Het is belangrijk om al bij het ontwerp van een bouwwerk na te denken over hoe grondstoffen en bouwmaterialen beter hergebruikt of gerecycled kunnen worden. Een verbeterde methode om de milieuprestatie te berekenen maakt het mogelijk om beter te kunnen afwegen welke ontwerpen en technieken nodig zijn om hergebruik en recycling te optimaliseren. Dat blijkt uit onderzoek van het RIVM.
Op dit moment wordt in de bouwsector een methode gebruikt om de zogeheten milieuprestatie van gebouwen en bouwwerken in de grond-, weg- en waterbouw te meten. Dat houdt in dat gemeten wordt welke effecten die bouwmaterialen of gebouwen op het milieu hebben. Uit onderzoek met experts uit deze sectoren blijkt dat de huidige methode onvoldoende geschikt is voor het realiseren van circulaire ontwerpstrategieën in de bouw.
Nieuwe technieken
Het RIVM heeft onderzocht welk type aanpassingen nodig zijn om de huidige meetmethode om de milieuprestatie te bepalen meer te laten bijdragen aan een circulaire economie. Hiervoor is het van belang om op een juiste manier in te schatten of nieuwe technieken de beloofde voordelen echt waar kunnen maken. Het gaat dan om technieken in het ontwerp van een bouwwerk, maar ook over de manier waarop wordt gesloopt en het materiaal wordt hergebruikt. Verder wordt aanbevolen om aan te sluiten bij huidige methodologische vernieuwingen op dit gebied.
Circulaire economie
In Nederland werken de overheid en het bedrijfsleven samen aan een circulaire economie, o.a. gericht op het hergebruik van producten en grondstoffen. De bouwsector kan een belangrijke bijdrage leveren aan een circulaire economie met een betere milieuprestatie als gevolg. Deze milieuprestatie wordt onder andere gebruikt als criterium bij aanbestedingen in de bouw.
Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van Rijkswaterstaat in het kader van het Rijksbrede programma Circulaire Economie 'Nederland circulair in 2050'.