Om inkopers bij overheidsorganisaties te helpen maatschappelijk verantwoord in te kopen, heeft het RIVM op een rij gezet welke ‘tools’ kunnen helpen om milieueffecten te duiden. De tools variëren sterk van opzet: sommige zijn bijvoorbeeld gericht op een specifieke productgroep (zoals gebouwen), andere juist op een bepaald milieuthema (zoals klimaatverandering of vermesting). Daarnaast kunnen ze kwalitatief, of juist kwantitatief zijn georiënteerd. Het RIVM heeft 13 tools geselecteerd die de brede variatie aan mogelijkheden weergeven en deze verder geanalyseerd.
De Rijksoverheid wil dat overheidsorganisaties zo veel mogelijk maatschappelijk verantwoord inkopen (MVI (maatschappelijk verantwoord inkopen)). Dit betekent dat overheidsinstanties niet alleen naar de prijs van producten kijken, maar ook naar de effecten ervan op het milieu: in hoeverre ze duurzaam zijn geproduceerd, kunnen worden hergebruikt (circulair) en zijn gebaseerd op plantaardige grondstoffen (biobased). Ook wordt gekeken naar sociale effecten, zoals mensenrechten, en of ze innovaties stimuleren.
Analyse
De analyse helpt inkopers bij het kiezen van een tool door inzichtelijk te maken welke beschikbaar zijn en in welke situatie ze het beste tot hun recht komen. Voor het beleid levert de analyse aanbevelingen over welke tools en indicatoren nog ontbreken en dus ontwikkeld moeten worden. Het gaat hier vooral om indicatoren voor hoogwaardig hergebruik van grondstoffen. Ook wordt aanbevolen om bestaande databases over de milieu, circulaire en biobased impact van grondstoffen, zoals de milieu-impact van gebouwen en Grond- Wegen- en Waterwerken, te gebruiken en uit te breiden voor andere productgroepen. Ten slotte worden aanbevelingen gedaan voor de wijze waarop het succes van MVI wordt gemeten. De MVI-monitor wordt door het RIVM ontwikkeld, in samenwerking met Rijkswaterstaat en het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL (Planbureau voor de Leefomgeving)).