Het Meldpunt en Expertisecentrum Bijwerkingen Implantaten heeft tussen de start op 3 juli 2017 en 1 april 2018 264 meldingen ontvangen. Het totaal aantal bijwerkingen dat werd gemeld was 1293. Veruit de meeste meldingen gingen over de mogelijke bijwerkingen van een borstprothese, op afstand gevolgd door meldingen over een bekkenbodemmatje. Dat staat in de opstartrapportage Meldpunt en Expertisecentrum Bijwerkingen implantaten van het RIVM in samenwerking met het Lareb (Landelijke Registratie Evaluatie Bijwerkingen ).
De meldingen gingen over het algemeen over bekende bijwerkingen of over bijwerkingen waarnaar al onderzoek gaande was. De meldingen hebben daarom geen aanleiding gegeven voor een verdiepend onderzoek of het uitbrengen van een signalering over een specifiek implantaat. De bijwerking die het meest genoemd werd, is vermoeidheid. Ook het verlies van persoonlijke zelfstandigheid bij dagelijkse activiteiten en (gewrichts)pijn worden regelmatig gemeld.
Aantal meldingen beperkt
Het aantal mensen dat een melding deed tussen juli 2017 en april 2018 bedroeg 264. Daarvan waren er 260 afkomstig van burgers en vier van zorgverleners. De jongste patiënt waarover gemeld is, was 15 jaar, de oudste 87. Het aantal meldingen dat is binnengekomen in de beginperiode is nog beperkt. Dit komt waarschijnlijk doordat burgers en zeker zorgverleners het meldpunt nog niet voldoende weten te vinden. In de loop van 2018 en 2019 zal het Meldpunt en Expertisecentrum Bijwerkingen Implantaten inzetten op het vergroten van de bekendheid.
Het doel van het Meldpunt en Expertisecentrum Bijwerkingen Implantaten is het signaleren van product(gerelateerde) bijwerkingen van implantaten. Via het meldpunt kunnen patiënten, maar ook mensen die namens iemand anders melden, en zorgverleners mogelijke bijwerkingen van implantaten melden. Door het (vroeg)tijdig melden kunnen zorgprofessionals en burgers van informatie worden voorzien indien daar aanleiding toe is.