Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) heeft het RIVM gevraagd om de milieurisico’s te inventariseren van de activiteiten waar SodM toezicht op houdt. De inventarisatie signaleert achttien kennislacunes over milieueffecten die deels van belang zijn voor de energietransitie.

Om de klimaatdoelen van Parijs (2015) te realiseren wordt veel verwacht van geothermie, windturbines, ondergrondse opslag van CO2 carbon dioxide (carbon dioxide) en wordt de olie- en gaswinning afgebouwd. Van windturbines is nog onvoldoende bekend wat de effecten van alle geplande Nederlandse windparken op zee op het milieu zijn. Ook zijn de gevolgen van ondergrondse opslag van CO2 in lege gasvelden onder de Noordzee onvoldoende onderzocht. Bij geothermie, de ontmanteling van de olieplatforms op zee en de ondergrondse opslag van CO2 is het van belang het toezicht zodanig te organiseren dat de activiteiten geen onbedoelde schade aan milieu en gezondheid veroorzaken.

De geconstateerde kennislacunes leveren input voor een meerjarig milieuprogramma om kennis en toezicht te ontwikkelen, waar het SodM momenteel aan werkt. Voor een aantal is nader onderzoek nodig, voor andere is al onderzoek in gang gezet. Dat onderzoek kan aanleiding zijn om de praktijk, de wet- en regelgeving of het beleid aan te passen.

Sectoren

De SodM-sectoren zijn de olie- en gaswinning (in zee en op land), geothermie, zoutwinning, ondergrondse opslag (aardgas, CO2), windenergie op zee, netbeheer van gasleidingen en de nazorg van de kolenwinning in Limburg. Voor deze sectoren is geïnventariseerd welke stoffen in de lucht, grond- en oppervlaktewater, bodem en de (diepe) ondergrond kunnen terechtkomen.

Achtergrond

Het SodM heeft om de inventarisatie gevraagd omdat het de bescherming van het milieu en de zorg voor natuurlijke hulpbronnen intensiever bij het toezicht wil betrekken. Het desbetreffende bedrijf heeft de verantwoordelijkheid de negatieve effecten zo veel mogelijk te voorkomen, te beperken of ongedaan te maken en het SodM ziet hierop toe. Uiteindelijk moet deze inventarisatie bij het SodM leiden tot een onderbouwd milieuprogramma voor kennisontwikkeling en de ontwikkeling van toezichtsregimes waarin rekening gehouden wordt met de mogelijke gevolgen voor de maatschappij. De verkenning richt zich vooral op de reguliere werkzaamheden; incidenten komen minder aan bod. De activiteiten van bedrijven waar het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) toezicht op houdt, kunnen effect hebben op milieu en natuur en gevolgen hebben voor mensen in de omgeving.