Hoewel de lichamelijke gezondheid van nieuwkomers met een tijdelijke verblijfsvergunning (statushouders) relatief goed is, is dit veel minder het geval met de psychische gezondheid. Een belangrijk aandachtspunt daarbij is het tekort aan gespecialiseerde zorg die is afgestemd op de cultuur en achtergrond. Denk aan zorg rondom PTSS (Posttraumatische Stressstoornis) of traumaverwerking. Ook het op tijd signaleren en voorkomen van psychische gezondheidsproblemen krijgen (te) weinig aandacht.
Dit zijn de belangrijkste uitkomsten van RIVM-onderzoek naar de gezondheid van statushouders. Dit maakt onderdeel uit van een meerjarig project over de positie en leefsituatie van statushouders die vanaf 2014 naar Nederland kwamen. Het RIVM werkt hierin samen met het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP (Sociaal en Cultureel Planbureau)), het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) en het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek)). Vandaag, 9 september 2021, wordt dit project afgesloten met een zogenaamde policy brief (rapport) met de belangrijkste aanbevelingen van de afgelopen jaren, waaronder de hierboven genoemde op het gebied van geestelijke gezondheid.
In dit rapport kijken de genoemde organisaties terug op de ontwikkelingen in het beleid sinds de grote instroom van statushouders rond 2015. Ook wordt vooruit gekeken naar de nieuwe inburgeringswet. Deze nieuwe wet, die per 1 januari 2022 ingaat, heeft als doel een groot aantal knelpunten in het huidige beleid weg te nemen en problemen in de integratie van statushouders aan te pakken. Door deze wet wordt het mogelijk beter rekening te houden met eventuele gezondheidsproblemen van statushouders tijdens de inburgering.
In april publiceerde het RIVM al de laatste onderzoeksresultaten waaruit bleek dat gezondheid een belangrijke rol speelt bij het (succesvol) afronden van de inburgering.