De lucht kan in landbouwgebieden schoner worden als boeren bij het ventileren van de stallen luchtwassers gebruiken. Onderzoek in het landbouw ontwikkelingsgebied De Rips laat zien dat het niveau van ammoniak en fijn stof in de lucht mede dankzij luchtwassers gelijk bleef, terwijl de veestapel toenam. Uit eerder RIVM-onderzoek blijkt de landbouw in 2010 4,5 procent minder ammoniak had kunnen uitstoten als luchtwassers aanwezig waren, aan stonden en goed werden gebruikt.
In het landbouw ontwikkelingsgebied De Rips in Noord-Brabant is de veeteelt uitgebreid. Veeteelt heeft luchtverontreiniging tot gevolg, met name door de uitstoot van ammoniak en fijn stof. Om de uitstoot van ammoniak en fijn stof (PM10 (fijnstof)) te verminderen, worden onder andere gecombineerde luchtwassers gebruikt, die de ventilatielucht met ammoniak en fijn stof uit stallen schoonmaken.
Luchtkwaliteit gelijk bij intensievere veeteelt
Het RIVM heeft
in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Milieu en de
provincie Noord-Brabant van 2008 tot en met 2011 concentraties van
ammoniak en fijn stof rondom het landbouw ontwikkelingsgebied
gemeten. Mede door het gebruik van luchtwassers zijn de huidige
grenswaarden voor fijn stof niet overschreden. De luchtwassers
blijken de uitstoot van ammoniak zo ver te verminderen dat, ondanks
toename van veeteeltactiviteiten, de luchtkwaliteit niet
verslechtert.