Er zijn in 2010 1,2 miljoen vrouwen uitgenodigd voor screening: 6% meer dan in 2009. In totaal deed 80,7% mee; een daling van het deelnamecijfer met 0,8%. Er is geen specifieke oorzaak aan te wijzen voor de lichte daling in de deelname. De borstkankerdetectie steeg en de kosten per onderzoek bleven stabiel met gemiddelde kosten van 56 euro per onderzoek. In juni 2010 ging de laatste screeningseenheid over op digitale mammografie waarmee het Nederlandse bevolkingsonderzoek volledig gedigitaliseerd was.
Er zijn in 2010 ruim 5.600 borstkankers door de screening opgespoord (5,9 per 1.000 gescreende vrouwen). Hiermee heeft het bevolkingsonderzoek een positief voorspellende waarde van 29%. In 2010 overleden 65,2 per 100.000 vrouwen van 50-74 jaar aan borstkanker. Dit is 31% lager dan gemiddeld in 1986-88, de jaren voor de start van het landelijke bevolkingsonderzoek.
Dit staat in de Landelijk Evaluatie Team (LETB (Landelijke Evaluatie Team bevolkingsonderzoek Borstkanker)) rapportage 2012. Hierin staan de belangrijkste resultaten van het bevolkingsonderzoek naar borstkanker in 2010 in vergelijking met de voorgaande jaren en de totale periode van het bevolkingsonderzoek sinds 1990.
Er zijn voor het eerst sinds lange tijd weer enkele cijfers over de intervalkankers door een koppeling van het landelijke screeningsbestand en de kankerregistratie van 2004. Intervalkankers zijn gedefinieerd als kankers ontstaan in de eerste 2 jaar na screening. Hieruit blijkt dat per 1000 gescreende vrouwen er 2,4 een intervalkanker krijgen. De programmasensitiviteit voor de eerste en reguliere vervolgscreeningen in 2004 bedraagt voor beiden 70,8%. De fout-positieve uitslagen per 1.000 gescreende vrouwen is 14,3.