Braakballen van uilen worden nogal eens gebruikt voor educatieve doeleinden (uitpluizen) op scholen en bij natuurverenigingen. Het is een regelmatig terugkerende vraag of het uitpluizen van braakballen veilig is. Kunnen ze met eitjes van de vossenlintworm besmet zijn?
content
Auteur(s): T. Oomen
Infectieziekten Bulletin, jaargang 24, nummer 7, september 2013
Wat is vossenlintworm?
Echinococcus multilocularis - vossenlintworm - is een kleine lintworm van 2-6 mm die als parasiet voorkomt in de dunne darm van de vos. De vos is drager van deze parasiet, maar soms kan ook een hond of kat drager zijn. De levenscyclus van de parasiet begint als eitje in de ontlasting van een besmette vos. De ontlasting wordt opgegeten door kleine knaagdieren waarna zich bij hen een blaasworm ontwikkelt. Nadat de vossen op hun beurt de besmette knaagdieren hebben opgegeten groeit in hun darm de blaasworm uit tot een lintworm.
De mens kan besmet raken door in aanraking te komen met de eitjes die besmette vossen hebben uitgescheiden. Dit kan door bijvoorbeeld bramen te eten uit het bos. Bij de mens ontwikkelt zich, net als bij geïnfecteerde knaagdieren, een blaasworm. Meestal zit de blaasworm in de lever,maar soms ook ergens anders in het lichaam. De blaasworm blijft doorgroeien in het orgaan en kan ernstige schade veroorzaken. Pas na 5-15 jaar ontwikkelen mensen klachten. Deze ernstige ziekte heet bij de mens ook wel alveolaire echinococcose.
Vossenlintworm in Nederland
Recent is in Zuid-Limburg onderzoek gedaan naar het aantal besmette vossen met vossenlintworm. Zeven jaar geleden was 1 op de 10 vossen besmet, nu is dat ongeveer de helft van de onderzochte vossen. Dit is de belangrijkste conclusie uit het nog niet afgeronde onderzoek van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) in opdracht van de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (NVWA (Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit)). De toename van besmette vossen zorgt voor een groter risico op ziektegevallen bij mensen. De kans dat mensen besmet raken met eitjes van de vossenlintworm en dan ziek worden is weliswaar zeer klein, maar de ziekte is ernstig. Uit eerder onderzoek bleek ook bij vossen in Oost-Groningen vossenlintworm voor te komen.
Braakballen
Uilen eten kleine knaagdieren. De onverteerbare resten, zoals haren, botjes en nagels, braken zij uit in de vorm van een bal. Een uil heeft 2 magen: een die het voedsel verteert en een tweede die de grotere delen tegenhoudt en kneedt tot een braakbal, ook wel uilenbal genoemd.
Het onderzoeken van braakballen is erg leerzaam omdat ze vaak complete skeletjes van knaagdieren bevatten. Braakballen kunnen eitjes bevatten van de vossenlintworm. Als braakballen afkomstig zijn uit een gebied waar vossenlintworm voorkomt, zoals Limburg en Groningen, is het raadzaam om de zogenoemde uitpluispreventiemaatregelen goed op te volgen.
Uitpluispreventie
Het zeer kleine infectierisico op vossenlintworm kan worden verminderd door de braakballen in een oven gedurende 10 minuten te verhitten tot 90°C. Verder is het raadzaam om de braakballen van te voren nat te maken om het inademen van stof te vermijden. Ook is het goed om met handschoenen aan de braakballen uit te pluizen en na afloop de handen te wassen. Een maatregel waarvan niet bewezen is dat die de eitjes voldoende inactiveert is verhitting van de braakballen in de magnetron. En invriezen in huishoudelijke diepvrieskasten heeft geen effect.
Auteurs
T. Oomen, Centrum Infectieziektebestrijding, RIVM, Bilthoven
Correspondentie
CorrespondentieTon.Oomen@rivm.nl
Bronnen
- LCI (Landelijke coördinatie infectieziektebestrijding)-richtlijn Vossenlintworm
- Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit informatieblad www.nvwa.nl/txmpub/files/?p_file_id=10388
- Giessen, J.W.B. van der & L.M. Kortbeek, 2000. Is Echinococcus multilocularis een bedreiging voor Nederland? In: Inspectie voor de Gezondheidszorg, 2000, Infectieziekten Bulletin, jaargang 11 nummer 6, blz. 93-97