Door de economische groei, klimaatverandering en de toename van de bevolking, is het niet zeker of er tijdens warme zomers altijd genoeg drinkwater beschikbaar is in Nederland. Provincies en drinkwaterbedrijven onderzoeken daarom de bruikbaarheid van nieuwe waterbronnen in Nederland, zoals brak kwel- en grondwater in kustgebieden en regenwater. Op verzoek van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat zette het RIVM de bestaande initiatieven in Nederland op een rij. Het RIVM heeft aandachtspunten verzameld die kunnen helpen bij het maken van afwegingen voor de inzet van onconventionele bronnen voor de drinkwatervoorziening in ons land.
Niet alleen technische maar ook maatschappelijke afweging
Andere waterbronnen dan de traditionele zoetwaterbronnen kunnen helpen een mogelijk tekort op te vangen als er onvoldoende grond- en oppervlaktewater voorradig is. Aandachtspunten zijn of de bron altijd genoeg water bevat (beschikbaarheid), of de kwaliteit goed genoeg is om er drinkwater van te maken, en of er technische mogelijkheden zijn om het water te winnen. Bij de afwegingen moet ook bekeken worden of de drinkwaterwinning in de omgeving past (inpassing in het landschap) en of de winning duurzaam is. Met andere woorden: wat de maatschappelijke kosten en baten zijn. Met die kennis kunnen overheden en drinkwaterbedrijven kansrijkste locaties inventariseren, meer in detail onderzoeken en onderling vergelijken.
Geen landelijke oplossing
De aanwezigheid en soort onconventionele bronnen verschilt per regio in Nederland. Ook verschilt per regio of en in welke mate er extra drinkwater nodig kan zijn. Het RIVM adviseert dan ook om eerst per regio te onderzoeken hoeveel drinkwater nodig is, wat watergebruik door landbouw en natuur is, en hoeveel water daarvoor beschikbaar is. Zo wordt duidelijk of ongebruikelijke bronnen wenselijk zijn om de vraag en het aanbod van water beter te laten aansluiten.