GGD teststraat

Het Nederlandse beleid om thuis te blijven met coronagerelateerde klachten en je te laten testen, kan op draagvlak rekenen van de meerderheid van de ruim 50.000 deelnemers aan het RIVM Gedragsonderzoek. Maar als mensen daadwerkelijk klachten krijgen, geeft 80% van de mensen aan toch naar buiten te zijn gegaan en 12% zegt zich getest te laten hebben. 4 op de 10 mensen herkent hun klachten van een andere aandoening dan COVID-19, zoals hooikoorts, en geeft dit als reden waarom ze zich niet laten testen. Dat blijkt uit onderzoek van het RIVM en de GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst)’en.  

Thuisblijven bij klachten cruciaal voor bestrijding

Met bron- en contactonderzoek worden de eerste clusters gevonden en het aantal besmettingen lijkt langzaamaan weer iets toe te nemen. Het RIVM vindt het zorgelijk dat mensen niet thuisblijven als zij klachten hebben die passen bij COVID-19. In dit onderzoek geeft 40% aan wel naar het werk te gaan en ruim 80% boodschappen te gaan doen. Bijna de helft van de deelnemers met klachten geeft dan ook aan het (heel) moeilijk te vinden om dit advies in de praktijk op te volgen.

Testen belangrijk voor vroege opsporing

Het RIVM benadrukt dat het voor de bestrijding van deze uitbraak cruciaal is dat mensen met klachten thuisblijven. Hoewel testen sinds 1 juni bij ruim 80 GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) teststraten mogelijk is, geeft 30% van de deelnemers met klachten toch aan dit advies (heel) moeilijk te vinden om op te volgen. Het is ook niet voor iedereen duidelijk dat het advies is om je al bij één klacht of milde klachten direct te laten testen. Men is immers gewend om bij milde gezondheidsklachten niet meteen naar de dokter te gaan en “het eerst nog even aan te kijken”.

Wanneer zijn de klachten relevant

Mensen schrijven hun klachten regelmatig toe aan bijvoorbeeld astma, hooikoorts of een verkoudheid die ze wel vaker hebben. Als iemand klachten duidelijk herkent als gebruikelijke klachten door hun hooikoorts of rokershoest, is testen ook niet nodig. Als iemand het niet herkent als gebruikelijke klachten dan geldt bij klachten, ook al zijn ze mild, blijf thuis en laat je direct testen. 

Thuisblijven en testen bevorderen

Mensen die zich laten testen zeggen dit te doen om zekerheid te hebben, anderen te willen beschermen, of aan het werk te kunnen. Om thuisblijven en testen te bevorderen kan het helpen om dit zo makkelijk mogelijk te maken: bijvoorbeeld, snel kunnen testen op een locatie in de buurt en ondersteuning bieden bij thuisisolatie. Ten slotte volgen mensen de adviezen vaker op als ze het nut en de meerwaarde van thuisblijven en testen evident vinden. Door bijvoorbeeld aan te geven dat alleen de afgelopen week al zo’n 500 mensen positief testten, en er daarmee waarschijnlijk zo’n 3000 infecties worden voorkomen in het komende half jaar.

Breed monitoren

De informatie uit dit onderzoek moet gezien worden in een breder perspectief van uitgebreide monitoring. Het RIVM blijft alert op de verschillende indicatoren. Deze geven samen een beeld van de verspreiding van het coronavirus in Nederland. Als één indicator een signaal geeft, is dat niet per se reden tot zorg. Wel is het belangrijk om te begrijpen wat de oorzaak is, om vervolgens beleid hierop gericht bij te kunnen stellen.

We hebben met elkaar de afgelopen periode de verspreiding van het nieuwe coronavirus sterk weten terug te dringen. Dat zien we ook terug in het lage percentage positieve tests. Het is nu belangrijk dat iedereen blijft meehelpen aan het tegengaan van de verspreiding van dit virus: Blijf thuis bij klachten en laat je testen, houd 1,5 meter afstand, was vaak je handen en vermijd drukte.

De cijfers komen uit het gedragsonderzoek dat het RIVM  samen met GGD GHOR Nederland Gemeentelijke / Gemeenschappelijke GezondheidsDienst – Geneeskundige HulpverleningsOrganisatie in de Regio (Gemeentelijke / Gemeenschappelijke GezondheidsDienst – Geneeskundige HulpverleningsOrganisatie in de Regio) en de GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst)’en periodiek uitvoert. De onderliggende verklaringen komen uit verdiepende interviews. Deze uitkomsten zijn verwerkt in een integrale analyse. Het onderzoek is gefinancierd door NWO Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek) en ZonMw ZorgOnderzoek Nederland Medische Wetenschappen (ZorgOnderzoek Nederland Medische Wetenschappen ).