Om vooraf aantal gewonden bij chemische incidenten te schatten, is een systeem voorgesteld. Bestuurders en lokale hulpverleners kunnen dit gebruiken bij het beoordelen van ruimtelijke ordeningsplannen en vergunningaanvragen.
Er bestaan al methoden om het aantal dodelijke slachtoffers te berekenen, maar nog niet om het aantal gewonden of de aard van de verwondingen in te schatten.
Het RIVM schetst een nieuw systeem voor gebruik in de preparatiefase dat bestaat uit drie fasen:
-
In de eerste fase kunnen bestuurders en hulpverleners de activiteit definiëren, evenals het mogelijke incident en de blootstelling aan stoffen als gevolg daarvan.
-
In de tweede fase kunnen hulpverleningsdiensten zelf het aantal mensen berekenen dat niet in staat is zichzelf te redden en het aantal van hen dat hulpverlening nodig heeft. De inschatting van het aantal gewonden is in deze fase gebaseerd op de zogeheten rampeninterventiewaarden. Resultaat hiervan kan zijn dat het aantal gewonden te hoog is ten opzichte van de geschatte benodigde capaciteit van de hulpverlening. De keus is dan de activiteit aan te passen (dat wil zeggen, niet of onder voorwaarden toestaan) of een nadere analyse te laten uitvoeren.
-
Voor die analyse wordt deskundige expertise ingezet (derde fase). Aan de hand van de blootstelling aan een stof wordt dan een nauwkeurigere inschatting van het aantal doden en gewonden berekend.
Deze schets moet ter operationalisering verder worden uitgewerkt in protocollen, gegevens en criteria. De bedoeling is dat vertegenwoordigers van de bestuurders en hulpverleners zelf aan de slag kunnen om het aantal slachtoffers af te leiden.