Sinds 2009 houdt het RIVM wekelijks het aantal overleden mensen in de gaten met gegevens van het CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek). Het doel van het monitoren van sterftecijfers is om de impact van een epidemie of een incident in beeld brengen. In het verleden zijn er pieken in de totale sterfte te zien bij koude- en hittegolven en bij uitbraken van infectieziekten, zoals griep en COVID-19. De oversterfte schattingen van het CBS en het RIVM kunnen op weekniveau verschillen. Het CBS kijkt naar de gemiddelden over de afgelopen jaren voor de betreffende week, deze zijn inclusief verhoogde sterfte in het griepseizoen. Het RIVM wil juist ook elk jaar oversterfte door de griep in kaart brengen. Om die reden verschillen de schattingen van het CBS en van het RIVM.
Stand van zaken
Sterfte binnen 2 weken gerapporteerd
In de week van 23 tot 29 november 2023 was de totale sterfte in Nederland licht verhoogd (sterfte binnen 2 weken gerapporteerd - rondom 97% gerapporteerd). In totaal zijn er 3.366 sterfgevallen gemeld; gewoonlijk verwachten we in deze tijd van het jaar tussen de 2.922 en 3.280 sterfgevallen. De sterfte was licht verhoogd in de leeftijdsgroep 75 jaar en ouder. De sterfte was verhoogd in de regio Groningen/Friesland/Drenthe.
Figuur. Sterfte in Nederland binnen 2 weken gerapporteerd (alle leeftijden en regio’s gezamenlijk).
De verklaring van de verschillende lijnen in de grafiek is als volgt:
- Zwarte lijn: sterfte tot en met 29 november 2023, die gemeld is binnen twee weken.
- Sterfte verlaagd: de sterfte bevindt zich onder de onderste grijze lijn.
- Sterfte verhoogd: de sterfte bevindt zich boven de bovenste grijze lijn.
De sterfgevallen worden door de gemeenten aan het Centraal Bureau voor Statistiek (CBS Centraal Bureau voor de Statistiek ) doorgegeven. Binnen 2 weken zijn circa 97% van alle sterfgevallen bekend bij het CBS. De reden van sterfte is ten tijde van deze wekelijkse rapportage nog niet bekend.
Met ingang van 14 juli 2022 is de verwachte sterfte van juli 2021 tot en met juni 2022 herberekend op recentere historische data. Er is nu data gebruikt van juli 2016 tot en met juni 2021 in plaats van data van juli 2015 tot en met juni 2020.
Terugblik
In de winter van 2020/2021 was er geen influenza epidemie. In het gehele respiratoire seizoen (week 40 2020 t/m week 20 2021, grotendeels overlappend met de 2e en 3e COVID-19 golven) was de geschatte oversterfte 14.739.
In de winter van 2019/2020 was de influenza-epidemie kort en mild (week 5 tot en met 7 2020). De oversterfte was in deze periode met 404 veel lager dan de gemiddelde oversterfte in de afgelopen 5 griepepidemieën (6.443). Een korte opleving van de griepepidemie in week 10 en11 2020 overlapte met de eerste 2 weken van de COVID-19 epidemie. De oversterfte in week 10 tot en met 19 van de COVID-19 epidemie was 9.768, waarvan 213 in de eerste 2 weken.
In de winter van (2018/2019) duurde de griepepidemie 14 weken (week 50 2018 tot en met 11 2019) en was de sterfte significant verhoogd in 5 afzonderlijke weken (week 3, 4, 7, 11, 12 2019). Tijdens de griepepidemie werd de totale oversterfte geschat op 2.894 (3.124 voor de gehele winter periode van week 40 tot en met 20). Dit is ongeveer de helft van de gemiddelde oversterfte in de afgelopen 5 epidemieën en betrof voornamelijk mensen van 75 jaar en ouder.
