Tularemie is een infectieziekte die wordt veroorzaakt door een bacterie. Er zijn verschillende types van de bacterie. De ziekte kan mild, maar ook ernstig verlopen. Tularemie is een zoönose, wat wil zeggen dat de bacterie van dieren op mensen kan overgaan. De bacterie komt vrij algemeen in de wereld voor. Vooral knaagdieren, hazen, konijnen en insecten kunnen een bron zijn. De ziekte is bij mensen in Nederland zeer zeldzaam.
Wat is tularemie?
Tularemie is een infectieziekte die wordt veroorzaakt door een bacterie. Er zijn verschillende types van de bacterie. De ziekte kan mild maar ook ernstig verlopen. Mensen die veel in contact komen met in het wild levende dieren zoals jagers, slagers, poeliers, boeren, bonthandelaren en laboratoriummedewerkers lopen een groter risico om deze ziekte op te lopen. Mensen van wie het immuunsysteem niet goed werkt lopen het risico om ernstiger ziek te worden van deze bacterie.
Wat zijn symptomen van tularemie?
Na een besmetting met deze bacterie duurt het bij mensen gemiddeld 3 tot 5 dagen voordat iemand ziek wordt. Niet iedereen wordt ziek na een besmetting. Of iemand ziek wordt hangt af van:
- het type bacterie
- de hoeveelheid bacteriën die in het lichaam zijn gekomen
- de weerstand van iemand
- de wijze van besmetting
De ziekte kan zich op verschillende manieren uiten. De meest voorkomende vorm uit zich in zweren op de huid na contact met besmette karkassen van dieren of een beet van een besmet insect. Andere uitingsvormen zijn een oogontsteking, opgezwollen lymfeklieren, buikklachten/diarree, of, ernstiger, een longontsteking. Gewoonlijk begint de ziekte met koorts, hoofdpijn, spierpijn en keelpijn. Binnen 24 tot 48 uur verschijnt er een ontstoken blaar op de plaats van infectie, gewoonlijk een vinger, arm, oog of het gehemelte. Omdat de ziekte zeldzaam is en de klachten verward kunnen worden met andere aandoeningen is het moeilijk om de diagnose te stellen.
Besmetting en preventie van tularemie
In Nederland is de kans op het oplopen van de ziekte erg klein. Tularemie kan worden veroorzaakt door:
- contact met besmette dieren (zoals door het villen van de hazen tijdens het jachtseizoen). De bacterie kan door beschadigde huid binnendringen.
- een beet van geïnfecteerde insecten zoals teken of muggen
- het eten van besmet voedsel zoals onvoldoende verhit besmet vlees, of het drinken van verontreinigd water
- inademing van bacteriën die in de lucht zijn terechtgekomen (wat kan gebeuren bij het slachten, of tijdens maaien wanneer over een geïnfecteerd dier heen wordt gereden).
- contact met de bacterie in het laboratorium zonder de juiste voorzorgmaatregelen
Overdracht van de ziekte van mens op mens is nog nooit vastgesteld. De bacterie kan ook honden of katten besmetten maar overdracht van hond of kat naar de mens is zeldzaam.
De bacterie kan zich lange tijd handhaven in een koele, vochtige omgeving.
Het risico op een infectie in gebieden waar de ziekte onder dieren en in de omgeving voorkomt, kan op verschillende manieren worden verkleind:
- hanteer karkassen met handschoenen en draag een mondmasker om het inademen van zwevende druppeltjes lichaamsvloeistof van het dier te vermijden
- zorg voor door-en-door-verhitting van wildbraad of kook het minstens 1 uur. Het invriezen van dieren of vlees doodt de bacterie niet.
- vermijd contact met mogelijk besmet oppervlaktewater (rivieren, sloten, meren) en het drinken van ongezuiverd water
- neem algemene hygiënemaatregelen om het contact van eventueel besmette knaagdieren met waterbronnen en voedselbronnen te beperken
- vermijd insectenbeten door gebruik van DEET (diethyltoluamide) en het dragen van goed gesloten kleding; controleer op tekenbeten; verwijder teken zorgvuldig.
Laboratoriuminfecties kunnen worden vermeden door:
- Het laboratorium vooraf op de hoogte te stellen als het onderzoeksmateriaal afkomstig is van een patiënt bij wie de diagnose tularemie wordt overwogen.
- Altijd te werken volgens de geldende veiligheidsvoorschriften. Laboratoria of dependances daarvan die daaraan niet kunnen voldoen dienen het onderzoek uit te besteden.
Behandeling
Tularemie wordt behandeld met antibiotica. Bij verdenking op tularemie is het belangrijk om via de huisarts goed (laboratorium) onderzoek te laten verrichten.
Vaccinatie
In Nederland is geen vaccin beschikbaar tegen tularemie.
Hoe vaak komt het voor in Nederland?
Na decennialange afwezigheid (tussen1953-2011) in Nederland wordt tularemie vanaf 2011 af en toe aangetoond bij zowel mensen als hazen. Sinds 2011 zijn er jaarlijks een klein aantal besmettingen met tularemie bij mensen in Nederland gemeld.