P. Kaaijk, D.E. Kleijne, N.Y. Rots In 2010 heeft het voormalig Nederlands Vaccin Instituut een onderzoek uitgevoerd om inzicht te krijgen in mening van ouders en professionals over het geven van meer dan 2 prikken aan kinderen tijdens het vaccinatieconsult. Er is geïnventariseerd welke bezwaren de doelgroepen hebben en of hierbij de leeftijd van de kinderen – zuigelingen, 4-jarigen en 9-13-jarigen – een rol speelt.
Bij de uitvoering van het Rijksvaccinatieprogramma
(RVP (Rijksvaccinatie programma)) wordt tot nu toe het uitgangspunt gehanteerd dat
per vaccinatiebezoek maximaal 2 vaccinaties worden gegeven. Op
grond van het criterium van aanvaardbaarheid van de vaccinatie
stelt de Gezondheidsraad (GR (groepsrisico)) dat zij “onder normale
omstandigheden vast wil houden aan een maximum van 2 injecties per
kind per sessie”. (1)
De afgelopen jaren is het RVP uitgebreid met een
aantal nieuwe vaccinaties. Momenteel worden jongens met 13 prikken
tegen 12 verschillende ziekten ingeënt, meisjes met 16 prikken
tegen 13 ziekten. (Tabel 1) Het is aannemelijk dat het RVP op
termijn met nog andere vaccins zal worden uitgebreid, bijvoorbeeld
met vaccins tegen respiratoir syncytieel virus (RSV (Respiratoir Syncytieel Virus)),
meningokokken serogroep B, rotavirus en/of varicella-zostervirus.
Deze vaccins zullen niet altijd aan bestaande combinatievaccins
kunnen worden toegevoegd (2,3), terwijl ze mogelijk wel bij
voorkeur (geheel of gedeeltelijk) in hetzelfde schema als de in het
RVP opgenomen vaccins zouden moeten worden gegeven.
Indien dan niet ook het schema en/of de toedieningswijze wordt
veranderd, zal dit tot uitbreiding van het aantal prikken per
consult leiden.
Voor de afwegingen bij de introductie van nieuwe vaccins in het
RVP en/of bij eventuele herinrichting van het RVP is
het dan ook relevant te weten of er bij ouders en professionals
draagvlak is voor het geven van meer dan 2 vaccinaties per bezoek
aan een consultatiebureau of GGD (Gemeentelijke Gezondheidsdienst).
Tabel 1 vaccinatieschema in 2012
Methode
In dit onderzoek werd gebruik gemaakt van een digitale
vragenlijst. Voorafgaand aan de definitieve vragenlijst is een
conceptvragenlijst ter beoordeling gestuurd naar een aantal ouders
en professionals. Hierna zijn 2 vragenlijsten opgesteld één voor de
ouders en één voor de professionals – met ruimte voor opmerkingen
en aanvullingen van de deelnemer. Het invullen van de vragenlijst
duurde ongeveer 5-10 minuten.
Voor deze studie werden ouders van kinderen in de leeftijd t/m 9
jaar en jeugdartsen en -verpleegkundigen van thuiszorgorganisaties
en GGD’en benaderd. Ouders die een consultatiebureau
of GGD bezochten voor een vaccinatie kregen een folder
met informatie over de studie. Daarnaast werden er folders
uitgedeeld aan ouders tijdens de massavaccinatiecampagne tegen het
pandemisch H1N1-griepvirus. In de folder stond de
inlogcode vermeld voor toegang tot een digitale vragenlijst.
Professionals werden benaderd door middel van een informatiebrief
met inlogcode verspreid door het management of stafafdeling van hun
instelling.
De volgende deelnamecriteria werden voor beide groepen
gehanteerd:
- toestemming voor het gebruik van verkregen onderzoeksgegevens;
- Toegang hebben tot internet;
- Beheersen van de Nederlandse taal;
Omdat in 2010 91% van alle huishoudens en 99% van de huishoudens met kinderen toegang hadden tot het internet (bron: http://statline.cbs.nl) was de verwachting dat het aantal mensen dat niet mee kon doen aan het onderzoek klein was. Ook is ervan uitgegaan dat er maar een kleine groep mensen zou zijn die door het onvoldoende beheersen van de Nederlandse taal niet mee kon doen.
