Go to abstract

Samenvatting

De berekende concentratie van ammoniak in de buitenlucht was de afgelopen jaren ongeveer 25% lager dan de gemeten concentraties uit het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit van het RIVM. Dit verschil werd het ammoniakgat genoemd. Op basis van recent onderzoek door het RIVM in samenwerking met het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL), Wageningen Universiteit (WUR) en het Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN) is het rekenmodel aangepast en kon worden vastgesteld dat er geen significant verschil meer is tussen de gemeten en de berekende concentraties van ammoniak. Dit betekent dat een grote onzekerheid die er was rond de hoogte van de ammoniakemissies en het bereiken van de ammoniakemissiedoelstelling in de National Emission Ceiling Directive (NECD) van de EU in 2010 voor Nederland is afgenomen. In dit onderzoek zijn de drie gebieden waar de mogelijke oorzaken van het ammoniakgat zaten verder uitgewerkt: a) in de metingen van ammoniak in het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit, b) in de berekeningswijze van het verspreidingsmodel OPS van PBL/RIVM en c) in de ammoniakemissies. De metingen van ammoniak in de buitenlucht blijken een onzekerheid van circa 7% te hebben. Op basis van recente literatuur en nieuwe metingen door RIVM/WUR kon de conclusie getrokken worden dat de snelheid waarmee ammoniak uit de atmosfeer verwijderd wordt, tengevolge van opname door vegetatie en bodem, aanzienlijk lager is dan werd aangenomen in het OPS-model. Hierdoor werd de ammoniakconcentratie in de buitenlucht ongeveer 15% te laag berekend. Hiermee werd het ammoniakgat verkleind naar 10%. Daarnaast blijken er nog emissies van ammoniak te zijn vanaf gewassen, met name tijdens afrijping, die niet in de nationale emissies meegenomen worden. Dit zou circa 4% van de nationale emissies kunnen bedragen. Als deze emissies meegenomen worden, verkleint het ammoniakgat verder naar circa 5%. Aangezien zowel de metingen als de berekeningen van de ammoniakconcentratie nog onzekerheden bevatten, kan gesteld worden dat het huidige verschil tussen de gemeten en de berekende ammoniakconcentratie niet significant meer is.

Abstract

The modelled concentration of ammonia in the atmosphere over the past years was found to be about 25% lower than the measured concentrations in the Dutch Monitoring Network. This is known as the ammonia gap. . Based on recent research carried out by RIVM in cooperation with PBL, WUR and ECN, it is concluded that a significant gap between modelled and measured ammonia concentrations no longer exists. With this finding a large uncertainty about the ammonia emissions and the compliance with the ammonia emission of the National Emission Ceiling Directive of the EU for 2010 has been taken away.
The three reasons for the ammonia gap were studied, i.e. the uncertainties in a) the measurements of ammonia, b) the modelling of the ammonia concentrations with the PBL/RIVM OPS model and c) in the emissions of ammonia. The uncertainty in the ammonia concentration measurements was estimated to be approximately 7%. From recent literature and novel measurements it was concluded that the velocity with which ammonia is removed from the atmosphere, by vegetation and soil, was much smaller than was assumed in the OPS model. With this lower velocity the ammonia concentrations were calculated to be 15% higher. With this finding the ammonia gap was diminished to 10%. Emissions from crops especially during senescence are present which are not incorporated in the national emissions. This would account for about 4% of the national emissions. With these emissions the ammonia gap further reduces to about 5%. Given the uncertainties in the measurements and the modelling of the ammonia concentrations this gap cannot be considered as significant.

Resterend

Grootte
1.23MB