Rondom drukke straten en wegen zijn de concentraties van roet en zware metalen in fijn stof twee tot drie keer hoger dan gemiddeld in Nederlandse steden. Dat blijkt uit het tweede beleidsgerichte onderzoeksprogramma naar fijn stof in Nederland (BOPII).

Het aandeel van roet en zware metalen in fijn stof is klein, maar de deeltjes zijn waarschijnlijk gevaarlijker voor de volksgezondheid dan andere deeltjes fijn stof. Roet komt uit de uitlaat van auto’s en zware metalen komen vrij door slijtage van remschijven en banden. Het is voor roet en zware metalen zinvol om te verkennen of de concentraties langs drukke straten en wegen kunnen worden verlaagd met lokale maatregelen.

Nationaal en internationaal beleid ook belangrijk

Nationale en internationale maatregelen zijn ook belangrijk, want de mogelijkheden om de totale fijn stofconcentratie met lokale maatregelen terug te brengen zijn beperkt. De totale hoeveelheid fijn stof komt vooral van ver: twee derde van het fijn stof van menselijke activiteiten (industrie, verkeer, landbouw etc.) komt uit het buitenland. Stikstof en zwavel hebben daarin een groot aandeel. De totale concentraties fijn stof in stedelijk gebied zijn circa 15 procent hoger dan in de omgeving.

BOPII

Het BOPII onderzoek is uitgevoerd door het RIVM, TNO en ECN Energieonderzoek Centrum Nederland (Energieonderzoek Centrum Nederland), in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Milieu. Op basis van het onderzoek kunnen de effecten van fijn stofbeleid beter worden ingeschat.