Afgelopen week werden 1.329 nieuwe personen gemeld die positief getest zijn op COVID-19. Dat zijn 342 meer meldingen dan het aantal meldingen in de week daarvoor toen 987 nieuwe personen met een COVID-19 besmetting zijn gemeld.
Het virus verspreidt zich verder in Nederland. Het reproductiegetal R laat zien hoeveel andere mensen één persoon met het nieuwe coronavirus gemiddeld besmet. Het reproductiegetal is 1,40. Dit betekent dat 100 mensen die besmet zijn met het nieuwe coronavirus samen weer 140 andere mensen besmetten.
Hoewel het getal iets hoger is dan de 1,29 die vorige week is gerapporteerd, verandert de bovengrens van de bandbreedte nauwelijks. Dat geeft aan dat de situatie weinig veranderd is in een week tijd.
Er zijn regionale verschillen in het aantal meldingen. (zie figuur 1). Dit is ook zichtbaar in het totaal aantal afgenomen testen in de teststraten per 100.000 inwoners en het percentage positieve testen per regio. (zie epidemiologische rapport) Met name in Zuid-Holland en Noord-Holland is een toename te zien in het aantal meldingen. Het aantal besmettingen in de provincies Friesland, Groningen, Drenthe en Flevoland blijft stabiel laag.
Naast een toename in het aantal besmettingen is er ook een verschuiving in leeftijdsopbouw te zien. In de afgelopen weken zien we een sterkere toename bij jongere leeftijdsgroepen dan bij ouderen. (zie figuur 2)
Meer getest, percentage positieve testen stabiel
Tussen 20 juli en 26 juli hebben 111.764 personen* zich laten testen bij de testlocaties van de GGD (Gemeentelijke Gezondheidsdienst)’en. Dat zijn 22.878 meer testen dan de week daarvoor, toen 88.886 testen werden afgenomen. Het percentage mensen met een positieve test bleef gelijk op 1,0%.
*bron GGDGHOR
Aantal besmettingsclusters neemt toe
Verspreid over het land neemt het aantal lokale clusters van drie of meer aan elkaar gerelateerde besmettingen toe. Er zijn op dit moment 133 actieve COVID -19 clusters in Nederland. De gemiddelde grootte van deze clusters is 5,9 personen (range 3- 30). De meeste besmettingen zijn nog steeds te vinden in de thuissituatie. Het aantal besmettingsclusters die het gevolg zijn van contact met overige familie, vrienden, feestjes, op het werk of door andere vrijetijdsbesteding neemt toe.
Bron- en contactonderzoek
Tot en met week 29 (6 juli t/m 19 juli) zijn de resultaten van het bron- en contactonderzoek bekend. Onder de nauwe contacten die in week 29 geïdentificeerd werden, zijn 354 COVID-19 besmettingen vastgesteld (10,9 %). Het deel van de contacten dat besmet was verschilde tussen huisgenoten en overige nauwe contacten. Bij 17,9 % van de huisgenoten bleek dat zij besmet waren met het coronavirus. Van de overige nauwe contacten was 6,8% besmet.
Om verdere verspreiding van het virus te voorkomen is het belangrijk dat mensen zich aan de maatregelen houden. Afstand houden en bij klachten thuisblijven en testen. Handen wassen, niezen en hoesten in de elleboog en het gebruik van papieren zakdoekjes.
Figuur 1: Aantal bij de GGD’en gemelde mensen met COVID-19 per week, per provincie, vanaf 1 juni 2020
Figuur 2: Aantal meldingen van covid-19 per leeftijdsgroep vanaf 27 februari tot en met 28 juli 2020.