In 2017 is 25,1 miljard euro uitgegeven voor de behandeling van psychische aandoeningen. Dit is bijna een derde van de totale zorguitgaven (87,8 miljard euro) in Nederland, die door zowel de overheid als burgers wordt betaald. Onder psychische aandoeningen vallen ook de zorguitgaven voor mensen met dementie en mensen met een verstandelijke beperking. De zorguitgaven voor hart- en vaatziekten komen op de tweede plek, met 10,2 miljard euro.
Deze cijfers zijn afkomstig uit de vandaag door het RIVM gepubliceerde studie ‘kosten van ziekten’ over 2017 op volksgezondheidenzorg.info en statline.rivm.nl.
De zorguitgaven voor bloedziekten en immuunstoornissen, kanker en hart- en vaatziekten zijn vergeleken met voorgaande jaren sneller gestegen dan voor andere diagnosegroepen. Omdat kanker en hart- en vaatziekten vooral bij ouderen optreden, is het effect van vergrijzing en de toename van de levensverwachting op de zorguitgaven bij deze ziekten sterker dan bij andere aandoeningen. Bovendien zijn voor immuunstoornissen en kanker de laatste jaren veel nieuwe, relatief dure geneesmiddelen op de markt gekomen. Deze geneesmiddelen worden inmiddels breed toegepast binnen de gezondheidszorg.
Technische toelichting
De Kosten van Ziekten-studie is een vierjaarlijkse studie. De studie geeft inzicht in verbanden tussen zorguitgaven, zorgaanbod en onderliggende ziektepatronen en veranderingen in de samenstelling van de bevolking. In de Kosten van Ziekten-studie worden de zorguitgaven uitgesplitst naar dimensies van zorgvraag (leeftijd, geslacht, diagnose) en zorgaanbod (sector, financiering, zorgfunctie). Opdrachtgever is het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Bij de uitvoering wordt nauw samengewerkt met het Centraal Bureau voor de Statistiek, dat data over de zorguitgaven aanlevert.