 75% | 90% |
---|---|---|---|---|---|
1. bos, natuur/duinzand | 0,25 | 0,25 | 0,25 | 0,34 | 0,34 |
2. gras-mais/veen | 0,25 | 0,25 | 0,25 | 0,25 | 0,25 |
3. gras-mais/zeeklei | 0,25 | 0,25 | 0,25 | 0,25 | 0,25 |
4. akkerbouw/zeeklei | 0,25 | 0,25 | 0,25 | 0,51 | 0,67 |
5. stedelijk geb./antropogeen (laag NL) | 0,25 | 0,25 | 0,25 | 0,29 | 0,29 |
6. gras-mais/rivierklei | 0,25 | 0,25 | 0,25 | 0,25 | 0,25 |
7. gras-mais/zand | 0,25 | 0,25 | 0,25 | 0,25 | 0,25 |
8. akkerbouw/zand | 0,25 | 0,25 | 0,25 | 0,25 | 0,25 |
9. bos, natuur/zand | 0,25 | 0,25 | 0,25 | 0,25 | 0,25 |
10. stedelijk gebied/zand | 0,25 | 0,25 | 0,25 | 0,25 | 0,25 |
11. gras-mais/moerig | 0,25 | 0,25 | 0,25 | 0,25 | 0,25 |
12. stedelijk geb./antropogeen (hoog NL) | 0,25 | 0,25 | 0,25 | 0,29 | 0,33 |
Tabel 8. Aanvullende data bij de mediane koperconcentratie per gebied in het middeldiepe grondwater, homogene gebieden, 2015-2018.
Homogeen gebied | Aantal unieke filters | Aantal waarnemingen 2015-2018 | Rapportage-grens | Percentage waarnemingen onder de rapp. grens | Norm (ug/l) | Percentage waarnemingen boven de norm |
---|---|---|---|---|---|---|
1. bos, natuur/duinzand | 9 | 9 | <0.5 | 100 | 3,9 | 0 |
2. gras-mais/veen | 16 | 19 | <0.5 | 100 | 3,9 | 0 |
3. gras-mais/zeeklei | 12 | 13 | <0.5 | 92 | 3,9 | 0 |
4. akkerbouw/zeeklei | 23 | 24 | <0.5 | 79 | 3,9 | 4 |
5. stedelijk geb./antropogeen (laag NL) | 6 | 6 | <0.5 | 83 | 3,9 | 0 |
6. gras-mais/rivierklei | 14 | 14 | <0.5 | 100 | 8,8 | 0 |
7. gras-mais/zand | 75 | 86 | <0.5 | 97 | 8,8 | 0 |
8. akkerbouw/zand | 9 | 9 | <0.5 | 100 | 8,8 | 0 |
9. bos, natuur/zand | 43 | 47 | <0.5 | 98 | 8,8 | 2 |
10. stedelijk gebied/zand | 8 | 8 | <0.5 | 88 | 8,8 | 0 |
11. gras-mais/moerig | 8 | 10 | <0.5 | 100 | 8,8 | 0 |
12. stedelijk geb./antropogeen (hoog NL) | 14 | 17 | <0.5 | 88 | 8,8 | 0 |
[1] Van Vliet, M. E., Vrijhoef, A., Boumans, L. J. M., & Wattel-Koekkoek, E. J. W. (2010). De kwaliteit van ondiep en middeldiep grondwater in Nederland: In het jaar 2008 en de verandering daarvan in 1984-2008. RIVM rapport 680721005.
[2] Emissieregistratie, 2021. Ter reproductie van de gebruikte grafieken/kaarten, volg de stappen: 1) selecteer “Koperverb. (als Cu)” onder Stof; 2) selecteer alle beschikbare jaren onder Jaar; 3) selecteer Bodem onder Compartiment en 4) klik op “Weergeven in grafiek >” of “Weergeven in kaart >”.