Publicatiedatum 07-09-2015 | 00:00

Van 2 tot 7 september 2015 heeft een groep Palestijnse en Israëlische wetenschappers het RIVM bezocht. Centraal stond de overdracht van infectieziekten van dier op mens via een vector (‘transporteur’ zoals mug, vlieg of teek). Het bezoek levert een bijdrage aan het verbeteren van de volksgezondheid en bevordert de samenwerking tussen Israël en de Palestijnen.
Een goede samenwerking tussen wetenschappers uit verschillende
landen is essentieel voor de bestrijding van infectieziekten. Deze
kennen immers geen landgrenzen. “Het bezoek moet een bijdrage
leveren aan het verbeteren van de volksgezondheid en tegelijkertijd
nieuwe banden smeden tussen Israël en de Palestijnen. Hiermee laten
we zien dat we tegenstellingen kunnen overbruggen”, aldus
minister Koenders van Buitenlandse Zaken.
Het bezoek van de wetenschappers aan Nederland is mogelijk gemaakt door de stichting Nederlandse Vrienden van de Hebreeuwse Universiteit van Jeruzalem (NVHU (Nederlandse Vrienden van de Hebreeuwse Universiteit van Jeruzalem)) en is een samenwerking tussen de NVHU, het RIVM en het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Naast het ontvangst op het ministerie van Buitenlandse Zaken en bij het RIVM, bezochten ze ook het drinkwaterbedrijf Zuid-Holland West (Dunea) en Nationaal Park Hoge Veluwe. Beide partners zitten samen met het RIVM en de Wageningen Universiteit in een onderzoeksproject Interventiestudie Lyme.
Het RIVM heeft in Nederland een coördinerende rol in de signalering en bestrijding van zoönosen (infectieziekten van dieren die besmettelijk zijn voor de mens). Hierbij wordt nauw samengewerkt met de veterinaire sector. Daarnaast adviseert het RIVM internationale organisaties zoals de Europese voedselveiligheidsautoriteit (EFSA (Europese Voedselveiligheidsautoriteit)), het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (ECDC (European Centre for Disease Prevention and Control)), de Wereld Gezondheidsorganisatie (WHO (World Health Organization )) en de Voedsel- en Landbouworganisatie (FAO (Food and Agriculture Organization)) van de Verenigde Naties over onder andere zoönosen.
Het bezoek van de wetenschappers aan Nederland is mogelijk gemaakt door de stichting Nederlandse Vrienden van de Hebreeuwse Universiteit van Jeruzalem (NVHU (Nederlandse Vrienden van de Hebreeuwse Universiteit van Jeruzalem)) en is een samenwerking tussen de NVHU, het RIVM en het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Naast het ontvangst op het ministerie van Buitenlandse Zaken en bij het RIVM, bezochten ze ook het drinkwaterbedrijf Zuid-Holland West (Dunea) en Nationaal Park Hoge Veluwe. Beide partners zitten samen met het RIVM en de Wageningen Universiteit in een onderzoeksproject Interventiestudie Lyme.
Het RIVM heeft in Nederland een coördinerende rol in de signalering en bestrijding van zoönosen (infectieziekten van dieren die besmettelijk zijn voor de mens). Hierbij wordt nauw samengewerkt met de veterinaire sector. Daarnaast adviseert het RIVM internationale organisaties zoals de Europese voedselveiligheidsautoriteit (EFSA (Europese Voedselveiligheidsautoriteit)), het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (ECDC (European Centre for Disease Prevention and Control)), de Wereld Gezondheidsorganisatie (WHO (World Health Organization )) en de Voedsel- en Landbouworganisatie (FAO (Food and Agriculture Organization)) van de Verenigde Naties over onder andere zoönosen.