Resultaten
Respons
Van de ouders die waren benaderd bij een consultatiebureau of
GGD vulden 69 een vragenlijst in en 218 vragenlijsten
werden ingevuld door ouders die een folder ontvingen tijdens de
massavaccinatiecampagne tegen het pandemisch H1N1
griepvirus. 19 Vragenlijsten waren niet volledig ingevuld en werden
niet meegenomen in het onderzoek. In totaal vulden 268 ouders de
vragenlijst volledig in: 52 ouders (19%) met een oudste kind 1
jaar, 96 ouders (36%) met een oudste kind van 1-4 jaar en 120
ouders (45%) met een oudste kind van 5-9 jaar.
In totaal hebben 187 professionals (74 artsen en 113
verpleegkundigen) de vragenlijst volledig ingevuld. (Tabel 2) Alle
professionals (100%) van het consultatiebureau hadden ervaring met
het vaccineren van zuigelingen, 78% had ervaring met het vaccineren
van 4-jarigen en 35% met het vaccineren van 9-jarige kinderen. Van
de professionals van GGD’en had 46% ervaring met het vaccineren van
zuigelingen, 73% met het vaccineren van 4-jarigen en 91% met het
vaccineren van 9-jarige kinderen.
Tabel 2 Artsen en verpleegkundigen per
onderzoeksgroep
Mening ouders
De voornaamste oplossingen die door de ouders werden genoemd waren het plannen van een extra vaccinatiebezoek, het geven van combinatievaccins en kritische evaluatie van het RVP. In totaal gaf 71% van de ouders de voorkeur aan een nieuwe afspraak voor de derde vaccinatie en 19% van de ouders had de voorkeur voor de derde vaccinatie tijdens hetzelfde consult. Kinderen van 11 ouders hadden wel eens 3 vaccinaties (bijvoorbeeld hepatitis B, DaKTP (Difterie acellulair, kinkhoest, tetanus, polio)-Hib (haemophilus influenzae type b) en pneumokokken) tijdens één bezoek gekregen. Opvallend is dat deze 11 ouders er toen voor kozen om de vaccinaties tijdens één consult te laten uitvoeren. Het kan dus zijn dat een ouder in de praktijk eerder kiest voor 3 prikken tijdens één bezoek dan men van te voren denkt te gaan doen.
Het merendeel van de ouders (82%) gaf aan zich te kunnen vinden in uitbreiding van het RVP met nieuwe vaccins. Bij de ouders bleek het draagvlak het grootst voor vaccins tegen meningokokken serogroep B (90%), respiratoir syncytieel virus (60%) en hepatitis B-virus (1) (54%). Minder draagvlak bleek er te zijn voor een vaccin tegen rotavirus (41%) en tegen waterpokkenvirus (22%).
Mening professionals
De meerderheid van de professionals (75%) bleek bezwaren te
hebben tegen toediening van meer dan 2 prikken per consult en gaf
er de voorkeur aan om tijdens een nieuw consult de derde vaccinatie
te geven. Ruim 80% van de artsen en verpleegkundigen had ervaring
met het geven van 3 vaccinaties tijdens één bezoek. Meestal (90%)
lukte het dan om de 3 prikken tijdens één bezoek te geven. De
bezwaren tegen 3 prikken tijdens hetzelfde bezoek hadden te maken
met de mogelijke weerstand van ouders en kinderen. Dit zou volgens
professionals kunnen leiden tot minder vaccinaties. Een ander
veelgenoemd bezwaar was de extra tijd die nodig is voor een derde
vaccinatie. waardoor er te weinig tijd overblijft voor andere zaken
die tijdens het (al te korte) consult ook aan de orde zouden moeten
komen. Meer tijd uittrekken voor een consult of meer personeel zou
hier de oplossing kunnen zijn. Andere opties voor het creeëren van
tijd zijn het gebruik van voorgevulde spuiten, aparte
vaccinatiespreekuren, massavaccinaties voor de extra prik, of
stereovaccinatie (het gelijktijdig toedienen van 2 vaccinaties door
2 personen). Ook werd het gebruik van nieuwe toedieningsvormen,
zoals pleisters, genoemd. Ten slotte hadden professionals bezwaren
met betrekking tot mogelijke toename van (de intensiteit) van
bijwerkingen en interferentie van de verschillende vaccins.
