- Publicatiedatum
- 01-10-2024
De uitstoot van microplastics naar water, bodem en lucht. Wat kunnen we eraan doen?
De uitstoot van microplastics naar water, bodem en lucht. Wat kunnen we eraan doen?
Samenvatting
Microplastics komen in het milieu terecht via producten waar plastics in zitten. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW (Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat)) wil weten door welke bronnen de meeste microplastics in Nederland in het milieu terechtkomen. Op basis daarvan kan IenW maatregelen nemen om de uitstoot te verminderen.
Dit is een update van een eerder onderzoek van het RIVM naar de uitstoot van microplastics. Het RIVM heeft nu een completer overzicht van de uitstoot van grootste bronnen in Nederland gemaakt. De meeste microplastics (80 procent) komen in de bodem terecht. Afhankelijk van de bron kunnen ze ook in water en lucht terechtkomen. Ook dat is nu in kaart gebracht met een vernieuwd rekenmodel.
De drie grootste bronnen van microplastics zijn slijtage van banden op het wegdek, plastic korrels die de industrie gebruikt voor plastic producten, en plastic afval. Kleinere bronnen van microplastics zijn onder andere verf, kleding, rubber granulaat voor kunstgrasvelden en bepaalde pesticiden.
Het RIVM heeft maatregelen in kaart gebracht om de uitstoot te verminderen. Deze maatregelen zijn met experts besproken. Alle maatregelen kunnen nuttig zijn. Wel is er verder onderzoek nodig om te kijken of ze haalbaar zijn, technisch zijn uit te voeren en of er draagvlak voor is in de samenleving en de industrie.
Het grootste effect kan logischerwijs worden behaald door de uitstoot van de grootste bronnen te verminderen. Dat kunnen we door minder plastic te gebruiken. Verder zou extra regelgeving kunnen voorkomen dat de plastic korrels voor industrie weglekken tijdens transport of bij bedrijven. Tot slot kan bandenslijtage worden tegengegaan, bijvoorbeeld door betere banden te ontwikkelen. Verder kunnen deze slijtagedeeltjes worden opgevangen door afvoerwater bij wegen te zuiveren. Deze zuivering vindt al plaats rond steden maar niet rond wegen in gebieden daarbuiten.
Abstract
Microplastics enter the environment through products that contain plastics. The Ministry of Infrastructure and Water Management wants to know what the main sources of microplastics entering the environment are in the Netherlands. Based on this knowledge, the Ministry will be able to take measures to reduce these emissions.
This is an update of a previous study by RIVM on the emission of microplastics. RIVM has drawn up a more complete overview of the largest sources of emissions in the Netherlands. Most microplastics (80 percent) end up in the soil. Depending on the source, they can also be emitted into water or air. This has now been included in an updated model.
The three main sources of microplastics are tyre wear from road use, plastic pellets used by the industry to make plastic products, and plastic waste. Other sources of microplastics include paint, clothing, rubber granulate for synthetic turf fields and certain pesticides.
RIVM created an overview of measures that may be effective in reducing emissions. These measures have been discussed with experts. All measures can be useful. However, further assessment remains necessary whether these measures are feasible, are technically possible and will be supported by society and the industry.
Naturally, the greatest possible effect could be achieved by reducing the largest sources of emissions. For example, we could all cut back in use of plastic products. Moreover, additional regulations could prevent plastic pellets from leaking into the environment during transport or at industrial facilities. Finally, in order to reduce tyre wear, better tyres could be developed, and tyre wear particles could be filtered out by treating waste water from roads. Such treatment already takes place near cities, but not in more rural areas.
Uitgever
- Instituut
- Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM
Overig
- Grootte
- 9552 kb