Uit metingen van het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit van het RIVM, van de GGD (Gemeentelijke Gezondheidsdienst)-Amsterdam en de DCMR (Milieudienst Rijnmond) Milieudienst Rijnmond blijkt dat de concentraties fijn stof (PM10) in 2016 gemiddeld iets lager zijn dan in 2015. Voor PM10 concentraties is op geen enkele locatie overschrijding van de normen waargenomen. Ook de concentraties voor stikstofdioxide (NO2) laten een dalende trend zien.
De concentratie in 2016 is op achtergrondlocaties weliswaar iets hoger dan in 2015, maar dit is waarschijnlijk het gevolg van de weersomstandigheden in 2015. Bij de ruime meerderheid van de 20 straatstations ligt de jaargemiddelde NO2- concentratie in 2016 onder de norm. Ook het gemiddelde van de stations is onder de norm en is in lijn met een lineair afnemende trend.
Deze trend zet zich naar verwachting ook in de toekomst door. De raming voor NO2 voor 2020 is gemiddeld over Nederland gelijk aan de raming die vorig jaar is gemaakt. Dat blijkt uit de verwachtingen die voor fijn stof en NO2 (Stikstofdioxide) zijn gemaakt voor de periode 2017 tot en met 2030. De raming voor 2030 is extra verlaagd door nieuwe, strengere regels voor de uitstoot van zeeschepen op de Noordzee na 2020. Ook de gemiddelde hoeveelheid stikstof die op de bodem neerslaat, daalt naar verwachting de komende jaren. Dit komt doordat de uitstoot van verkeer, scheepvaart en de landbouw naar verwachting daalt.
Het RIVM geeft jaarlijks op kaarten weer hoe in Nederland de gemeten concentraties in de lucht waren van onder andere stikstofdioxide en fijnstof. Daarnaast zijn de toekomstberekeningen voor deze stoffen gemaakt om het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL (Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit)) en de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) te monitoren. Met deze programma’s worden onder andere de effecten getoetst van ruimtelijke plannen op de concentraties van vervuilende stoffen in de lucht.