In de MIKI (Maternale Immunisatie Kinkhoest)-studie, Maternale Immunisatie Kinkhoest-studie, zijn zwangere vrouwen tijdens of direct na hun zwangerschap gevaccineerd tegen kinkhoest. In de studie onderzochten we of de baby's in de eerste maanden na de geboorte meer en langduriger kinkhoest specifieke antistoffen van de moeder hadden, waardoor ze dan beter beschermd zijn tegen kinkhoest. Ook onderzochten we de opgebouwde kinkhoest specifieke afweer in zuigelingen met een vaccinatie op de leeftijd van 3 en 5 maanden in plaats van op de leeftijd van 2, 3 en 4 maanden. Dit betekent dat de kinderen 1 prik minder krijgen in hun eerste jaar, en 1 maand ouder zijn als ze de eerste prik krijgen. De kinderen zijn gevolgd tot 1 maand na hun DKTP (Difterie, kinkhoest, tetanus, polio)-vaccinatie op 4-jarige leeftijd.
Waarom de MIKI (Maternale Immunisatie Kinkhoest)-studie?
De afgelopen jaren komt kinkhoest steeds vaker voor. Vaccinatie van baby’s is pas mogelijk vanaf 6 weken na de geboorte. Bij vaccinatie van de moeder tijdens de zwangerschap maakt de moeder antistoffen aan tegen de kinkhoestbacterie. Deze antistoffen kunnen via de placenta en via borstvoeding aan de baby doorgegeven worden. Antistoffen van de moeder beschermen het kind, maar kunnen ook de antistof productie van het kind zelf verminderen.
Wat onderzochten we in de MIKI-studie?
In deze studie onderzochten we of vaccinatie van de moeder tijdens de zwangerschap de baby kan beschermen, totdat de baby zelf gevaccineerd kan worden.
Het is van belang om het juiste moment te vinden om het kind te vaccineren. Bij het schema 3-5 maanden wordt een maand later met vaccineren gestart dan bij het schema 2-3-4 maanden, en is de periode tussen de inentingen wat langer. We hebben onderzocht of de kinderen van moeders die tijdens de zwangerschap zijn gevaccineerd lang genoeg kinkhoest antistoffen van de moeder hebben die hun helpen beschermen zijn tegen kinkhoest als op 3 maanden wordt gestart met vaccineren van de kinderen.
Om uit te zoeken of deze antistoffen van de moeder invloed hebben op de opbouw en het geheugen van de afweer tegen kinkhoest door het kind, is het kind gevolgd tot en met 4 jaar na de geboorte.
Resultaten van de MIKI-studie
Op twee maanden leeftijd hadden de kinderen waarvan de moeder tijdens de zwangerschap gevaccineerd was significant meer antistoffen tegen kinkhoest dan kinderen waarvan de moeder niet tijdens de zwangerschap gevaccineerd was. Na de vaccinaties op 3 en 5 maanden hadden de kinderen in de gevaccineerde moeder groep een lagere hoeveelheid antistoffen dan de kinderen in de niet gevaccineerde moeder groep.
De vaccinatie van de moeder tijdens de zwangerschap zorgt ervoor dat het kind beter beschermd is tegen kinkhoest in de eerste 3 maanden van het leven. Nadat de kinderen zelf gevaccineerd zijn, maken de kinderen waarvan de moeders gevaccineerd zijn tijdens de zwangerschap iets minder antistoffen aan dan de kinderen waarvan de moeders niet gevaccineerd zijn tijdens de zwangerschap. De verwachting is dat dit voor de meeste kinderen zal leiden tot gelijkwaardige bescherming tegen kinkhoest.
Op 12 december 2018 is het RIVM-rapport “Kinkhoestvaccinatie van zwangeren en het vaccinatieschema voor hun baby's. Aanpassing gewenst?” gepubliceerd. Voor dit rapport zijn resultaten van de MIKI-studie gebruikt. Dit rapport is gebruikt door de Gezondheidsraad voor het advies aan de minister van VWS over dit onderwerp.