Professionals willen meer geïnformeerd worden over onderzoek op dit
gebied en over de introductie van nieuwe vaccins in het RVP. In
totaal geeft 41% van de professionals aan dat het geven van meer
dan 2 prikken per consult afhankelijk is van de leeftijd van een
kind. Professionals bleken het geven van meer dan 2 prikken het
minst acceptabel te vinden voor kinderen op de leeftijd van 4 jaar
(27%), gevolgd door zuigelingen (21%) en kinderen van 9-13 jaar
(11%). (Tabel 3) Een aantal professionals merkte hierbij op dat
kinderen van 4 jaar zich goed bewust zijn van het feit dat ze een
prik krijgen en dat er bij meer prikken meer weerstand en paniek
ontstaat bij het kind.
Het merendeel van de professionals (71%) bleek zich te kunnen
vinden in uitbreiding van het RVP met nieuwe vaccins.
De professionals gaven aan dat de volgende vaccins aan het RVP
zouden moeten worden toegevoegd: meningokokken serogroep B (79%),
hepatitis B (70%) en respiratoir syncytieelvirus (47%). Minder
draagvlak blijkt er te zijn voor een vaccin tegen rotavirus (29%)
en tegen waterpokken (8%).
Discussie en conclusie
Tot nu toe worden in principe maximaal 2 RVP-vaccinaties per consult gegeven. Als er nieuwe vaccins in het RVP worden opgenomen is het mogelijk dat dit aantal omhoog gaat. Het in dit artikel beschreven onderzoek werd opgezet met als doel inzicht te krijgen in de mening van ouders en professionals over het aantal prikken per vaccinatieconsult. Uit de resultaten van dit onderzoek komt duidelijk naar voren dat het merendeel van de ouders (76%) en de professionals (75%) bezwaren blijkt te hebben tegen toediening van meer dan 2 prikken per consult. Deze bevindingen zijn in overeenstemming met studies in België en Engeland, waarin werd gevonden dat meer dan respectievelijk 80% en 57% van de ouders niet willen dat hun kind meer dan 2 prikken per consult krijgt. (4,5) Tijdens een studie in een Amerikaanse kinderkliniek werden bij een groep kinderen 3, 4 en 5 injecties aangeboden hetgeen door respectievelijk 99% (n=434), 98% (n=188) en 89% (n=27) van de ouders werd goedgevonden. (6) Dit geeft aan dat ouders in de praktijk het toedienen van meer dan 2 prikken tijdens één consult, in tegenstelling tot de verwachting, wel accepteren. Dit bleek ook uit de reactie van de 11 ouders in deze studie die 3 injecties in één consult kregen aangeboden en dit allen accepteerden. Een negatieve houding tegenover het geven van meer dan 2 injecties per vaccinatieconsult bleek voor een deel van de ouders en professionals afhankelijk te zijn van de leeftijd van het kind. Het meeste bezwaar was er voor de leeftijdsgroepen van 0 tot 4 jaar.
