- Publicatiedatum
- 25-07-2025
Op weg naar een ecologische risicobeoordeling van microplastics voor beleidsdoeleinden
Op weg naar een ecologische risicobeoordeling van microplastics voor beleidsdoeleinden
Samenvatting
Microplastics zijn over de hele wereld te vinden in het milieu. Met een zogeheten ecologische risicobeoordeling is te onderzoeken hoe groot de kans is dat microplastics schadelijk zijn voor planten, dieren en ecosystemen. Hiervoor wordt eerst op basis van bestaande data bepaald bij welke hoeveelheden schadelijke effecten optreden. Deze hoeveelheden worden daarna vergeleken met de concentraties microplastics in het milieu.
Er zijn een aantal grote hindernissen voordat deze vergelijking kan worden gemaakt. Zo zijn er heel veel verschillende soorten microplastics, die verschillen in bijvoorbeeld vorm, grootte en type. Door deze verschillen in kenmerken kunnen verschillende soorten microplastics andere effecten hebben. Verder is het heel moeilijk om alle microplastics te meten. Ook lijken de microplastics die veel gebruikt worden in experimenten om de giftigheid te bepalen niet op de microplastics die in het milieu zitten. Een goede risicobeoordeling is daarom nu niet mogelijk want vergelijkt in feite appels en peren. Ten slotte is de kwaliteit van de data nog vaak niet goed.
De Koelmans-aanpak van de Wageningen Universiteit heeft hier een oplossing voor. De aanpak gebruikt manieren om het risico van de deeltjeseffecten van microplastics beter te kunnen beoordelen. Experts uit binnen- en buitenland steunen de Koelmans-aanpak, zo blijkt uit onderzoek van het RIVM.
Het RIVM vindt de methode ook geschikt om beleid te maken. Met de aanpak kan namelijk worden ingeschat wat de schadelijke effecten zijn van de vervuiling van microplastics die er nu is. Op basis daarvan kan de overheid beleidsmaatregelen nemen om vervuiling door microplastics tegen te gaan. Het RIVM adviseert daarom om eerst de omvang van microplasticsverontreiniging in Nederland verder te onderzoeken.
Wel zijn richtlijnen nodig over hoe microplastics in het milieu moeten worden gemeten en hoe de giftigheid en risico's van microplastics moeten worden bepaald. Deze richtlijnen zijn nodig om betrouwbare risicogrenswaarden te bepalen.
Het RIVM deed dit onderzoek in opdracht van het ministerie van IenW (Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat
).
Abstract
Microplastics can be found in the environment all over the world. An 'ecological risk assessment' can be used to examine the chance that microplastics are harmful to plants, animals and ecosystems. The first step is to determine what amounts result in harmful effects based on existing data. These amounts are then compared to the concentrations of microplastics in the environment.
Several obstacles need to be overcome to make this comparison possible. For example, there are many different kinds of microplastics, with different forms, sizes and types. Because of these different characteristics, different kinds of microplastics have different effects. Moreover, measuring microplastics is very difficult, and the microplastics often used in experiments to determine toxicity do not resemble those found in the environment. This currently makes it impossible to carry out an effective risk assessment, since it would be like comparing apples to oranges. Finally, the quality of the data is often poor.
The Koelmans method, developed by Wageningen University & Research, offers a solution for this. This method uses ways to assess the risks of the particle effects of microplastics better. A study by RIVM shows that experts in the Netherlands and abroad support the Koelmans method.
The RIVM also considers the method suitable for use in policy. This approach can be used to estimate the harmful effects of current microplastic pollution. Based on these estimates, the government can take policy measures to address microplastic pollution. For this reason, RIVM recommends first further investigating the extent of microplastic contamination in the Netherlands.
However, guidelines are needed on how microplastics in the environment should be measured and on how the toxicity and risks of microplastics should be determined. These guidelines are necessary in order to establish reliable risk limit values.
RIVM conducted this study at the request of the Ministry of Infrastructure and Water Management.
Uitgever
- Instituut
- Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM
Resterend
- Grootte
- 1572 KB