PBT (Persistent, Bioaccumulerend en Toxisch) = Persistent - Bioaccumulerend - Toxisch De PBT nieuwsbrief geeft informatie over ontwikkelingen op het gebied van wetgeving, stoffen-beoordelingen, methodiekontwikkeling, en discussies die spelen op het gebied van de beoordeling van PBT-stoffen.
4e nieuwsbrief PBT (Persistent, Bioaccumulerend en Toxisch)
- PBT-workshop
- Stofevaluaties
- Diergeneesmiddelen en PBT
- 10e vergadering POP review committee Verdrag van Stockholm
- Verslag Commission Workshop on the "Assessment of Persistent, Bioaccumulative and Toxic (PBT) substances in different EU legislations ", 17 december 2014, Brussel
PBT-workshop
In navolging van de PBT-workshop in december 2011, wordt er door
het RIVM een tweede PBT-workshop georganiseerd op donderdag 19
maart.
De workshop bestaat uit twee delen. In het ochtendprogramma hoor je
de laatste ontwikkelingen, zowel vanuit de wettelijke kaders als de
wetenschappelijk-inhoudelijke issues. In de middag krijg je als
deelnemer, in kleinere setting, zelf de kans om bij te dragen aan
lopende discussies. Er is een gevarieerd aanbod van PBT-
onderwerpen waaruit je kunt kiezen. De bevindingen van deze
break-out sessies zullen plenair kort bediscussieerd worden.
Zie
bijgevoegde flyer voor meer informatie en hoe je voor deze
(gratis) workshop op te geven.
De presentaties en bevindingen van de 2011 workshop zijn via
onderstaande link te ontsluiten:
http://www.rivm.nl/Documenten_en_publicaties/Algemeen_Actueel/Presentaties/Milieu_Leefomgeving/PBT_Workshop_RIVM_12_december_2011
Stofevaluaties
Binnen het kader REACH (Registration, Evaluation, Authorisation and restriction of Chemicals
) geven de lidstaten invulling aan het
proces stofevaluatie (http://echa.europa.eu/information-on-chemicals/evaluation/community-rolling-action-plan/corap-table).
In 2011 is het RIVM, namens het Nederlands bevoegd gezag (NL-CA)
begonnen met het screenen van gegevens in de REACH
registratiedossiers en openbare literatuur om potentiële PBT/vPvB (zeer persistent en zeer bioaccumulerend)
op te sporen. Deze 'manual screening' vindt inmiddels elk
jaar plaats en naast de screening op potentiële PBT/vPvB stoffen
wordt ook gescreend op CMR (Carcinogene, mutagene en reprotoxische stoffen) (carcinogenen, mutagenen of
reprotoxische stoffen), nanomaterialen en stoffen van vergelijkbare
zorg, zoals bijvoorbeeld hormoon verstorende (ED) of neurotoxische
stoffen. Na de screening wordt elk jaar vastgesteld welke stoffen
een stofevaluatie zullen ondergaan. Deze stoffen worden op de
CoRAP-lijst geplaatst (Community Rolling Action Plan). De NL-CA
tekent normaliter in op 3 stoffen per jaar, waarvan meestal één
potentiële PBT/vPvB-stof.
Triclosan
In 2012 heeft de evaluatie van de potentiële PBT/vPvB stof
Triclosan plaats gevonden en in 2013 is het ontwerpbesluit via ECHA (European Chemicals Agency)
(European Chemicals Agency) aan de registrant voorgelegd, die
hierop commentaar heeft geleverd. De NL-CA heeft naar aanleiding
van het commentaar van de registrant het ontwerpbesluit aangepast
en verstuurd naar ECHA voor behandeling in het Member State Comité
(MSC (Marine Stewardship Council)) van juni 2014. Het ontwerpbesluit is aangenomen en omgezet in
een definitief besluit dat naar de registrant is verstuurd.
(http://echa.europa.eu/documents/10162/0fe59e36-9bdb-4e08-a9ef-7cb01c8a4477).
Omdat de registrant het niet eens is met het besluit, heeft die
beroep ingediend bij de Kamer van Beroep van ECHA, welke momenteel
in behandeling is genomen.
HGC-TLF
Reaction mass of mixed
(3,3,4,4,5,5,6,6,7,7,8,8,8-tridecafluorooctyl) phosphates, ammonium
salt
In 2013 is het RIVM gestart met de stofevaluatie van de potentiële
PBT/vPvB stof reaction mass of mixed
(3,3,4,4,5,5,6,6,7,7,8,8,8-tridecafluorooctyl) phosphates, ammonium
salt, waarvan het ontwerpbesluit in maart 2014 is ingediend. Het
commentaar van de registrant wordt momenteel verwerkt en het
ontwerpbesluit wordt in de vergadering van het MSC van juni 2015
behandeld.
Ditolylether en Trismethylfenylfosfaat (TCP (Tricresylfosfaat))
In 2014 is het RIVM gestart met de stofevaluatie van twee nieuwe potentiële PBT/vPvB stoffen gestart, te weten ditolylether en trismethylfenylfosfaat (TCP). Laatstgenoemde stof staat ook sterk in de belangstelling vanwege vermeende neurotoxische effecten bij piloten en cabinepersoneel in vliegtuigen, welke ook in de evaluatie van TCP meegenomen worden. Er wordt een laatste hand gelegd aan de ontwerpbesluiten welk in maart 2015 worden ingediend bij het ECHA.
