Het IRIS-onderzoek is een wetenschappelijk onderzoek bij (pasgeboren) baby’s. Het onderzoek monitort de werking van de prik tegen het RS-virus (Respiratoir Syncytieel-virus ) in Nederland. Deze prik wordt vanaf het najaar in 2025 gegeven aan baby’s geboren vanaf 1 april 2025.
Wat is het RS-virus?
Het RS-virus staat voor het Respiratoir Syncytieel-virus. Het is het meest voorkomende verkoudheidsvirus bij kinderen. De meeste kinderen worden er alleen verkouden van maar vooral baby’s kunnen ernstig ziek worden van het RS-virus (Respiratoir Syncytieel-virus ). Sommige kinderen worden zo ziek dat ze naar het ziekenhuis moeten.
Prik tegen RS-virus
Vanaf het najaar van 2025 wordt de prik tegen het RS-virus toegevoegd aan het Rijksvaccinatieprogramma. De prik beschermt voor ongeveer 6 maanden tegen het RS-virus.
Waarom het IRIS-onderzoek?
Met het IRIS-onderzoek kijken we een jaar lang naar de werking van de prik tegen het RS (respiratoir syncytieel)-visus. Ook kijken we tot een jaar na de prik tegen het RS-virus of er nog infecties met het RS-virus zijn geweest en onderzoeken we de afweerreactie van het lichaam na infecties met het RS-virus. De kinderen die de prik tegen het RS-virus krijgen, vergelijken we met kinderen die de prik niet hebben gekregen.
Welke kinderen kunnen meedoen aan het IRIS-onderzoek?
Voor dit onderzoek kunnen kinderen die wel en kinderen die geen prik tegen het RS-virus krijgen meedoen:
- Kinderen die een prik tegen het RS-virus krijgen. Hier gaat het om ongeveer 150 kinderen die geboren zijn tussen 1 juni en 30 november 2025. Zij zijn ongeveer 0-3 maanden oud bij het ontvangen van de prik tegen het RS-virus. De kinderen die geboren zijn vóór oktober 2025 ontvangen de prik tegen het RS-virus eind september/ begin oktober. De kinderen die in oktober en november 2025 worden geboren krijgen de prik binnen twee weken na de geboorte.
- Kinderen die geen prik tegen het RS-virus krijgen vormen de controle groep. Hiervoor zijn ongeveer 100 kinderen nodig, die geboren zijn tussen 1 juli en 31 oktober 2024. Zij zijn ongeveer 12-15 maanden oud aan het begin van dit onderzoek. Deze kinderen komen niet in aanmerking voor de prik tegen het RS-virus.
Wat betekent meedoen aan het IRIS-onderzoek?
De groep kinderen die een prik tegen het RS-virus krijgen
Krijgt uw kind de prik tegen het RS-virus? En wilt u meedoen aan het onderzoek ? Dan duurt dat in totaal ongeveer 12 maanden en komen we maximaal 5 keer bij u thuis langs. Tijdens deze huisbezoeken neemt de verpleegkundige een klein beetje bloed en neusvocht bij uw kind af. Het onderzoek duurt in totaal 12 maanden.
- Is uw kind geboren tussen 1 juni 2025 en 30 november 2025? Dan komt een verpleegkundige de eerste keer bij uw thuis om een klein beetje bloed af te nemen uit de hiel (hielprikje) vóór uw kind de prik tegen het RS-virus krijgt. Indien uw kind de prik tegen het RS-virus al heeft gehad, dan mag uw kind alsnog deelnemen aan de studie. De bloedafname vóór de prik zal dan komen te vervallen.
- Verwacht u uw kind in oktober of november 2025? Dan wordt er bij de geboorte van uw kind navelstrengbloed afgenomen door uw verloskundige als eerste afname
Nadat uw kind de prik tegen het RS-virus heeft ontvangen komen wij 4 keer bij u thuis langs: 2, 4, 6 en 12 maanden na het ontvangen van de prik. We nemen dan wat bloed bij uw kind af met een hielprikje en wat neusvocht met een flexibel stripje. Tussen de bezoeken door houdt u in een dagboekje bij of uw kind klachten krijgt die horen bij het RS-virus. Bij het laatste bezoek willen we graag extra bloed verzamelen via een venapunctie. Tijdens een venapunctie wordt er bloed (max. 10 ml) afgenomen met een holle naald. De venapunctie gebeurt in de elleboogplooi of op het handje. Het is wat lastiger bij jonge kinderen omdat ze nog dunne bloedvaten en vaak nog wat babyvet op de armen hebben. Er komen voor de venapunctie altijd 2 ervaren onderzoeksmedewerkers op huisbezoek.
De venapunctie is een extra onderdeel van het onderzoek en daarvoor kunt u apart toestemming geven. Als u niet wilt meedoen aan dit deel van het onderzoek kan uw kind nog wel meedoen aan het onderzoek. Tijdens het laatste bezoek wordt dan bloed afgenomen met een vingerprikje bij uw kind, in plaats van via venapunctie.
De controlegroep
Komt uw kind niet in aanmerking komt voor de prik tegen het RS-virus? En wilt u meedoen aan het onderzoek? Dan komen wij één keer bij u thuis op bezoek. Tijdens dit huisbezoek neemt een verpleegkundige wat bloed en neusvocht af bij uw kind. Het bloed wordt verzameld via een venapunctie. De venepunctie gebeurt in de elleboogplooi of op het handje. Het is wat lastiger bij jonge kinderen omdat ze nog dunne bloedvaten en vaak nog wat babyvet op de armen hebben. Er komen voor de venapunctie altijd 2 ervaren onderzoeksmedewerkers op huisbezoek.
Wilt u meedoen?
Meldt u dan aan via het Aanmeldformulier IRIS-onderzoek. U krijgt dan via de post een brief met meer informatie en een toestemmingsformulier. Vervolgens bellen we u voor meer uitleg over het onderzoek en om uw deelname te bespreken.
Meedoen aan het onderzoek is vrijwillig. U kunt op ieder moment stoppen met meedoen aan het onderzoek.
Goedkeuring van het IRIS-onderzoek
Het Centrum Immunologie van Infectieziekten en Vaccins, onderdeel van het Centrum Infectieziektebestrijding van het RIVM, voert het onderzoek uit. Een medisch-ethische toetsingscommissie heeft dit onderzoek goedgekeurd.
Algemene informatie over medisch-wetenschappelijk onderzoek vindt u in de folder op deze website. Of op de website van de Centrale Commissie Mensgebonden Onderzoek (CCMO).
Vragen of meer informatie?
Heeft u vragen over het IRIS-onderzoek? Neem dan contact op met de onderzoekers van het RIVM. Dat kan via iris@rivm.nl of 088-6897316. De medewerkers zijn van maandag tot en met vrijdag van 9:00 tot 15:00 uur telefonisch bereikbaar.