Het RIVM organiseerde op 12 september 2014 het symposium ‘Acceptatie en communicatie Rijksvaccinatieprogramma’. Hier werden met diverse experts de resultaten besproken van het promotieonderzoek van RIVM’er Irene Harmsen in samenwerking met de Universiteit Maastricht. Belangrijkste uitkomst was dat het RIVM voortaan beter luistert naar de visie van onder andere ouders en consultatiebureaumedewerkers ten aanzien van het Rijksvaccinatieprogramma.
Hierbij wordt gebruik gemaakt van een monitoringsysteem. Met een dergelijk systeem kan de acceptatie van het Rijksvaccinatieprogramma worden gevolgd zodat beter kan worden voorzien in de informatiebehoefte. “Een monitoringsysteem helpt ons écht naar onze doelgroepen te luisteren. Zo krijgen we inzicht in trends en veranderingen in de keuze tot vaccineren van ouders, kan onrust tijdig voorspeld worden en kunnen passende maatregelen worden getroffen”, aldus Harmsen.
Om te achterhalen welke componenten onderdeel moeten zijn van het monitoringsysteem, onderzocht Harmsen de factoren die van invloed zijn op de keuze van ouders om hun kind al dan niet te vaccineren. Daarnaast keek zij naar de ervaring van consultatiebureaumedewerkers met het Rijksvaccinatieprogramma en analyseerde zij de online berichtgeving ten tijde van de mazelen uitbraak in 2013.
Vaccineren voor veel ouders vanzelfsprekend
Waarom laten ouders hun kinderen wel of juist niet vaccineren? Het antwoord op deze vraag wordt in belangrijke mate bepaald door de houding die ouders hebben ten opzichte van het Rijksvaccinatieprogramma. Harmsen: “81% van de ouders vindt het vaccineren van hun kind binnen het Rijksvaccinatieprogramma vanzelfsprekend. Hierdoor kunnen zij makkelijk beïnvloed worden door negatieve berichten. Om deze ouders weerbaar te maken tegen deze berichten, moeten zij bewust zijn van de redenen wáarom ze ervoor hebben gekozen om hun kind te laten vaccineren. Voor het maken van een weloverwogen keuze is gedegen informatie over de voor- en nadelen van vaccinatie essentieel. Consultatiebureaumedewerkers spelen daarbij een belangrijke rol.”
Training effectief communiceren voor consultatiebureaumedewerkers
Uit het onderzoek van Harmsen is gebleken dat consultatiebureaumedewerkers een positieve houding hebben ten aanzien van het Rijksvaccinatieprogramma. “Consultatiebureaumedewerkers zijn prima in staat om verschillende groepen (kritische) ouders te herkennen en te woord te staan. Wel geven ze aan behoefte te hebben om opgeleid te worden hoe effectief te communiceren met ouders. Onderwerpen als informatieverstrekking over de voor- en nadelen en het voorzien in informatie op maat zodat aan de behoefte van ouders kan worden voldaan dienen centraal te staan”, aldus Harmsen.
Naast consultatiebureaumedewerkers zijn ook online-media van invloed op hoe mensen denken over vaccinaties. Vooral social media worden gebruikt om informatie te verspreiden en meningen te delen. Harmsen: “Omdat de inhoud van de social mediaberichtgeving kan worden gebruikt als maatstaf voor publieke interesses en zorgen, zijn deze een belangrijk onderdeel van het monitoringsysteem.”
Meer informatie
De presentaties die tijdens het symposium zijn gegeven kunt u opvragen bij Liesbeth Mollema via secretariaat.epi@rivm.nl.