Reactieproduct van tetrapropylene en benzeen en een verbinding van tert-butylperoxide
In 2015 zal het RIVM starten met de evaluatie van deze twee nieuwe potentiële PBT/vPvB stoffen (zie CoRAP-tabel: http://echa.europa.eu/information-on-chemicals/evaluation/community-rolling-action-plan/corap-table)
Diergeneesmiddelen en PBT
De CVMP (Committee for Veterinary Medicinal Products) heeft onlangs de concept PBT guideline voor diergeneesmiddelen voor een tweede consultatieronde gepubliceerd. Behalve een technisch onderdeel, bevat deze guideline nu ook aanwijzingen voor de vervolgstappen nadat is aangetoond dat een stof PBT eigenschappen heeft. Zie http://www.ema.europa.eu/docs/en_GB/document_library/Scientific_guideline/2012/07/WC500130368.pdf. De consultatieperiode loopt tot 27 januari 2015.
10e vergadering POP review committee
Verdrag van Stockholm
De 10e vergadering van de POP Review Committee (POPRC) vond in
oktober 2014 plaats in Rome. De POPRC adviseert de tweejaarlijkse
Conference of the Parties (COP (Conference of Parties)) bij het verdrag over toevoeging van
stoffen aan het verdrag. De volgende COP zal plaatsvinden in mei
2015.
De volgende vier stoffen stonden op de agenda van POPRC10:
- Dicofol. De nominatie van dicofol werd zonder veel problemen goedgekeurd. Komende periode wordt een risico-profiel opgesteld voor bespreking op de volgende POPRC vergadering.
- decaBDE. De verwerking van de commentaren op het concept risicoprofiel, heeft een veel beter profiel opgeleverd. Nieuw bij decaBDE is dat er aandacht was voor de vorming van de, al in het verdrag staande, afbraakproducten van decaBDE en voor biomagnificatie (BMF [Biomagnification Factor] en TMF [Trophic Magnification Factor]). Complicatie is dat deze criteria niet expliciet in het verdrag genoemd staan. Het risicoprofiel werd zonder al te veel problemen aangenomen, hetgeen betekent dat er voor komend jaar een risicobeheer evaluatie zal worden opgesteld. Onderwerpen die daarin terug zullen komen zijn de low POP content , recycling en of alternatieven beter zijn dan decaBDE. decaBDE wordt in zeer veel kunststoffen toegepast.
- PCP (Pneumocystis Carinii Pneumonie). De risicobeheer evaluatie van Pentachloorfenol (PCP) werd zwaar bediscussieerd. Belangrijke landen in deze discussie waren Canada en India. Canada past PCP voornamelijk toe in ‘utility poles’. Op de vergadering bleek dat India PCP nog toepast in meubelen en die vermoedelijk ook uitvoert. De evaluatie werd na lange discussies goedgekeurd en de POPRC adviseert de aankomende Conference of the Parties (COP7) om PCP in het verdrag op te nemen met een aantal specifieke uitzonderingen. Door de Europese Commissie werd een voorstel gedaan om de met PCP behandelde producten te gaan labellen.
- Alternatieven PFOS (perfluoroctaansulfonaten). PFOS staat reeds in het verdrag, echter, met een aantal uitzonderingen . Bedoeling van deze discussie was om te kijken of er alternatieven zijn en wat de gevaren van die alternatieven zijn. De moeilijkheid bij dit werk is gelegen in de verscheidenheid aan toepassingen en kennis over het precieze nut van PFOS daarin. Indien er alternatieven zijn, dan blijkt in veel gevallen de identiteit van het alternatief niet precies bekend te zijn (vertrouwelijkheid) of de (eco)toxiciteitsdata voor de betreffende stof zijn zeer beperkt. Hier ligt nog een grote uitdaging.
- Belangrijke ontwikkelingen die verder op de vergadering aan de orde kwamen:
- Transformatieproducten/ debrominatie (PCP en decaBDE)
- Alternatieven en hoe die te beoordelen (PCP en PFOS)
- Labelling van producten (PCP en PFOS)
- Specifieke uitzonderingen en verlenging daarvan (PFOS)
- Recycling (PCP en decaBDE)
Verslag Commission Workshop on
the "Assessment of Persistent, Bioaccumulative and Toxic (PBT)
substances in different EU (Europese Unie) legislations ", 17 december 2014,
Brussel
Tijdens deze workshop is door Europese beoordelingsinstanties,
de Europese Commissie, lidstaten en bedrijven gediscussieerd over
het toepassen van PBT-criteria in diverse wettelijke kaders.
Verschillen in PBT beoordeling tussen gewasbeschermingsmiddelen en
en biociden maar ook andere kaders kwamen aan de orde. Verschillen
in PBT-criteria tussen diverse kaders kunnen voor dezelfde stof
mogelijk tot andere uitkomsten leiden, wat onwenselijk is. Binnen
gewasbeschermingsmiddelen worden bijvoorbeeld degradatieproducten
in de PBT-beoordeling helemaal niet meegenomen, dit in
tegenstelling tot de wettelijke kaders REACH en biociden.
Er was veel discussie over bij welke temperatuur het P-criterium
(persistentie-criterium) gehanteerd dient te worden, bij 20 °C of
12 °C. Er is geen besluit genomen, daarmee blijft de
milieurelevante temperatuur als leidraad gehandhaafd zoals dat ook
in de PBT-guidance van REACH verwoord staat. Andere thema’s die aan
bod kwamen zijn terrestrische bioaccumulatie en toxiciteit, het
identificeren van onbekende verbindingen in biota uit afgelegen
gebieden om zo nieuwe POPs (Persistent organic pollutants) op te sporen en de rol van
monitoringsdata bij het beoordelen van POP binnen de Stockholm
Conventie.
Presentaties van de workshop zijn te vinden:
Commission Workshop on the "Assessment of Persistent,
Bioaccumulative and Toxic (PBT) substances in different EU
legislations ", 17 December 2014, Brussels