In Europa worden verschillende systemen gebruikt die helpen om stoffen en processen die kanker kunnen veroorzaken snel op te sporen, de zogenoemde ‘early warning systems’. Ook is er een aantal databases beschikbaar die informatie bevatten over de blootstelling aan gevaarlijke stoffen of processen en gezondheidseffecten. Dat blijkt uit een inventarisatie door het RIVM naar de opsporing van werk gerelateerde gezondheidseffecten in 51 Europese landen.

Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid wil dat mensen op de werkvloer minder aan kankerverwekkende stoffen blootstaan. Hiervoor is het belangrijk dat stoffen en processen die kanker kunnen veroorzaken snel worden opgespoord. Op Europees niveau is ook interesse voor deze zogeheten ‘early warning systems’, maar landen gebruiken hiervoor verschillende systemen. Het RIVM heeft in 51 Europese landen geïnventariseerd welke dat zijn om nieuwe en toenemende risico’s op te sporen. 

Signaleringssystemen

Zeven landen hebben, soms met een ander land, een ‘signaleringssysteem’ ontworpen. Hiermee kunnen artsen gezondheidseffecten, waaronder kanker, melden als ze vermoeden dat die effecten worden veroorzaakt door stoffen of arbeidsprocessen waarvan het kankerverwekkende effect nog niet bekend is. Naar aanleiding van een melding onderzoekt vervolgens een expertgroep of er daadwerkelijk sprake is van een oorzakelijk verband tussen de blootstelling en de gemelde gezondheidseffecten. Tien andere landen gebruiken een systeem dat niet speciaal is ontworpen om onbekende risico’s te signaleren, maar daar desgewenst wel voor kan worden ingezet.

Databases

Naast de signaleringssystemen zijn er een aantal databases beschikbaar die informatie bevatten over de blootstelling aan gevaarlijke stoffen of processen en gezondheidseffecten. Deze databases kunnen worden gebruikt om mogelijk schadelijke stoffen op te sporen. Ook hier vervullen expertgroepen een elementaire rol om de signalen te evalueren.

Expertisecentra

Experts vinden het essentieel dat elk land expertisecentra heeft waar werknemers terecht kunnen die mogelijk ziek zijn geworden door hun werk en die onderzoeken of er een verband is tussen de blootstelling en het gemelde gezondheidseffect. Deze casussen dienen te worden verzameld en geëvalueerd; volgens de meeste landen die aan dit onderzoek hebben meegedaan bij voorkeur in internationaal verband. Ook hebben zij hiervoor mogelijkheden aangereikt. Onder andere is voorgesteld om het bestaande netwerk van specialisten op het gebied van arbeidsgelateerde gezondheidseffecten (MODERNET Monitoring Occupational Diseases and tracing New and Emerging Risks in a NETwork (Monitoring Occupational Diseases and tracing New and Emerging Risks in a NETwork)) of andere internationale comités die hierover adviseren, te gebruiken. Als uit de evaluaties blijkt dat er werkelijke sprake is van een nieuw of toenemend risico, is actie nodig om het risico te beperken. Deze studie reikt hiervoor mogelijkheden aan.

Mogelijke maatregelen kunnen zijn het informeren van de relevante inspectie, informeren van arbodeskundigen, nagaan of de stof al is opgepakt binnen het REACH Registration, Evaluation, Authorisation and restriction of Chemicals (Registration, Evaluation, Authorisation and restriction of Chemicals) of CLP Classification, Labelling and Packaging (Classification, Labelling and Packaging) traject en, indien dit niet het geval is, het maken van een risk management options analyse (RMOA risk management options analyse (risk management options analyse)) in het kader van REACH of het toepassen van andere wetgeving (biociden, cosmetica etc).