Pleister op arm na vaccinatie

De huidige uitbraak van de apenpokken is vrijwel voorbij. De vaccinatiecampagne om de verspreiding van monkeypox, meestal apenpokken genoemd, tegen te gaan stopt binnenkort. Het aantal nieuwe besmettingen is al een paar weken erg laag, waardoor de campagne kan stoppen. Desalniettemin kan de ziekte nog steeds opleven en zijn er nog steeds besmettingen.

Afgelopen zomer werd bij alle GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst)’en gestart met een vaccinatiecampagne tegen monkeypox. Het doel van de campagne was de verspreiding van de snel oplopende uitbraak te doorbreken. Mensen met een grote kans om besmet te raken werden uitgenodigd om zich te laten vaccineren.

Doel gehaald

Na een piek in het aantal besmettingen in de zomer, nam het aantal besmettingen met het apenpokkenvirus af tot een paar besmettingen per week. Zo werd er in de afgelopen 2 weken bij slechts 9 mensen het virus vastgesteld. Door het kleine aantal nieuwe besmettingen is de noodzaak om te vaccineren dan ook niet meer aanwezig. Behalve vaccinaties hebben ook veranderd gedrag van de doelgroep en natuurlijke immuniteit na een doorgemaakte besmetting waarschijnlijk geleid tot de afname van het aantal nieuwe besmettingen.
Hoe groot het effect van de vaccinaties was, is nog niet bekend.

Oplevingen

In november komt er een deskundigenberaad bij elkaar. Het deskundigenberaad kijkt dan of vaccinaties of andere maatregelen in de toekomst misschien nodig zijn. Oplevingen in de zomerperiode of introducties uit het buitenland zouden weer voor meer besmettingen kunnen zorgen.

Twee prikken

Tot eind deze maand worden risicogroepen nog uitgenodigd om een eerste vaccinatie te halen. Het exacte moment verschilt per GGD-regio. Vaccinatie tegen monkeypox bestaat in de meeste gevallen uit twee prikken. De tweede prik, die 4 weken na de eerste prik wordt gegeven, wordt in november dan ook nog steeds gegeven.

Besmetting nog steeds mogelijk

Alhoewel het aantal besmettingen op dit moment laag is, is de ziekte niet verdwenen. Het blijft dan dus belangrijk om alert te zijn op klachten bij jezelf en je bedpartner. Twijfel je of je klachten hebt, neem dan contact op met je huisarts of centrum seksuele gezondheid.