In buurten waar de JOGG (Jongeren Op Gezond Gewicht)-aanpak al vier jaar bestaat, ligt het gemeten percentage kinderen en jongeren met overgewicht 9 procent lager dan in andere buurten zonder die aanpak. Dat concludeert het RIVM op basis van een onderzoek naar de invloed van de JOGG-aanpak op het overgewicht en beweeggedrag bij kinderen en jongeren tussen de 2 en 19 jaar. De JOGG-aanpak is bedoeld om de omgeving waarin kinderen en jongeren opgroeien structureel gezonder te maken.
Gegevens onderzoek
Voor het onderzoek zijn gegevens van kinderen en jongeren gebruikt die hebben deelgenomen aan de Gezondheidsenquête (CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek) 2006-2018). Maar een klein aantal kinderen per buurt heeft de Gezondheidsenquête ingevuld, waarbij het elk jaar om andere kinderen en jongeren gaat. Hierdoor bestaat er een kans dat de gevonden 9 procent verschil in overgewicht tussen JOGG-buurten en niet JOGG-buurten wordt verklaard door andere oorzaken. Er is nog niet onderzocht of andere initiatieven gericht op een gezonde leefstijl voor kinderen en jongeren mogelijk invloed hebben gehad op deze uitkomst. Het vervolgonderzoek in 2022 zal meer zekerheid bieden over de mate van invloed van de JOGG-aanpak, omdat er dan meer gegevens beschikbaar zijn.
JOGG-aanpak
JOGG, voorheen Jongeren Op Gezond Gewicht genoemd, is een landelijke stichting die hoofdzakelijk gefinancierd wordt door het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport)). JOGG werkt met de JOGG-aanpak aan een gezonde leefomgeving voor jongeren en kinderen. De stichting helpt gemeenten, bedrijven en organisaties om beleid te maken voor gezonder eten, meer bewegen en voldoende slaap. Dit beleid wordt in de praktijk gebracht met professionals, buurtbewoners, ouders en kinderen. In 2010 zijn de eerste 232 buurten in 5 gemeenten met de JOGG-aanpak begonnen. In 2019 deden bijna 3.500 buurten in 140 gemeenten mee. Dit is meer dan een derde (36 procent) van alle Nederlandse gemeenten.