Met het thema actuele blootstelling willen we erachter komen hoeveel PFAS (Per- en polyfluoralkylstoffen) mensen in Nederland nu binnenkrijgen. Ook willen we weten waar deze PFAS vandaan komen. Daarom maken we eerst een overzicht van waar PFAS voorkomen en hoe mensen PFAS binnenkrijgen. Als we dat weten, kunnen we verder onderzoeken welke maatregelen helpen om deze blootstelling aan PFAS te verminderen.
Actuele blootstelling
In dit deelonderzoek gebruikten we nieuwe gegevens om te berekenen hoeveel PFAS (Per- en polyfluoralkylstoffen) mensen in Nederland binnenkrijgen met voedsel en drinkwater. Dit deelonderzoek is afgerond en in 2023 gepubliceerd.
Aanpak
Om te berekenen hoeveel PFAS in voedsel en drinkwater zit, gebruikte het RIVM gegevens van Wageningen Food Safety Research (WFSR (Wageningen Food Safety Research)) en van drinkwaterbedrijven. Om de blootstelling aan alle verschillende PFAS te berekenen zijn deze concentraties bij elkaar opgeteld. Daarvoor wordt een methode gebruikt die we de RPF-methode noemen. In drinkwater worden niet altijd dezelfde PFAS gemeten. Daarom is er een totaalconcentratie geschat voor drinkwater gemaakt van oppervlaktewater en voor drinkwater gemaakt van grondwater.
Deze optelsom van PFAS in voedsel en drinkwater is gecombineerd met informatie over hoeveel mensen in Nederland eten en drinken. Die gegevens komen uit de Nederlandse Voedselconsumptiepeiling (Wat eet en drinkt Nederland? | Wat eet Nederland).
Conclusie
De belangrijkste conclusie is dat mensen een stuk minder PFAS binnenkrijgen dan in 2021 was berekend, maar toch nog meer dan de gezondheidskundige grenswaarde van PFAS. Uit het onderzoek bleek verder dat mensen via voedsel drie keer zoveel PFAS binnenkrijgen dan via drinkwater. Vis draagt het meest bij aan de inname van PFAS via voedsel.
Door gevarieerd te eten kunnen mensen dus zorgen dat ze minder PFAS binnenkrijgen. Tegelijkertijd is het ook belangrijk om de concentraties van PFAS in voedsel te verlagen.
Dit onderzoek is een vervolg op het onderzoek naar de blootstelling aan PFAS (Per- en polyfluoralkylstoffen) via voedsel en drinkwater. Verschillende Europese landen hebben ook onderzoek gedaan naar de blootstelling aan PFAS via voedsel. Op basis van literatuuronderzoek maakt het RIVM een inventarisatie van de blootstelling aan PFAS binnen Europa. Het doel hiervan is om te onderzoeken hoe hoog de blootstelling in Europa is en deze te vergelijken met de Nederlandse situatie. Als er aanwijzingen zijn dat de blootstelling tussen landen (of regio’s) verschilt, kan dat reden zijn om op zoek te gaan naar oorzaken en naar mogelijkheden om de blootstelling te verminderen. Het onderzoek vindt plaats in 2024. Publicatie volgt in 2025.
Dit onderzoek is een vervolg op het onderzoek naar de blootstelling aan PFAS (Per- en polyfluoralkylstoffen) via voedsel en drinkwater. Het RIVM gaat een overzicht maken van de kennis die er is over PFAS in lokale producten die afkomstig zijn van mogelijke ‘hot spots’ in Nederland. Dit zijn plaatsen in Nederland waar meer PFAS voorkomen. Er is rondom Chemours (Dordrecht) en Custom Powders (Helmond) bijvoorbeeld al onderzoek gedaan naar moestuingewassen en naar particuliere eieren rondom Chemours. Door deze gegevens te vergelijken met de resultaten uit andere onderzoeken in het kader van dit programma, kunnen we bepalen of dit aanleiding geeft voor aanvullend onderzoek. Publicatie van dit onderzoek verwachten we in 2025.
Er zitten in drinkwater dat gemaakt wordt uit oppervlaktewater meer PFAS (Per- en polyfluoralkylstoffen) dan in drinkwater uit grondwater. Met dit deelonderzoek vergelijken we hoeveel PFAS in het lichaam zit van inwoners uit de verschillende drinkwaterregio’s. De Nederlandse drinkwaterbedrijven hebben informatie aangeleverd over de leveringsgebieden. Zo weten we in welke gebieden drinkwater is gemaakt van oppervlaktewater en welke gebieden drinkwater uit grondwater gebruiken. Deze informatie combineren we met de (nog te verwachten) resultaten van het biomonitoringsonderzoek naar PFAS in de mens en de blootstelling aan PFAS via voedsel en drinkwater. Publicatie volgt in de loop van 2025.
Dit deelonderzoek draagt bij aan het onderzoek ‘PFAS (Per- en polyfluoralkylstoffen) onderweg van bodem naar grondwater’. Daarin wordt onderzocht in welke mate en wanneer de PFAS in de bodem zich verder richting het grondwater verplaatsen. In de toekomst kan dit mogelijk leiden tot vervuiling van het Nederlandse drinkwater.
Meer informatie over dit onderzoek op de pagina: PFAS-onderzoeksprogramma Milieu, nummer 2
2. Andere bronnen dan voedsel en drinkwater
Mensen krijgen PFAS (Per- en polyfluoralkylstoffen) niet alleen binnen via voedsel en drinkwater. PFAS zitten ook in huisstof of consumentenproducten. Met dit onderzoek willen we inzicht krijgen in de blootstelling van de Nederlands bevolking aan PFAS via andere bronnen dan voedsel en drinkwater.
De eerste stap is dat we in kaart brengen welke kennis er al is over de verschillende bronnen van PFAS. Dit doen we met literatuuronderzoek. We verwachten dat er veel verschillende bronnen zullen zijn. Daarom gaan we op basis van dat overzicht en met de hulp van experts er een paar kiezen die we verder gaan onderzoeken. Uiterlijk in 2025 publiceren we een overzicht van de bronnen van blootstelling aan PFAS, anders dan voedsel en drinkwater. Eind 2024 publiceert het RIVM een rapport met een overzicht van bronnen van blootstelling aan PFAS, anders dan voedsel en drinkwater.
Het rapport over de criteria en uitwerking van de blootstelling aan PFAS verschijnt naar verwachting aan het einde van 2025.
3. Totale blootstelling en bijdrage van de bronnen
Op het moment dat de onderzoeken naar de bronnen van blootstelling aan PFAS (Per- en polyfluoralkylstoffen) via voedsel, drinkwater en andere bronnen zijn afgerond, is het tijd om de resultaten bij elkaar te brengen. Deze onderzoeken vormen de basis om een aantal belangrijke vragen te beantwoorden. Bijvoorbeeld: welke bronnen dragen het meest bij en zijn van belang voor de hele bevolking? Of: hoe kunnen we de blootstelling uit verschillende bronnen, of via verschillende routes samenvoegen? En hebben we nu alle bronnen goed in beeld?
Hiermee krijgen we overzicht van de totale blootstelling aan PFAS via voedsel, drinkwater en overige bronnen. Dit samenvoegen van verschillende resultaten is een onderzoek op zich. Daarom beginnen we ook in dit geval met een literatuuronderzoek naar hoe we de blootstelling aan verschillende bronnen kunnen integreren. Op basis daarvan kiezen we een methode. We publiceren dit rapport naar verwachting begin 2026.