Van 1 december 2014 tot en met 26 april 2015 was er een griepepidemie in Nederland. Er is een griepepidemie wanneer meer dan 51 op de 100.000 mensen zich bij de huisarts melden met griepachtige klachten, en er influenzavirus wordt aangetoond in afgenomen keel- en neusmonsters. Nu het aantal mensen met griepachtige klachten twee weken achtereen onder de epidemische grens is gebleven, is de griepepidemie na 21 weken officieel ten einde.

In week 18 gingen 49 op de 100.000 mensen naar de huisarts met griepachtige klachten, in week 19 ging het om 24 huisartsenbezoeken per 100.000 mensen. Daarmee is de griepepidemie officieel ten einde. Dit betekent niet dat er geen mensen met griep in Nederland meer zijn. Er wordt sporadisch nog influenzavirusvirus aangetoond in de monsters die de huisartsen afnemen bij mensen met griepachtige klachten.

Uitzonderlijk lange griepepidemie

De afgelopen griepepidemie had met 21 weken een uitzonderlijke lengte. Het was daarmee de langst durende epidemie sinds 1970. Tijdens de periode van de griepepidemie werd ook een verhoogde totale sterfte waargenomen. Mogelijk dat griepinfecties hierbij een rol hebben gespeeld. 

Verschillende griepvirussen

Er zijn enkele mogelijke verklaringen waarom de griepepidemie dit jaar langer duurde dan voorgaande jaren. In de eerste helft van de epidemie domineerde het type A(H3N2)-virus, terwijl in de laatste maanden bijna uitsluitend type B-influenzavirus voorkomt. Ook werd het type A(H1N1)pdm09 virus af en toe aangetoond. Daarnaast kwam zowel een deel van de aangetoonde influenzavirussen type A(H3N2) als het type B-influenzavirus dit seizoen niet goed overeen met de varianten die in het griepvaccin waren opgenomen. Hierdoor gaf de vaccinatie geen volledige bescherming tegen alle circulerende influenzavirusvarianten.