Op 1 juli 2021 is de Wet Stikstofreductie en Natuurverbetering ingevoerd. Het kabinet legt met deze wet vast dat de natuur versterkt wordt en de stikstofdepositie omlaag gaat. Daarvoor stelt de wet onder meer doelen voor de stikstofdepositie in 2025, 2030 en 2035. Om de voortgang en haalbaarheid van deze doelen te kunnen meten beschrijft het RIVM in dit eerste monitoringsrapport de situatie voordat de wet inging.
Dit rapport brengt op basis van metingen en modellen in beeld hoe de hoeveelheid stikstofneerslag zich tot en met 2021 heeft ontwikkeld en wat de verwachtingen voor de toekomst zijn. Het rapport gaat uit van het beleid waarvoor op 1 mei 2020 concrete maatregelen waren uitgewerkt.
Het rapport beschrijft daarnaast op welk deel van de Nederlandse Natura 2000-gebieden een hoeveelheid stikstof neerslaat die binnen de norm valt. Een van de doelen van de Stikstofwet is om ervoor te zorgen dat dit oppervlak groter wordt. Het RIVM gaat elk jaar onderzoeken of de stikstofdoelen haalbaar zijn, en later of ze zijn gehaald.
Verwachtingen 2025 en 2030 op basis van de uitgangssituatie
In grote lijnen is de verwachting dat de stikstofneerslag tot 2030 verder daalt. Vooral verkeer en landbouw in binnen- en buitenland zullen naar verwachting minder stikstof uitstoten. Dat komt door diverse maatregelen en regelgeving, zoals uitstootnormen voor verkeer en gebruik van emissiearme stallen. Door deze daling stijgt het oppervlak natuur dat voldoet aan de norm voor stikstofneerslag (de kritische depositiewaarde).
De kans is erg klein dat het doel uit de Wet Stikstofreductie en Natuurverbetering in 2021 voor 2030 (50 procent) zonder extra maatregelen gehaald wordt. Ook de doelen van het kabinet voor 2030 (74 procent) zijn niet haalbaar zonder extra maatregelen. Het kabinet heeft na 1 mei 2020 nieuwe maatregelen genomen en aangekondigd voor de landbouw, industrie, bouw en mobiliteitssector. Hiervan is het effect nog niet bekend. De effecten van deze maatregelen worden zichtbaar in volgende edities van dit rapport.
Samenhang RIVM-publicaties over stikstof
Het RIVM publiceert in het najaar van 2022 op drie momenten cijfers over stikstofdepositie. Naast bovengenoemd rapport verschenen al eerder de grootschalige concentratie- en depositiekaarten (GDN) over 2021. Later dit jaar worden de kaarten met stikstofdepositie per natuurgebied in AERIUS gepubliceerd.
De stikstofcijfers zijn allemaal gebaseerd op dezelfde gegevens, metingen en rekenmodellen. Ze gebruiken de emissie van stikstof tot en met 2020 uit de Emissieregistratie en de emissieramingen voor 2025 en 2030 uit de Klimaat- en Energieverkenning (KEV) 2020.
De GDN (Grootschalige Depositiekaarten Nederland)-kaart geeft een zo goed mogelijk beeld van de stikstofdepositie in een specifiek jaar. Zo kan de ontwikkeling hiervan per jaar gevolgd worden. Voor dit rapport zijn dan ook de metingen en specifieke weersomstandigheden over het jaar 2021 gebruikt.
De monitoring van de stikstofdepositie in Natura 2000-gebieden en stikstofdepositiekaarten per natuurgebied in AERIUS worden gebruikt om de effecten van het beleid/ingezette maatregelen te kunnen volgen. Daarnaast hebben deze kaarten een rol bij de vergunningverlening. Het is dan belangrijk dat de kaarten een beeld geven van de stikstofdepositie die vrij is van fluctuaties als gevolg van weersomstandigheden van jaar tot jaar. Daarom zijn hiervoor ook kaarten gemaakt op basis van meerjarig gemiddelde metingen en weersomstandigheden.