Het RIVM heeft voor 25 beleidsterreinen van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat veiligheidsdoelen in kaart gebracht die zijn gesteld om effecten van bedreigingen van de fysieke leefomgeving te voorkomen, verkleinen of beheersen.
Uit het eerder gepubliceerde deel van het onderzoek blijkt dat voor de gezondheidseffecten, uitgedrukt in de kans op dodelijke slachtoffers of aantallen slachtoffers, gegevens bekend zijn. De effecten voor ecologie, economische schade en maatschappelijke impact zijn meestal niet goed bekend en zijn, zoals blijkt in dit vervolgonderzoek, niet expliciet meegenomen in de doelen voor het risico- en veiligheidsbeleid. Met deze effecten wordt impliciet rekening gehouden.
Het beleid van het ministerie gaat uit van een beleidsmatig basisbeschermingsniveau en van een streven om de veiligheid en de kwaliteit van onze leefomgeving verder te verbeteren. Voor een veilige en gezonde leefomgeving is het belangrijk te weten wat de actuele situatie in de fysieke leefomgeving is en hoe de samenleving de veiligheid waardeert.
Voorbeelden van vraagstukken zijn het risico van overstromingen, veiligheid bij brand of explosies bij industriële activiteiten, luchtverkeersveiligheid, veiligheid op de weg, in scheepvaart en op het spoor. Ook gaat het om de effecten van vervuilende stoffen in lucht, water en bodem en van het gebruik van nanomaterialen en biotechnologie.
De samenleving heeft behoefte aan een zekere mate van eenduidigheid en consistentie in risico-afwegingen voor al deze veiligheidsvraagstukken. Om dat goed te doen, zijn voldoende gegevens nodig om risico’s vanuit verschillende invalshoeken te kunnen karakteriseren. Bij dit onderzoek worden ook diverse nieuwe (technologische) ontwikkelingen betrokken, die gepaard gaan met onzekere risico’s. Hiervoor blijken doorgaans nog geen geschikte effectmaten te zijn ontwikkeld. Uit voorzorg wordt daarom in dit soort gevallen een verwaarloosbaar risico als beleidsambitie gesteld.
Het RIVM pleit voor een brede, transparante beoordeling van risico’s en effecten. Hiervoor moeten samenhangende risico- en effectmaten ontwikkeld worden die op zowel technische als sociaalwetenschappelijke inzichten moeten worden gebaseerd. De veiligheid van situaties hangt immers samen met wat de maatschappij aanvaardbaar vindt.