De officiële meetgegevens in Nederland laten voor zowel concentraties fijnstof als stikstofdioxide geen duidelijke correlatie zien met de effecten van de verminderde mobiliteit.
De afname van de verkeersemissies heeft echter wel effect. Bij een langer aanhoudende vermindering van mobiliteit en uitstoot zal de luchtkwaliteit merkbaar verbeteren. Dit stelt het RIVM.
Op basis van bekende veranderingen in de mobiliteit en productie door covid-19 schat het RIVM dat er afnames in de fijnstof concentraties van 5-10% en voor stikstofdioxide afnames van 10-20% kunnen optreden.
Van dag tot dag treden er forse fluctuaties op in concentraties. Die zijn voornamelijk afhankelijk van het weer. Ten opzichte van deze normale fluctuaties zijn effecten van de maatregelen, die nu ruim 4 weken duren, lastig waar te nemen. Bovendien maakt de dominante oostenwind van de afgelopen weken een vergelijking met “normale” omstandigheden lastig. De oostenwind brengt namelijk meer luchtverontreiniging uit andere landen naar ons toe. Bij wind uit het westen of noorden is dat veel minder het geval.
De effecten van de maatregelen zullen, naarmate die langer duurt, in de metingen steeds duidelijker zichtbaar worden. Op specifieke locaties, bijvoorbeeld direct langs drukke wegen, zijn de effecten nu al waarneembaar.
In Zuid-Europa minder stikstofdioxide, weinig afname fijnstof
De maatregelen die tegen Covid-19 wordt ingezet, hebben in zuid Europa wel tot aanzienlijke afnames in de concentraties stikstofdioxide (NO2 (Stikstofdioxide)) op leefniveau (de lucht die de mensen inademen) geleid. Deze afnames volgen de afname in mobiliteit in de betreffende landen. Voor fijnstof, voor gezondheid belangrijker dan stikstofdioxide, is er echter weinig effect van de verminderde mobiliteit in de meetgegevens te zien.