Hoofdluis verspreidt zich in een hoog tempo - vooral onder kinderen. “Controleer vaak en grijp meteen in bij ontdekking van hoofdluis. Kammen met een netenkam eventueel gecombineerd met een antihoofdluismiddel is een goede aanpak.” Dat is de belangrijkste boodschap van de jaarlijkse informatiecampagne tegen hoofdluis die op 6 september van start gaat. Het informatiemateriaal is ontwikkeld door het RIVM en verkrijgbaar bij veel GGD (Gemeentelijke Gezondheidsdienst)’en.
Na de zomervakantie lijkt het er regelmatig op alsof er een hoofdluis-epidemie is. Dat komt niet zozeer doordat hoofdluis meer voorkomt, maar doordat veel scholen dan luizencontroles houden. Met andere woorden: kinderen hebben vaak hoofdluis zonder het te weten. Ze besmetten zo andere kinderen, want hoofdluis verspreidt zich in een hoog tempo. Een kind vaak (laten) controleren is belangrijk. De kans op verdere verspreiding is een stuk kleiner als de hoofdluis snel aangepakt wordt.
De belangrijkste campagnetips:
Goed controleren
Luizen zijn parasieten – ze leven van bloed. Het zijn grijsblauwe beestjes van een paar millimeter groot, als ze bloed hebben opgezogen zijn ze roodbruin. Ze zitten graag op warme plekjes: in het haar in de nek, achter de oren of onder de pony. Hun eitjes (neten) zijn grijswitte stipjes die hardnekkig aan de haren plakken. Vaak zitten neten dichtbij de hoofdhuid. Met het blote oog zijn ze lang niet altijd te zien. Signalen als jeuk en krabben op het hoofd wijzen op hoofdluis. Toch worden luizen lang niet altijd opgemerkt; haren moeten regelmatig met een luizenkam worden geïnspecteerd.
Verwijderen
Zodra hoofdluis gevonden wordt, zijn twee dingen belangrijk: de luizen bestrijden én ervoor zorgen dat ze niet terugkomen. Eén manier om hoofdluis te bestrijden is de ‘kammethode’: het haar, gedurende twee weken, elke dag grondig kammen met een netenkam. De kammethode kan gecombineerd worden met het gebruik van een antihoofdluismiddel. Verder is het belangrijk dat alle huisgenoten ook worden gecontroleerd en dat school, clubs en vriendjes worden geïnformeerd.
Voorkomen
Hoofdluis is nooit 100% te voorkomen. De hoofdluis kan op elk hoofd gaan zitten, met hygiëne heeft dat niets te maken. Het helpt wel als kinderen geen kammen, mutsen, hoofddoekjes of haarspeldjes met elkaar delen.
Noot voor de redactie:
Het informatiemateriaal is opgesteld door het RIVM, in samenwerking met vertegenwoordigers van verschillende partijen: GGD (Gemeentelijke Gezondheidsdienst)’en, apothekers, artsen, en het Centraal Bureau Drogisterijbedrijven (CBD (Centraal Bureau Drogisterijbedrijven)). De informatie over hoofdluis is via veel GGD’en te verkrijgen.
Meer informatie over hoofdluis is te vinden op de website van het RIVM, hier kunt u ook beeldmateriaal vinden dat u met bronvermelding kunt gebruiken.
Voor een verdere toelichting kunt u contact opnemen met Harald
Wychgel, persvoorlichting RIVM, 030 274 3005