In 2020 was de uitstoot van broeikasgassen 8,8 procent lager dan in 2019. In totaal is de uitstoot nu 25,5 procent lager dan in 1990. Het zogeheten Urgendadoel - een minimale afname van 25 procent vanaf 1990 is hiermee voor 2020 gehaald. Dit volgt uit de definitieve cijfers die RIVM /Emissieregistratie en CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek) vandaag publiceren op emissieregistratie.nl. Ook de emissies van luchtverontreinigende stoffen laten een daling zien. Alleen de uitstoot van ammoniak steeg licht ten opzichte van 2019.
Daling broeikasgassen
Broeikasgassen zoals koolstofdioxide (CO2 (carbon dioxide)), methaan, lachgas en zogenoemde F-gassen, zorgen voor de opwarming van de aarde. In 2020 was de uitstoot in Nederland 164,3 megaton CO2-equivalenten. Dat is 15,9 megaton (8,8 procent) minder dan in 2019. De uitstoot van broeikasgassen geven we weer in megaton (is miljard kilo) CO2-equivalenten. Tussen 1990 en 2017 vond de emissiedaling voor het overgrote deel plaats bij de overige broeikasgassen: methaan, lachgas en de F-gassen. De emissie van CO2 bleef in deze periode ruwweg constant, en daalde vanaf 2018.
De huidige doelstelling voor 2030, vastgelegd in de Klimaatwet, bedraagt een emissiereductie van 49 procent ten opzichte van 1990.
Vooral minder personenverkeer
De afname van broeikasgassen is in 2020 duidelijk groter dan vorige jaren. Dat komt met name door minder gebruik van steenkool voor de elektriciteitsproductie. Het effect van de COVID-19 maatregelen is beperkt. Er is met name een effect te zien bij het personenverkeer. De uitstoot uit de industrie bleef vrijwel gelijk met vorig jaar. Gemiddeld was 2020 een relatief warm jaar. Door in 2020 minder aardgas te verstoken stootte de gebouwde omgeving ongeveer 1,5 megaton CO2-equivalent minder uit.
Emissies luchtverontreinigende stoffen gedaald, ammoniak neemt toe in 2020
De emissies van zwaveldioxide, stikstofoxiden, fijn stof (PM 2,5) en vluchtige organische stoffen (NMVOS) zijn alle gedaald tussen 2019 en 2020. De emissie van ammoniak is in 2020 ten opzichte van 2019 met 0,5 kiloton toegenomen naar 124,4 kiloton. Dat komt door een kleine stijging in het aantal dieren en door een toename van de hoeveelheid stikstof in koeienmest, vanwege een hoger eiwitgehalte in ruwvoer.
Met ingang van 2020 gelden in de Europese Unie voor de emissies van deze stoffen per land vastgestelde reductiepercentages. Deze relatieve reductiedoelstellingen moeten worden gerealiseerd ten opzichte van de emissies in het emissiejaar 2005. Voor al deze stoffen geldt dat de reductiedoelen voor de huidige periode gehaald zijn.
Beperkt effect COVID-19 maatregelen op luchtverontreinigende emissies
Het effect van de COVID-19 maatregelen op de emissie van luchtverontreinigende stoffen is beperkt, behalve bij NMVOS. De NMVOS-emissies van handdesinfectie zijn in 2020 ten opzichte van 2019 met 38,5 kton (kiloton) toegenomen. Effecten zijn verder te zien bij weg- en vliegverkeer. De uitstoot van stikstofdioxide door de luchtvaart is door het minder opstijgen en landen met ongeveer 50% afgenomen. Personen- en bestelauto’s reden ongeveer 17% minder kilometers in 2020. De uitstoot van stikstofdioxide bij het wegverkeer daalde echter vooral doordat auto’s steeds schoner worden.
Over de Emissieregistratie
De Emissieregistratie is een samenwerkingsverband tussen diverse instituten onder regie van het RIVM. De Emissieregistratie stelt jaarlijks de emissies van alle relevante Nederlandse bronnen vast. De Emissieregistratie levert zo de emissiegegevens voor onderbouwing van milieu- en klimaatbeleid. Daarnaast houdt de Emissieregistratie bij of Nederland zich aan de internationale klimaatverplichtingen houdt (UNFCCC, Kyoto protocol), en aan de richtlijnen op het gebied van grootschalige luchtverontreiniging (NECD, Göteborg protocol).