
De ziekte van Lyme kan zich uiten in verschillende klachten bij de patiënt. De laboratoriumtesten voor de ziekte van Lyme kunnen artsen ondersteunen om de diagnose te stellen, maar geven geen doorslag. Dat blijkt uit onderzoek van een groep van meer dan 20 Europese experts naar de betrouwbaarheid van serologische Lyme-testen.
Verkeerde uitslag
Als artsen of patiënten alleen zouden kijken naar de uitslag van
een laboratoriumtest naar de ziekte van Lyme bij mensen met
neurologische klachten, dan zullen ongeveer 23% van de patiënten
negatief uit de test komen, terwijl ze op grond van ander onderzoek
wel de ziekte van Lyme hebben. Daarnaast zullen ongeveer 20% van
deze mensen positief uit de test komen, terwijl ze de ziekte van
Lyme niet hebben. Beide situaties zijn ongewenst, omdat of mensen
niet behandeld worden tegen de ziekte van Lyme en daardoor
ernstigere klachten kunnen ontwikkelen, of omdat de werkelijke
oorzaak van de klachten niet behandeld wordt en de patiënt klachten
blijft houden.
Diagnose
Om de diagnose voor de ziekte van Lyme vast te stellen
beoordelen artsen allereerst de gezondheidsklachten van de patiënt,
daarnaast de ziektegeschiedenis en het gedrag van de patiënt
(bijvoorbeeld of de patiënt grote kans heeft om tekenbeten op te
lopen doordat hij veel in de natuur is). En als derde kijkt de arts
naar de bloedwaarden. Deze gecombineerde methode is de beste manier
om de ziekte van Lyme vast te stellen.
Betrouwbaarheid vergroten
De meest gebruikte laboratoriumtest voor de ziekte van Lyme is
een serologische test. Deze test meet niet of je ziek bent, maar
meet de reactie van het lichaam op de bacterie die de ziekte van
Lyme veroorzaakt. Een “positieve” uitslag betekent dat je lichaam
antistoffen heeft die deze bacterie herkent. Die antilichamen
kunnen nog lang aanwezig blijven, ook als de bacterie al verdwenen
is. Bij ongeveer 5% van de gezonde Nederlanders zijn antistoffen
tegen de Lyme bacterie aanwezig in het bloed. Daarnaast is de tijd
tussen besmetting met de bacterie en het testen van het bloed
belangrijk. Wanneer de bloedtest snel na de besmetting gedaan
wordt, is de uitslag negatief omdat het afweersysteem nog geen tijd
gehad heeft om antistoffen aan te maken. Soms kan een herhaling van
het bloedonderzoek dan uitkomst bieden. Een laboratoriumtest alleen
kan geen doorslaggevende rol spelen bij het vaststellen van de
diagnose. Een ander type laboratoriumtest die meer betrouwbare
uitslagen geeft is niet voorhanden.
Vervolgonderzoek
Het is belangrijk om meer inzicht te krijgen in de beoordeling
van de uitslagen van de laboratoriumtesten voor de ziekte van Lyme
in de praktijk. Dit kan artsen helpen om de juiste diagnose te
stellen. Daarom zijn het AMC (Academisch Medisch Centrum Amsterdam
) en het RIVM een
onderzoek gestart bij verschillende huisartsenpraktijken.
Ziekte van Lyme
Jaarlijks worden 1,1 miljoen mensen gebeten door een tekenbeet.
Hiervan krijgt 2% een kenmerkende huidverkleuring en 0,2% een
ernstigere vorm van de ziekte van Lyme. Meestal is dit te
behandelen met antibiotica. Als de ziekte van Lyme niet in een
vroeg stadium herkend en behandeld wordt, kan de infectie blijven
bestaan en leiden tot gewrichtsklachten, huidklachten,
zenuwklachten of hartklachten. Het RIVM adviseert daarom om al met
een kenmerkende huidverkleuring of met griepachtige klachten na een
tekenbeet naar de huisarts te gaan.