Het RIVM onderzoekt wat er gedaan kan worden om de blootstelling van de Nederlandse bevolking aan PFAS (Per- en polyfluoralkylstoffen ) omlaag te brengen. Het onderzoek duurt van 2023 tot 2025.
PFAS (Per- en polyfluoralkylstoffen ) zijn chemische stoffen die door de mens zijn gemaakt. Zij komen van nature niet in het milieu voor. De afgelopen tientallen jaren kwamen deze stoffen overal in het milieu terecht. Ze breken niet of nauwelijks af.
Mensen in Nederland krijgen via voedsel en drinkwater al zoveel PFAS binnen, dat het een nadelig effect op de gezondheid kan hebben. De overheid wil dat de blootstelling aan PFAS lager wordt. Er zijn geen snelle oplossingen om dat doel te halen. Het is belangrijk om te onderzoeken hoe de overheid ervoor kan zorgen dat mensen minder met PFAS in aanraking komen.
Het voorstel voor een Europees verbod op de productie en het gebruik van PFAS heeft als doel dat er in de toekomt niet meer PFAS in het milieu komen. Maar omdat PFAS niet of nauwelijks afbreken verandert er hierdoor op korte termijn weinig aan de vervuiling van het milieu.
Doel
Doel is om goed in beeld te krijgen wat er gedaan kan worden om de blootstelling van de Nederlandse bevolking aan PFAS omlaag te brengen. Daarvoor willen we ook weten hoeveel PFAS er in het milieu zit én hoeveel PFAS mensen binnenkrijgen. Het onderzoek richt zich op alle Nederlandse inwoners, maar het RIVM onderzoekt ook of het mogelijk is om regionale verschillen mee te nemen.
Verschillende thema’s
Het onderzoeksprogramma is verdeeld in verschillende thema’s. Voor elk onderwerp begint het onderzoek met het verzamelen en beoordelen van de informatie die er al is. Daarna kan beter bepaald worden wat er nog verder onderzocht of opgezet moet worden.
De verschillende thema’s of onderzoeksdoelen zijn:
- Zo goed mogelijk in beeld brengen waar PFAS aanwezig is en hoeveel PFAS mensen binnenkrijgen.
- Een overzicht maken van maatregelen die helpen om blootstelling te verminderen. Hierbij kijken we ook naar de kosten van maatregelen en hoe effectief de maatregelen zijn.
- Monitoren van mens en milieu om te kijken of maatregelen helpen. We meten de hoeveelheid PFAS in het milieu en in het bloed van mensen en kijken op termijn of de hoeveelheid PFAS afneemt.
- We volgen de snelle ontwikkelingen in kennis over PFAS om nieuwe inzichten mee te nemen in het onderzoek. En met het onderzoek dragen we ook bij aan de kennisbasis.
Onderzoek wordt in stapjes vormgegeven
De opzet van het onderzoek is iteratief. Dat betekent dat de resultaten of inzichten uit het onderzoek worden gebruikt om te bepalen hoe het onderzoek verder moet gaan. Dit gebeurt in overleg met de opdrachtgevers.
Wetenschappelijke adviescommissie
Het is belangrijk dat het onderzoek wetenschappelijk van goede kwaliteit is. Een wetenschappelijke adviescommissie ondersteunt daarbij. In deze commissie zitten mensen met de deskundigheid die voor het onderzoek belangrijk is. Dit zijn medewerkers van het RIVM, van andere kennisinstituten en van universiteiten. De adviescommissie is ook betrokken bij de keuze van aandachtsgebieden die nodig zijn om de kennis over PFAS actueel te houden.
Opdrachtgever
Het RIVM doet dit onderzoek in opdracht van verschillende ministeries. Dit zijn de ministeries van Infrastructuur en Waterstaat, Volksgezondheid, Welzijn en Sport en Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.