bronnen van laagfrequent geluid

Het RIVM stelt voor om in Nederland meer onderzoek te doen naar de blootstelling aan laagfrequent geluid (LFG) en de (gezondheids)effecten daarvan. Deze aanbeveling staat in een voorstel voor een onderzoeksprogramma dat het RIVM opstelde op verzoek van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat )). Uit de beschikbare literatuur blijkt dat LFG hinder veroorzaakt en mogelijk iemands slaap kan verstoren. Andere gezondheidseffecten van LFG blijken niet uit de beschikbare literatuur. Omdat het verband tussen blootstelling aan LFG en gezondheidseffecten niet goed duidelijk is, stelt het RIVM voor om meer onderzoek te doen. Naast extra onderzoek adviseert het RIVM de betrokken instanties om regionaal beter samen te werken bij de omgang met LFG-meldingen.  

Compleet beeld ontbreekt

Er is bewezen dat geluid in het algemeen een negatief effect heeft op de gezondheid, bijvoorbeeld een slechtere slaap of hartproblemen. Specifiek over de effecten van het laagfrequente deel van het geluid (LFG),is weinig bekend. Laagfrequent geluid wordt veroorzaakt door grote bronnen die vaak op afstand zijn, (zoals fabrieken, festivals, windturbines en wegverkeer) of kleine bronnen in en om het huis (zoals wasmachines, warmtepompen). Over de effecten van LFG leven veel vragen in de maatschappij. Het ministerie van IenW Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat ) vroeg het RIVM om uit te zoeken wat er bekend is en welke vervolgonderzoeken nodig zijn op gebied van LFG.

Advies aan instanties: meer regionale samenwerking

Het aantal bronnen van LFG (zoals warmtepompen, airco’s) neemt naar verwachting de komende jaren toe. Het RIVM heeft - naast het literatuuronderzoek naar LFG – ook aan gemeenten, omgevingsdiensten en medisch specialisten gevraagd hoe zij met meldingen van geluidsoverlast omgaan. Uit deze RIVM-enquête blijkt dat daarbij verschillen zijn tussen regio’s. Die verschillen zijn ook zichtbaar bij de GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst)’en. Hoewel het RIVM niet onderzocht wat de reden is van de verschillen, raadt het RIVM aan na te gaan hoe de betrokken instanties meer of beter samen kunnen werken en onderling kennis kunnen delen. Regio’s kunnen daarbij ook van elkaar leren. Maatregelen om LFG te verminderen, zijn in de praktijk meestal maatwerk. Samenwerken en kennisdelen binnen en tussen regio’s, heeft daarbij veel toegevoegde waarde.

Onderzoek naar effect (cognitieve) therapie

Soms hebben mensen last van bromtonen, terwijl er geen duidelijk aanwijsbare bron is die laagfrequentgeluid veroorzaakt. Het komt ook voor dat mensen hinder hebben van niet te vermijden bronnen, zoals bromgeluid van een snelweg verderop. In die gevallen zouden mensen mogelijk geholpen kunnen worden om met het geluid om te leren gaan en zo hun kwaliteit van leven te verbeteren. Vaak wordt dan cognitieve therapie genoemd als hulpmiddel. Het RIVM raadt aan om te onderzoeken of cognitieve therapie kan helpen bij mensen die last hebben van LFG of bromtonen die onverklaard of onvermijdelijk zijn.