Uit het onderzoek blijkt dat het merendeel van de ouders (82%) en
professionals (70%) zich kan vinden in uitbreiding van het RVP,
alhoewel dit wel afhankelijk is van het soort vaccin. Omdat het
merendeel van de ouders en professionals bezwaren hebben tegen het
geven van meer dan 2 prikken per vaccinatiebezoek is het belangrijk
om naar andere mogelijkheden voor uitbreiding van het RVP te
zoeken, zodat de hoge vaccinatiegraad in Nederland behouden kan
worden. (7) Het gebruik van alternatieve toedieningsvormen zou een
oplossing kunnen zijn om de weerstand tegen meer dan 2 vaccinaties
per bezoek te verminderen. Het gebruik van jetinjectoren,
pleisters, sublinguale (onder de tong) toediening, neussprays of
andere naaldloze of pijnloze toedieningsvormen voor vaccins biedt
de mogelijkheid om meerdere vaccins gelijktijdig toe te dienen met
minimaal ongemak. (8,9,10) Daarnaast is meer tijd inplannen voor
een consult of meer personeel een mogelijke oplossing omdat veel
professionals aangeven te weinig tijd te hebben voor 3 vaccinaties
per consult. Tenslotte is het van belang om professionals goed te
informeren over de verschillende vaccins, bijwerkingen en
interferentie van de werkzaamheid en veiligheid van de diverse
vaccincomponenten.
Dit onderzoek was een inventariserende studie met een beperkt
aantal deelnemers, met name de groep van ouders was relatief klein.
Echter, de uitkomsten zijn eenduidig. In het onderzoek komt
duidelijk naar voren dat de meerderheid, namelijk driekwart van de
ouders en professionals, bezwaren blijkt te hebben tegen toediening
van meer dan 2 prikken per consult. In vervolg op dit onderzoek
wordt er op dit moment een studie opgezet bij het RIVM gericht op
de acceptatie van meer dan 2 injecties per consult en het draagvlak
bij ouders en professionals voor alternatieve toedieningsvormen van
vaccins.
Auteurs
P. Kaaijk, D.E. Kleijne, N.Y. Rots, Centrum voor
Infectieziektebestrijding, RIVM, Bilthoven
Correspondentie:
P. Kaaijk | Patricia.Kaaijk@rivm.nl
Literatuur
- Gezondheidsraad. De toekomst van het Rijksvaccinatieprogramma: naar een programma voor alle leeftijden. Advies nr. 2007/02. Den Haag: Gezondheidsraad, 2007; 121
- Decker MD, Edwards KM. Combination vaccines: problems and promise. J Pediatr. 2000;137:291-5
- Boot HJ; Schipper CMA. Simultaneous vaccination with prevenar and multicomponent vaccines for children.Interference or no interference? Human Vaccine 2009; 5(1):15-7
- Theeten H., Hens N., Aerts M., Vandermeulen C., Roelants M., Hoppenbrouwers K., Van Damme P., Beutels P. Common attitudes about concomitant vaccine injections for infants and adolescents in Flanders, Belgium. Vaccine 2009; 27: 1964-1969
- Bedford H, Lansley M. More vaccines for children? Parents’ views. Vaccine. 2007; 25: 7818-23
- Melman ST, Nguyen TT, Ehrlich E, Schorr M, Anbar RD (RijksDriehoek). Parental compliance with multiple immunization injections. Arch Pediatr Adolesc Med. 1999; 153: 1289-91
- Lier van EA. RIVM Rapport 210021011 [Vaccinatiegraad Rijksvaccinatieprogramma Nederland]. Immunization coverage National Immunization Programme in the Netherlands. 2010, http://www.rivm.nl/bibliotheek/rapporten/210021011.pdf
- Clements CJ, Wesselingh SL. Vaccine presentations and delivery technologies--what does the future hold? Expert Rev Vaccines. 2005; 4: 281-7
- Kersten G, Hirschberg H. Needle-free vaccine delivery. Expert Opin Drug Deliv. 2007; 4: 459-74
- Amorij JP, Kersten GF, Saluja V, Tonnis WF, Hinrichs WL, Slütter B, Bal (Besluit activiteiten leefomgeving) SM, Bouwstra JA, Huckriede A, Jiskoot W. Towards tailored vaccine delivery: Needs, challenges and perspectives. J Control Release. (In press: online available from Jan. 2012)