Go to abstract

Samenvatting

Een aantal prestatiekenmerken voor de bepaling van totaal-fosfor waarvan de concentratie routinematig wordt bepaald onder meer ten behoeve van het meetnet grondwater, zijn nader vastgelegd. Het betreft precisie, onderste analysegrens, de invloed van matrix-effecten op precisie en nauwkeurigheid, en het storingsnivo van ijzer(III). De precisie (als reproduceerbaarheid) kan over het hele meetbereik worden weergegeven door de formule "wortel" [2.25 + 51.8/[P])2] %, waarbij [P] de concentratie totaal-fosfor in mumol/l. De onderste analysegrens kan op het huidige nivo van 2 mumol/l P worden gehandhaafd, met een toelaatbaar gehalte aan ijzerhoudende componenten in de matrix van 150 mumol/l Fe. IJzer(III) heeft wel storende effecten op de nauwkeurigheid, maar niet op de precisie van de totaal-fosfor bepaling.

Abstract

A number of performance characteristics of the determination of 'total phosphorus' have been investigated. Precision, detection limits of the method as practized in the Laboratory of Inorganic Chamistry, and matrix effects on precision and on accuracy, more specifically the interferences by iron (III) , are described.

Resterend

Grootte
0MB