Het RIVM heeft de grenswaarden voor de lozing van natuurlijke radioactiviteit geëvalueerd. Hieruit blijkt dat een aantal van deze grenswaarden niet meer voldoen en aangepast moeten worden. Het gevolg van deze aanpassing zou zijn dat enkele bedrijven een vergunning moeten aanvragen voor het lozen van natuurlijke radioactiviteit naar de lucht, en dat voor enkele andere bedrijven de vergunningplicht voor lozing naar water komt te vervallen.
Hoe kan radioactiviteit vrijkomen?
In de niet-nucleaire industrie worden grondstoffen gebruikt die van nature radioactiviteit bevatten. Ook de producten en rest- of afvalstoffen bevatten soms radioactiviteit. De concentraties radioactiviteit in deze stoffen zijn over het algemeen laag. Bij sommige werkzaamheden komt radioactiviteit vrij die in de lucht of het oppervlaktewater terechtkomt.
Wat is de functie van de grenswaarden?
Om mens en milieu tegen blootstelling aan straling te beschermen zijn er grenswaarden voor lozingen naar lucht en water vastgesteld. Worden deze grenswaarden overschreden, dan moet een bedrijf een vergunning aanvragen en voldoen aan de daarin gestelde voorschriften. De huidige grenswaarden dateren uit de jaren negentig van de vorige eeuw en voldoen niet meer door nieuwe inzichten, andere toepassingen en nieuwe Europese en Nederlandse wet- en regelgeving.
Wat zijn de resultaten van deze evaluatie?
Het RIVM adviseert om voor een aantal nucliden de grenswaarden aan te scherpen. Een aantal andere grenswaarden zouden juist minder streng kunnen worden om ze te laten aansluiten bij de nieuwe Europese regels. Het RIVM doet voorstellen voor aanpassingen.
Waarom zijn de grenswaarden geëvalueerd?
De grenswaarden zijn in opdracht van de ANVS geëvalueerd naar aanleiding van nieuwe Europese wetgeving (Richtlijn 2013/59/Euratom) om mensen tegen bronnen van straling te beschermen. Deze voorschriften zijn per 6 februari 2018 opgenomen in de Nederlandse regelgeving.