Circa 1,5 tot 5% van de containers die de afgelopen jaren via de havens van Rotterdam en Amsterdam werd ingevoerd, bevatte gassingsmiddelen in concentraties boven de arbogrenswaarden. Dit blijkt uit een vergelijking van verschillende meetcampagnes die de laatste jaren zijn uitgevoerd naar schadelijke gassen in importcontainers.

Naar aanleiding van een aantal ernstige incidenten, waarbij medewerkers zonder beschermingsmiddelen importcontainers hebben geopend met hoge concentraties gassingsmiddelen, zijn er de afgelopen jaren verschillende meetcampagnes uitgevoerd naar schadelijke gassen in containers. Doordat de resultaten van de meetcampagnes op het eerste oog uiteenlopende resultaten laten zien, is er in de Tweede Kamer onduidelijkheid ontstaan over het percentage containers dat hoge concentraties schadelijke gassen bevat. De voormalig minister van VROM Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer) heeft de Tweede Kamer toegezegd dat het RIVM zal onderzoeken wat de verklaring zou kunnen zijn van dit verschil.

Uit de analyse van de verschillende meetcampagnes blijkt dat verschillen in gerapporteerde resultaten grotendeels worden verklaard door verschillen in de wijze waarop de gecontroleerde containers zijn geselecteerd, de meetmethoden en gemeten stoffen, de arbogrenswaarden waaraan is getoetst en de wijze waarop er onderscheid is gemaakt tussen gassingsmiddelen en uitdampende stoffen. Indien er ‘gecontroleerd’ wordt voor deze verschillen, dan blijkt dat er tussen de meeste meetcampagnes geen groot verschil bestaat in het percentage importcontainers dat concentraties gassingsmiddelen bevat boven de arbogrenswaarden.

Geconcludeerd kan worden dat in de afgelopen jaren circa 1,5 tot 5% van de containers de gassingsmiddelen methylbromide, fosfine en chloorpicrine boven de arbogrenswaarden bevatte. Daarnaast bevatte in de afgelopen jaren circa 5 tot 8% van de containers de stoffen 1,-2-dichloorethaan, benzeen en tolueen. Voor formaldehyde is vanwege onvoldoende betrouwbare metingen en uiteenlopende resultaten, geen nauwkeurige schatting te geven. Mogelijk ligt het percentage containers met formaldehydeconcentraties boven de Nederlandse arbogrenswaarde, in de orde van 10-20%.

Indien formaldehyde buiten beschouwing wordt gelaten, blijkt dat de afgelopen jaren circa in totaal circa 7 tot 11% van de containers schadelijke gassen boven arbogrenswaarden bevatte.