Go to abstract

Samenvatting

Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) adviseert een maximumtemperatuurnorm voor de goede ecologische toestand in grote rivieren van 25 graden C. Voor het voorjaar is een lagere adviesmaximumtemperatuur vastgesteld, namelijk 20 graden C, om de voortplanting en groei van planten en dieren niet in gevaar te brengen. De Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) eist dat lidstaten hun natuurlijke oppervlaktewateren in een goede ecologische toestand (GET) brengen of houden. Dat is de vereiste situatie voor de aanwezigheid van planten- en diersoorten. De biologische normen voor GET zijn al eerder vastgelegd. Daarnaast moeten normen voor ondersteunende fysisch-chemische parameters worden vastgesteld, waaronder voor temperatuur. Deze norm was voor grote rivieren nog niet bepaald. De maximumtemperatuur in dit advies is lager dan de 28 graden C die vooralsnog in Nederland wordt aangehouden. Als basis van het advies zijn literatuurgegevens en meetgegevens gebruikt van macrofauna en vissen. Daarmee is uitgerekend bij welke temperatuur de grens ligt tussen een goede en een matige ecologische toestand. De KRW onderscheidt ook zogeheten beschermde gebieden die specifieke eisen stellen. Oppervlaktewater dat ingenomen wordt voor drinkwaterproductie mag niet warmer zijn dan 25 graden C. Het RIVM adviseert de maximale verhoging uit de Viswaterrichtlijn van 3 graden C voor karperachtigen en 1,5 graden C voor zalmachtigen intact te laten (waarbij de 25 graden C niet overschreden mag worden), maar adviseert nader onderzoek te doen naar de maximale verhoging. Ook andere kennishiaten zijn in kaart gebracht. De hier geadviseerde maximumtemperatuurnorm geldt voor de GET behorende bij natuurlijke wateren. Daarmee zijn niet alle soorten beschermd, maar kunnen wel de KRW-doelen worden gehaald. De normafleiding voor niet-natuurlijke wateren wordt in dit rapport niet inhoudelijk behandeld, alleen procedureel.

Abstract

RIVM recommends a standard maximum temperature for the Good Ecological Status for Dutch rivers of 25 degrees C. For springtime a lower maximum temperature is recommended, viz. 20 degrees C, to ensure reproduction and growth of plants and animals.
The European Water Framework Directive (WFD) requires member states to bring or keep their natural waters in Good Ecological Status (GES), being the status required in terms of presence of plant and animal species. The biological standards for the GES have already been determined. In addition, standards for supporting physico-chemical parameters have to be derived, including for temperature. A standard for temperature in the Dutch large rivers was not determined yet. The maximum temperature recommended here is lower than the current standard of 28 degrees C, which does not take into account the demands of the WFD.
The current advice is based on literature and measurement data for benthic invertebrate fauna and fish. This data was used to calculate the boundary between Good and Moderate Ecological Status. The WFD also distinguishes protected areas with specific demands. Surface water used for drinking water production should not be warmer than 25 degrees C. RIVM recommends that the maximum temperature increase of 3 degrees C for cyprinid waters and 1.5 degrees C for salmonid waters, which stems from the Fish Water Directive, remains in use (where the 25 degrees C should not be exceeded), but further investigation of the maximum increase in temperature is recommended. Other research recommendations were identified to fill gaps in knowledge.
The maximum temperature standard recommended here, applies to the GES for natural waters. A standard for non-natural waters (such as the Dutch large rivers) will be derived, but this derivation was not included in this report.

Resterend

Grootte
1.14MB