Advies gezondheidsraad
Advies Gezondheidsraad
Op 2 december 2015 adviseerde de Gezondheidsraad zwangere vrouwen te vaccineren tegen kinkhoest om zo jonge baby's te beschermen(externe link). De minister van VWS (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport) besloot in juli 2018 dit advies over te nemen.
Op 18 december 2018 adviseerde de Gezondheidsraad om na de invoering van de kinkhoestvaccinatie tijdens de zwangerschap het bestaande vaccinatieschema voor zuigelingen te vervangen door twee schema’s.
De meeste zuigelingen kunnen toe met één vaccinatie minder als de moeder gevaccineerd is. Voor uitzonderingsgroepen blijven drie vaccinaties nodig.
Dat schreef de Gezondheidsraad aan de staatssecretaris van VWS.
Artikel in The Lancet Infectious Diseases: Maternal pertussis vaccination and its effects on the immune response of infants aged up to 12 months in the Netherlands: an open-label, parallel, randomised controlled trial
RIVM-rapport: Kinkhoestvaccinatie van zwangeren en het vaccinatieschema voor hun baby's. Aanpassing gewenst?
Advies Gezondheidsraad: Vaccinatieschema zuigelingen na maternale kinkhoestvaccinatie(externe link)
Gezondheidsraad: Dossier Vaccinatie tegen kinkhoest: doel en strategie(externe link)
Informatie over de MIKI-studie
- Het onderzoek is uitgevoerd door het Centrum Infectieziektebestrijding van het RIVM.
- Het onderzoek is goedgekeurd door de Toetsingscommissie CCMO.
- Het onderzoek is gefinancierd door het ministerie van VWS (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport)
- Voor de MIKI (Maternale Immunisatie Kinkhoest)-studie zijn vrouwen uitgenodigd die 20 weken zwanger en in goede gezondheid waren. En bij wie uit de echo bleek dat er geen problemen waren met de gezondheid van hun kind. Er deden 236 deelnemers mee aan het onderzoek, 118 moeders en 118 kinderen.
- De deelnemers en hun partners/verzorgers zijn gevaccineerd met het vaccin Boostrix(PDF). Dit is een vaccin tegen Tetanus, Difterie en Kinkhoest.
De kinderen kregen de vaccins die via in het Rijksvaccinatieprogramma worden gegeven. Dit zijn het DKTP-Hib-HepB (diphtheria, tetanus, whooping cough, polio and hepatitis B)- en het pneumokokkenvaccin. Er is een iets ander vaccinatieschema gebruikt. In plaats van vier DKTP-Hib-HepB-vaccinaties op de leeftijd van 2, 3, 4 en 11 maanden, kregen de kinderen drie DKTP-Hib-HepB-vaccinaties op 3, 5 en 11 maanden. Ook de pneumokokkenvaccinaties zijn gegeven op 3, 5 en 11 maanden i.p.v. 2, 4 en 11 maanden. - De MIKI-studie is in januari 2014 gestart en het werven van deelnemers voor de studie is in 2016 gesloten. Het laatste bezoek was in april 2020.
Vragen?
Heeft u vragen over de MIKI-studie? Neem dan contact op met de onderzoekers van het RIVM via 088 689 8989 of info@rivm.nl onder vermelding van ‘MIKI-studie’.
Privacy
Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) gebruikt, net als andere organisaties en bedrijven, persoonsgegevens. Wij gebruiken de persoonsgegevens alleen zoals dat volgens de wet mag. Om u daar meer over te vertellen, hebben wij een privacyverklaring opgesteld. Daarin leggen wij uit waarom wij uw persoonsgegevens gebruiken. En hoe wij ervoor zorgen dat uw gegevens goed beveiligd zijn en blijven. We vertellen u in deze privacyverklaring ook wat uw (privacy)rechten zijn. En waar u al uw vragen kunt stellen over privacy en de bescherming van uw persoonsgegevens.