In de winter van (2017/2018) was de sterfte 15 weken lang verhoogd (week 51 2017 t/m 14 2018). De verhoogde sterfte viel samen met de griepepidemie die plaatsvond van week 50 2017 tot en met week 15 2018. De oversterfte tijdens de 18 weken griepepidemie werd geschat op 9.444 (8.885 voor de gehele winter periode van week 40 t/m 20). Er kunnen in een week meer mensen overlijden dan verwacht (oversterfte), of minder (ondersterfte). In de periode beschreven worden alle over- en ondersterfte bij elkaar opgeteld. De totale oversterfte kan daardoor soms over een langere periode lager zijn dan in een kortere periode. De oversterfte in de winter van 2017/2018 was hiermee het hoogst ooit gemeten sinds het begin van de monitoring in 2009. De oversterfte betrof voornamelijk mensen van 75 jaar en ouder, maar er waren ook enkele weken waarin de sterfte verhoogd was in mensen tussen de 55-64 jaar en 65-74 jaar.
In de winter van (2016/2017) was de sterfte 12 weken lang verhoogd (week 48 2016 t/m 10 2017). De verhoogde sterfte begon 2 weken nadat de griepepidemie begon en duurde tot en met de laatste week van de epidemie (met uitzondering van week 52 2016). De oversterfte betrof voornamelijk de mensen van 75 jaar en ouder. Tijdens de 15 weken griepepidemie werd de oversterfte geschat op 7.503 (8.890 voor de gehele winter periode van week 40 t/m 20). Hiermee was de oversterfte relatief hoog. In de voorafgaande 5 jaar was de oversterfte alleen hoger in 2014/2015, toen de langste griepepidemie heerste ooit gemeten in Nederland (oversterfte van 8.600 in 21 weken).
In de winter van (2015/2016) was de sterfte verhoogd van week 1 t/m 14 van 2016 (met uitzondering van week 7). De verhoogde sterfte viel samen met en duurde 3 weken langer dan de griepepidemie (die plaatsvond van week 1 t/m 11). Tijdens de 11 weken griepepidemie werd de oversterfte geschat op 3,900 sterfgevallen (6.085 voor de gehele winterperiode van week 40-20) en was daarmee gemiddeld vergeleken met de afgelopen 5 jaar. Dit betrof voornamelijk 75-plussers maar er waren enkele weken waarin de sterfte ook verhoogd was in 65-74 jarigen.
De winter ervoor (2014/2015) lag de piek van de totale sterfte in de week van 8 tot en met 14 januari 2015 en de piek was hoger dan de pieken in de afgelopen 5 jaar. Tijdens de gehele lange griepepidemie van de afgelopen winter was de sterfte verhoogd. Er stierven ruim 65.000 mensen, hiermee was de oversterfte ruim 8.600 in deze 21 weken (voornamelijk onder de 75-plussers). De oversterfte was hoger dan in de 4 eerdere influenza seizoenen.
In de winter van (2013/2014) was de sterfte niet verhoogd. Dit viel samen met een mild griepseizoen (een lage incidentie griep-achtig ziektebeeld en een korte griepepidemie van 4 weken).
Andere informatiebronnen
- Centraal Bureau voor de Statistiek: Sterfte; geslacht en leeftijd (op 31 december), per week
- Centraal Bureau voor de Statistiek: Overledenen; doodsoorzaak, kwartaal en jaar overlijden
- Centraal Bureau voor de Statistiek: Gezondheid en zorg in cijfers 2014
- Centraal Bureau voor de Statistiek: Forse daling sterfte in 2004
- European monitoring of excess mortality for public health action (EuroMOMO)
- Abstract: Mortality Monitoring in the Netherlands
- Abstract: Syndromic surveillance with death data: Is crude mortality data suitable for real time surveillance? A pilot study in the Netherlands
- EU-rapport Robine et al.: Report on excess mortality in Europe during summer 2003
- RIVM: Wekelijkse stand van zaken griep